Beco H10 Schenken en erven deel 3 (opgave 14 t/m 20) zonder antwoorden

Vragen Hoofdstuk 10 Deel  Vraag 14 t/m 20
Pak je opgavenboek erbij en lees de teksten bij de vragen.
Dit deel begint op blz. 77
Vul de antwoorden in deze les in.
Controleer de antwoorden.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Vragen Hoofdstuk 10 Deel  Vraag 14 t/m 20
Pak je opgavenboek erbij en lees de teksten bij de vragen.
Dit deel begint op blz. 77
Vul de antwoorden in deze les in.
Controleer de antwoorden.

Slide 1 - Diapositive

10.14a
Hoe kunnen de nabestaanden achterhalen of er een testament is?

Slide 2 - Question ouverte

10.14 b
Wat doet de notaris voordat hij een verklaring van erfrecht opmaakt?

Slide 3 - Question ouverte

10.14 c
Welke keuzes hebben erfgenamen wat betreft de erfenis?

Slide 4 - Question ouverte

10.14 d
Wat zou je de erfgenamen adviseren?

Slide 5 - Question ouverte

10.15 a
Heeft een testament een houdbaarheidsdatum?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

10.15 b
Kan Tess het uittreksel bij de gemeente waar Layla is ingeschreven of is overleden aanvragen?

Slide 7 - Question ouverte

10.15 c
Mag iedere Nederlandse notaris dat doen?

Slide 8 - Question ouverte

10.15 d
Waardoor blijkt uit bovenstaande tekst dat Tess de nalatenschap van haar moeder zuiver heeft aanvaard?

Slide 9 - Question ouverte

10.15 e
Leg de uitspraak van de rechter uit

Slide 10 - Question ouverte

10.17 a
Bereken de waarde van de nalatenschap van Daphne

Slide 11 - Question ouverte

10.17 b
Bereken de te betalen erfbelasting als de enige erfgenaam haar dochter is

Slide 12 - Question ouverte

10.17 c
Bereken de te betalen erfbelasting als de enige erfgenaam haar moeder is

Slide 13 - Question ouverte

10.17 d
Bereken de te betalen erfbelasting als de enige erfgenaam haar broer is

Slide 14 - Question ouverte

10.18 a
Wat zijn de voorwaarden om van de bedrijfs opvolgingsregeling bij vererving gebruik te kunnen maken?

Slide 15 - Question ouverte

10.18 a
Is Maria erfgenaam?
A
Ja, dat gaat 'automatisch' bij samenwonen
B
Nee, bij samenwonen gaat dat niet 'automatisch'

Slide 16 - Quiz

10.18 c
Wie krijgt Donna's helft van het huis?
A
Donna's kinderen
B
Donna's broers en zussen
C
Donna's ouders
D
Eren

Slide 17 - Quiz

10.18 d
Op welk bedrag aan vrijstelling heeft Eren recht?

Slide 18 - Question ouverte

10.18 e
Hoe kunnen de ouders van Vicfor zorgen dat het huis naar Anna gaat?

Slide 19 - Question ouverte

10.18 f
Bereken de totale fiscale druk als het huis naar Anna gaat. Ga ervan uit dat de nalatenschap verder niets bevat.

Slide 20 - Question ouverte

10.20 a
Bereken de waarde van de nalatenschap van Geert

Slide 21 - Question ouverte

10.20 b
Heeft Nuna recht op een deel van de erfenis?
A
Ja, ze is erfgenaam
B
Nee, alleen de kinderen zijn erfgenaam
C
Nee, ze heeft alleen recht op de de legitieme portie
D
Nee, de kinderen zijn erfgenaam en soms ook de kleinkinderen door plaatsvervulling

Slide 22 - Quiz

10.20 c/e
De kinderen van Geert beroepen zich op de legitieme portie. Hebben ze recht op goederen uit de nalatenschap?
A
Ja, alleen de goederen
B
Nee, alleen een geldbedrag in waarde van de goederen
C
Nee, alleen geldbedragen
D
Ja, zonder verder voorwaarden

Slide 23 - Quiz

20.20 d/f Wat is fiscaal het meest voordelige? Beantwoord zonder berekening

Slide 24 - Question ouverte