5.3 Soorten bewegingen

Taha
Tycho
Naomi
Jesse
Jay
Liza
Sofie
Belisa
Renée
Thara
Silver
            bord       en       docent
Pak je boek, je IPad en log alvast in!

Lotus, Sofie en Noa, niet met zijn drieën
bij elkaar. 

 
Heb je lager dan een 6.0 gemiddeld dan heb je een vaste plek en is dit voor je eigen groei en vooruitgang. 
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Taha
Tycho
Naomi
Jesse
Jay
Liza
Sofie
Belisa
Renée
Thara
Silver
            bord       en       docent
Pak je boek, je IPad en log alvast in!

Lotus, Sofie en Noa, niet met zijn drieën
bij elkaar. 

 
Heb je lager dan een 6.0 gemiddeld dan heb je een vaste plek en is dit voor je eigen groei en vooruitgang. 

Slide 1 - Diapositive

Isabel
Liza
Karol
Stygian
Piotr
Chinouk
Dilano
                          bord  
r
a
a
m
Seve niet in de buurt van Dilano. 
Heb je lager dan een 6.0 gemiddeld, dan heb je een vaste plek voor je eigen groei en vooruitgang. 

Slide 2 - Diapositive

nieuwe regels
Materiaal = eigen pen, boek en IPad
Dit ligt klaar op moment van absentie. Ik vraag er niet meer naar. 
Huiswerk = alles ingevuld in je boek en begrippenlijst
Toets inhalen: Donderdag 14.30 uur of voor school. 
Vrije uren ervoor: mooi tijd om te leren!
3x huiswerk/materiaal streepje = 1 lesuur nablijven
6x huiswerk/materiaal streepje = 1 lesuur nablijven en strafwerk
9x huiswerk/materiaal streepje = 2 lesuur nablijven
Nablijven: Dezelfde week nog! Kom je niet, wordt het 2 uur. En mail naar ouders!

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Absentie
Hoofdstukopbouw
Herhaling vorige les
Uitleg nieuw doel
Opdrachten maken
Afsluiting

Slide 4 - Diapositive

Hoofstukopbouw 'Bewegen'
1. Bewegingen vastleggen
2. Gemiddelde snelheid
3. Soorten bewegingen
4. Remmen en Botsen
Alle plusopdrachten maken en diagnostische toets
Toets

Slide 5 - Diapositive

Doelen bs 2 Gemiddelde snelheid
  1. Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen. 
  2. Je kunt snelheid in m/s omrekenen naar km/h. 
  3. Je kunt de afstand berekenen die een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt.  

Slide 6 - Diapositive

Doel: Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen. 
Formule: 
gemiddelde snelheid = afstand : tijd

m/s = meter per seconde
  • afstand in meter
  • tijd in seconde
k/h = kilometer per (hour) uur
  • afstand in kilometer
  • tijd in uur

Slide 7 - Diapositive

Doel: Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen. 
Formule: 
gemiddelde snelheid = afstand (m) : tijd (s)

Een atlete loopt de 200 meter sprint in 20,8 s. 
Bereken haar gemiddelde snelheid. 

Slide 8 - Diapositive

gemiddelde snelheid = afstand (m) : tijd (s)
Een atlete loopt de 200 meter sprint in 20,8 s.
Bereken haar gemiddelde snelheid.

Slide 9 - Question ouverte

Doel: Je kunt de snelheid in m/s omrekenen naar km/h. 
Iemand loopt 3 m/s. Hoeveel km/h is dat?
Je kunt dus ook zeggen:
3m/s = 3 x 3,6 = 10,8 km/h
3 meter 
3x 60= 180 m per min
180 x 60 = 10.800m per uur
10.800 m--> 
10,8 km
1 sec
1 min
1 uur

Slide 10 - Diapositive

Iemand loopt 6 m/s. Hoeveel km/h is dat?

Slide 11 - Question ouverte

Iemand rijdt 25 m/s. Hoeveel km/h is dat?

Slide 12 - Question ouverte

Doel: Je kunt de afstand berekenen die een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt.
formule: gemiddelde snelheid = afstand: tijd


Afstand berekenen doe je als volgt:
formule: afstand = gemiddelde snelheid x tijd
                                              4 = 12 : 3
                        12 = 4 x 3

Slide 13 - Diapositive

gemiddelde snelheid = 28km/h,
tijd = 3,5h
afstand = gemiddelde snelheid x tijd
A
3,5 : 28
B
28 : 3,5
C
3,5 x 28

Slide 14 - Quiz

gemiddelde snelheid = 30km/h,
tijd = 3 h
afstand = gemiddelde snelheid x tijd
A
30 x 3= 90km/h
B
30 : 3 = 10 km/h

Slide 15 - Quiz

gemiddelde snelheid = 50km/h,
tijd = 2 h

A
50 : 2 = 25 km/h
B
50 x 2 = 100km/h

Slide 16 - Quiz

Samen nakijken
blz 22 - 25
opdracht 1 - 12


Welke vraag vond je moeilijk?? 
Laat het mij weten, dan bespreken we deze vraag. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Weet je de volgende vragen nog?

Slide 23 - Diapositive

Wat betekent: een stroboscopische foto
A
Foto die gemaakt wordt in 1 verduisterende ruimte, met als enige verlichting stroboscooplamp
B
Een foto die gemaakt wordt in een ruimte met een lamp

Slide 24 - Quiz

Wat is een stroboscooplamp:
A
Een flitser
B
Apparaat dat met regelmatige tussenpozen een lichtflits geeft.

Slide 25 - Quiz

Hoofstukopbouw 'Bewegen'
1. Bewegingen vastleggen
2. Gemiddelde snelheid
3. Soorten bewegingen
4. Remmen en Botsen
Alle plusopdrachten maken en diagnostische toets
Toets

Slide 26 - Diapositive

Doelen bs 3 Soorten bewegingen
  1. Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een beweging met constante snelheid, een versnelde beweging en een vertraagde beweging. 
  2. Bij een constante snelheid kan je de snelheid berekenen. 
  3. Je kunt aan een grafiek zien om welke snelheid het gaat; versnelde, constante of vertraagde.

Slide 27 - Diapositive

Doel: Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een beweging met constante snelheid, een versnelde beweging en een vertraagde beweging. 

Slide 28 - Diapositive

begrippen
versnelde beweging: zijn snelheid wordt sneller. De afstand wordt steeds groter. 

Slide 29 - Diapositive

begrippen
constante beweging: zijn snelheid blijft hetzelfde. De afstand blijft even groot. 

Slide 30 - Diapositive

begrippen
vertraagde beweging: zijn snelheid wordt langzamer. De afstand wordt minder groot (steeds kleiner). 

Slide 31 - Diapositive

Noem eens een situatie wanneer je snelheid vertraagd?

Slide 32 - Question ouverte

Noem eens een situatie wanneer je snelheid versneld?

Slide 33 - Question ouverte

Doel: Bij een constante snelheid kan je de snelheid berekenen. 
Je ziet in de grafiek dat iemand na 
5 sec 3 m heeft afgelegd. 
gegevens: 
afstand = 3 meter
tijd = 5 seconden
snelheid = afstand : tijd = 3 : 5 = 0.6 m/s
Hoeveel is dat in km/h??
0.6 x 3,6 = 2.16 km/h

Slide 34 - Diapositive

Welke beweging is in
deze grafiek te zien?
A
Vertraagde
B
versnelde
C
constante

Slide 35 - Quiz

Welke beweging is in
deze grafiek te zien?
A
Vertraagde
B
versnelde
C
constante

Slide 36 - Quiz

Welke beweging is in
deze grafiek te zien?
A
Vertraagde
B
versnelde
C
constante

Slide 37 - Quiz

Welke beweging is in
deze grafiek te zien?
A
Vertraagde
B
versnelde
C
constante

Slide 38 - Quiz

Doelen bs 3 Soorten bewegingen
  1. Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een beweging met constante snelheid, een versnelde beweging en een vertraagde beweging. 
  2. Bij een constante snelheid kan je de snelheid berekenen. 
  3. Je kunt aan een grafiek zien om welke snelheid het gaat; versnelde, constante of vertraagde.

Slide 39 - Diapositive

Aan de slag
Huiswerk: lezen en maken blz 33 - 37
opdr 1 - 13
Beschrijf uitgebreid de opdrachten. 
Kijk alvast even of je alle opdrachten snapt. Nu kan je het vragen, vanavond thuis niet meer. 
Klaar: online Test jezelf

Slide 40 - Diapositive

Bedankt!
En succes met je huiswerk. 

Slide 41 - Diapositive