test je kennis van de Verlichting

Wat hoort bij welke stand?
1e stand
2e stand
3e stand
Adel
Belasting betalen
Geestelijken
Leiding geven aan het leger.
Wonen in kastelen en betalen geen belasting.
Mis voordragen in de kerk.
Hebben kloosters en veel grond.
Boeren en burgers
Herendiensten verrichten

Rijke mensen, middenstanders en arme mensen.

98% van de bevolking
1 / 24
suivant
Slide 1: Question de remorquage
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat hoort bij welke stand?
1e stand
2e stand
3e stand
Adel
Belasting betalen
Geestelijken
Leiding geven aan het leger.
Wonen in kastelen en betalen geen belasting.
Mis voordragen in de kerk.
Hebben kloosters en veel grond.
Boeren en burgers
Herendiensten verrichten

Rijke mensen, middenstanders en arme mensen.

98% van de bevolking

Slide 1 - Question de remorquage

De tijd van Pruiken en Revoluties

Herhaling van de voorgaande les 

Slide 2 - Diapositive

De tijd van Pruiken en Revoluties
1700-1800

Slide 3 - Diapositive

De pruikentijd
Leerdoelen
1. Je weet hoe het ging met de Nederlandse economie.
2. Je weet welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk.
3. Je weet hoe de verlichting zorgde voor een andere manier van denken.
4. welke kritiek er was op de samenleving.

Kenmerk: de Verlichting

Slide 4 - Diapositive

1. De Nederlandse economie
Tijdens de Gouden eeuw verdienden Amsterdamse handelaren
 veel geld.

Tussen Utrecht en Amsterdam staan langs de rivier de Vecht veel mooie oude huizen met prachtige tuinen.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

1. De Nederlandse economie
Door de Gouden Eeuw zijn er in de 18e eeuw veel rijke handelen in Nederland

Toch gaat de economie heel erg achteruit: de nijverheid gaat slechter en de VOC maakt steeds minder winst, werkloosheid groeit.

Geldbanken doen het wel goed: rijke mensen lenen geld aan de bank tegen een rente

Rijke mannen droegen een pruik!

Slide 7 - Diapositive

2. Franse sociale verhoudingen
De handel bloeit in de havens van FRA
Maar: er is ook grote armoede onder boeren en arbeiders

Standenmaatschappij: maatschappij waarin de bevolking is verdeeld in standen met eigen rechten en plichten


1e en 2e stand hebben meer privileges:
- Ze betalen minder belasting
- Boeren met pacht betalen aan hun heer

Slide 8 - Diapositive

1e stand
2e stand
3e stand
Adel
Geesteijken
Boeren en burgers

Slide 9 - Question de remorquage

Leg uit wat de tekenaar hiermee bedoeld zou hebben.
Een spotprent uit 1789
over de drie standen. Onder de
prent staat: ‘Men mag hopen
dat dit spel binnenkort voorbij
zal zijn.’

Slide 10 - Question ouverte

De Franse standensamenleving

Nederland verloor zijn economische voorsprong aan Engeland, Schotland en Frankrijk.
Rond Parijs ontstonden enorme bedrijven die textiel, wapens of luxe goederen maakten. De landbouw bleef wel het grootste middel van bestaan in Frankrijk. Veel boeren gingen gebukt onder de verplichtingen van de lokale adel. Frankrijk had een standensamenleving.

Er waren enorme verschillen tussen de eerste, tweede en de derde stand (adel, geestelijkheid en boeren/burgers)
Driekwart van alle belastingen waren indirecte belastingen die voornamelijk werden betaald door de derde stand. Hierdoor leden de derde stand het meest van de hoge staatsuitgaven.

Terwijl de adel en de geestelijkheid vrijgesteld zijn van belastingen, zijn het vooral de boeren die de zwaarste lasten moeten dragen. (Ets, 18de eeuw, auteur onbekend)

Slide 11 - Diapositive

De Verlichters en politiek I
Verlichters
  • Een koning is er voor het volk
  • Het volk mag een slechte koning afzetten
  • De echte macht ligt bij het volk

Gevolg
  • Tegen absolutisme
  • Vóór democratie

Slide 12 - Diapositive

De Verlichters en politiek II
John Locke (Eng. 1632-1704)
Niet god, maar het volk geeft de koning macht en zij mogen een slechte koning afzetten.

Charles de Montesquieu (Fr. 1689-1755)
Trias Politica, de scheiding der machten


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Trias Politica 
Wetgevende macht 
Uitvoerende macht 
Rechtelijke macht 

Slide 16 - Question de remorquage

De Verlichters en het geloof
Verlichters
  • God heeft de aarde gemaakt, maar grijpt niet in.
  • Er is niet 1 waar geloof

Gevolg
  • Vóór godsdienstvrijheid
  • Tegen een grote invloed van de kerk
Voltaire. (Fr.1694-1778)

Slide 17 - Diapositive

"Er moet een gemeensch-appelijke karakter van de staat komen, die doormiddel van een “sociaal contract” tussen het volk en de bestuurder(s) georganiseerd moet worden."
"In de politiek zijn er drie machten aanwezig( de rechtelijke, de uitvoerende en wetgevende macht) die gescheiden van elkaar moeten worden uitgevoerd om zo machts-misbruik te voorkomen.
"God is een horlogemaker die de wereld in gang heeft gezet en zich daarna niet meer met de aarde bemoeit."
Tekst
Voltaire                                   Locke                                Montesquieu

Slide 18 - Question de remorquage

Mensen hadden veel wetenschappelijke ontdekkingen en uitvindingen gedaan
A
Oorzaak van de verlichting
B
Gevolg van de verlichting

Slide 19 - Quiz

Mensen kregen andere ideeën over godsdienst
A
Oorzaak van de verlichting
B
Gevolg van de verlichting

Slide 20 - Quiz

Zet de uitspraken in de juiste kolom
Een idee vóór de verlichting
Een idee van de verlichte denkers
Alle gebeurtenissen in het leven kun je logisch uitleggen
In Frankrijk moet iedereen een katholiek zijn
God regelt alles wat in het leven van mensen gebeurt
In Frankrijk moeten mensen zelf bepalen wat ze geloven

Slide 21 - Question de remorquage

Waren de verlichters hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godssdienst
Ongelijkheid

Slide 22 - Question de remorquage

Horen de uitspraken van absolute vorsten of verlichte denkers?
Absolute vorsten
Verlichte denkers
Als bestuurders slecht besturen, moeten ze vervangen worden
Elke staat moet een grondwet hebben
De macht moet verdeeld zijn tussen de regering, het parlement en de rechters
Een koning hoeft zijn besluiten niet uit te leggen
Iedereen moet zich aan de wet houden
Mensen hebben mensenrechten
Koningen hebben hun macht van het volk gekregen
Koningen hebben hun macht van God gekregen

Slide 23 - Question de remorquage

Slide 24 - Vidéo