Werknemerschap en recht Les 9,10,11

• Beroepsorientatie
• MBO
• Studiejaar 1

Les 4

Les 9,10 en 11

Aanwezigheidsregistratie

Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Programma

1. AWR 

2. Lesdoelen

3. Terugblikken

4. Quiz

Deel 1: 90 min

5 min. Welkom en AWR

5 min. Jezelf voorstellen (als je een nieuwe klas hebt)

2 min. lesdoelen

8 min. Energizer

5 min opbouw vak

5 min uitleg eindopdracht/ leeractiviteiten

5 min voorkennis check vragen

20 min Leeractiviteit 1

20 min Leeractiviteit 3

5 minuten afsluiting

80 min. totaal

Verwachtingen 

• Niet eten en drinken (uitzondering flessen) in de klas
• Toilet? Eerst vragen
• Telefoon weg stoppen
• Leermiddelen in orde 
• Beroepshouding correct
• Feedback over de lessen is altijd welkom

--> Zonder waarschuwing wordt je eruit gestuurd! Geen gemaar, geen excuus en geen discussie...

Aan het einde van de lessen kun je

- het verschil benoemen tussen een recht en een wet.

- omschrijven van het Internationaal en Europees recht inhoud.

- de theorie uit de les koppelen aan de eindopdracht/ rubric van werknemerschap en recht.

Recht

In verband met wetgeving kun je recht omschrijven als het geheel van rechtsregels en rechtsgewoonten. 

Het toepassen van recht moet leiden tot eerlijkheid en billijkheid. Niet voor niets is het begrip rechtvaardigheid ervan afgeleid. 

Rechtvaardigheid wil zeggen dat je krijgt waar je recht op hebt. Recht bepaalt wat je mag doen en niet mag doen, wat je mag bezitten en wat je mag vragen van anderen.

Laat de studenten het woord billijkheid googlen

Niet elk recht in wet

Niet alles wat te maken heeft met recht is geregeld in wetten. Bij veel overeenkomsten is sprake van regels en afspraken die op zichzelf niet in de wet zijn vastgelegd. 

Zo is in de wet vastgelegd wat het minimumaantal vakantiedagen is en dat de werknemer in principe zelf bepaalt wanneer hij die dagen opneemt.  Of denk aan de rol van een scheidsrechter.

Niet alles wat te maken heeft met recht is geregeld in wetten. Bij veel overeenkomsten is sprake van regels en afspraken die op zichzelf niet in de wet zijn vastgelegd. Zo is in de wet vastgelegd wat het minimumaantal vakantiedagen is en dat de werknemer in principe zelf bepaalt wanneer hij die dagen opneemt. Voor veel organisaties leidt dit tot onwerkbare situaties. Daarom kunnen in een (collectieve arbeids)overeenkomst of in een aparte overeenkomst tussen werkgever en ondernemingsraad aparte regels worden vastgelegd voor het opnemen van vakantiedagen. Die afspraken zijn dan niet in een wet vastgelegd maar wel bindend voor werkgever en werknemers.

Wetten

Een wet is door de hoogste staatsmacht vastgestelde en met gezag gehandhaafde geheel van voorschriften en regels voor het maatschappelijk leven. 

In Nederland bestaat de hoogste staatsmacht uit de regering samen met de Eerste en de Tweede Kamer.

Wetten zijn een hulpmiddel met twee belangrijke functies:

- inrichten en ordenen van de samenleving

- bevorderen van gelijkheid.

Een wet is volgens Van Dale het door de hoogste staatsmacht vastgestelde en met gezag gehandhaafde geheel van voorschriften en regels voor het maatschappelijk leven. In Nederland bestaat de hoogste staatsmacht uit de regering samen met de Eerste en de Tweede Kamer.

De overheid maakt niet zomaar een nieuwe wet omdat het weer eens tijd wordt voor iets nieuws. Wetgeving is geen doel op zich. Wetten zijn een hulpmiddel met twee belangrijke functies:

inrichten en ordenen van de samenleving

bevorderen van gelijkheid.

Wetten bepalen hoe de staat is ingericht. Ze bepalen hoe iedereen zich ten opzichte van elkaar hoort te gedragen. Overheid naar burgers en omgekeerd, burgers onderling, burgers naar bedrijven en organisaties en omgekeerd. Wetgeving bevordert gelijkheid omdat de wet voor iedereen gelijk wordt toegepast ongeacht overtuiging, achtergrond, arm of rijk enzovoort.

Hiërarchie in recht

Landen verschillen onderling in bijvoorbeeld waarden en normen die ze voor hun eigen samenleving belangrijk vinden, politieke keuzes, het belang van religie en democratie of dictatuur. Daarom zijn er tussen landen verschillen in wetten en het rechtssysteem. 

Maar in het recht geldt wel een bepaalde hiërarchie:

- Internationaal recht, wereldwijd,

- Europees recht,

- Landenrecht.

Aan de slag! Professional in de MZ Thema 4.1. t/m 4.4 

 In 5 groepjes - 1 onderdeel - 5xW en 1xH - Kort presenteren!

- Internationaal recht, wereldwijd

1. Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
   
2. VN-Kinderrechtenverdrag
   
3. VN-Verdrag Handicap

- Europees recht

1. Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
2. Aanbestedingsregels (ook in de zorg en welzijn)

- Landenrecht

Hier gaan we de volgende les mee aan de slag!

Presenteren! 

Vertel aan de hand van 5xW en 1xH iets over 

- Internationaal recht, wereldwijd

1. Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
   
2. VN-Kinderrechtenverdrag
   
3. VN-Verdrag Handicap

- Europees recht

1. Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
2. Aanbestedingsregels (ook in de zorg en welzijn)

(bewaar je aantekeningen)

Afsluiting

Huiswerk:

Ga gelijk aan de slag met het uitwerken van de recht en wetten.

Noteer wat je nu weet van het Internationale recht en het Europese recht!

Gebruik: Professional in de MZ Thema 4.1. t/m 4.4

Check de rubric om te kijken wat je precies moet omschrijven voor de eindopdracht!

De volgende les volgt het laatste stukje van werknemerschap en recht!

Wat heb jij vandaag geleerd?

Werknemerschap en recht

Lesweek 7: Les 10 Wet- en regelgeving (vervolg)

Programma- deel 1

1. AWR, Welkom - 

2. Lesdoelen

3. Terugblik vorige les/ eventueel presentaties

4. AVG (theorie en opdracht) 

5. Belangrijke wetten - opdracht 

6. Afsluiter

7. Check up lesdoelen, afsluiten les 

90 min

1. AWR, Welkom- 7 min 

2. Lesdoelen- 3 min 

3. Terugblik vorige les/ eventueel presentaties zie onderstaande opties: 
Optie 1 - 5x 6 min- 30 min 
Optie 2- quiz vragen- 10 min + uitwisselen van de aantekeningen en bespreken (herhalen) 20 min - totaal 30 min 

4. AVG (theorie + vraag) 20 min 

5. Belangrijke wetten - opdracht- 20 

6. Afsluiter - 5 min 

7. Check up lesdoelen, afsluiten les- 5 min 

Lesdoelen

Aan het einde van de lessen  kun jij :

• Uitleggen in eigen woorden wat er onder de AVG wet verstaat 
• Uitleggen in eigen woorden wat de overgang van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving betekent
• De uitgangspunten van de volgende zorgwetten: AVG, WLZ, KWZ, WMO en WZD en ZZP.

Optie 1 - Terugblik

Studenten presenteren/ pitchen kort opdracht uit vorige les . De aantekeningen hiervan plaatsen ze in de klassenmap op teams - leren van en met elkaar  (5 min per groepje) 
Internationaal recht, wereldwijd

-Universele Verklaring van de Rechten
van de Mens

-VN-Kinderrechtenverdrag

-VN-Verdrag Handicap

Europees recht

Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens

Aanbestedingsregels (ook in de zorg en welzijn)

Vragen: 
 - WAT houdt het recht in? 

- Voor WIE is het recht bedoelt? 

- WAAR geldt dit recht? 

- WANNEER geldt dit recht? 

- WAAROM is het recht bedacht (aanleiding)? 

- HOE wordt dit recht uitgevoerd (geef een voorbeeld)?

Kijk even voor welke optie je kiest. 
Optie 1- Als je nog niet toe bent gekomen aan het presenteren van de presentaties- geef de studenten 5 min per groepje om kort deze vragen te beantwoorden 

Laat ze de aantekeningen/presentatie op teams plaatsen in de klassenmap zodat de andere studenten dit kunnen teruglezen. 

Terugblik optie 2.1 

De groepjes herhalen nog een keer kort wat ze de vorige les hebben uitgelegd. De docent stelt vragen. 
Internationaal recht, wereldwijd

-Universele Verklaring van de Rechten

van de Mens

-VN-Kinderrechtenverdrag 

-VN-Verdrag Handicap

Europees recht

Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens

Aanbestedingsregels (ook in de zorg en welzijn)

Optie 2 - Terugblik- kennischeck

Welke twee belangrijke functies hebben wetten? Kies het meest juiste antwoord

1. 1. Orde houden in samenleving 2. gedrag kunnen hanteren
2. 1. Inrichten en ordenen van samenleving 2. gelijkheid bevorderen
3. 1. Inrichten en ordenen van samenleving 2. zelfbeschikkingsrecht vergroten
4. 1. Orde houden in samenleving 2 Belonen en straffen

Er is in het rechtssysteem sprake van een bepaalde hiërarchie. Kun je de drie stappen/levels opnoemen. Wat staat er bovenaan de hiërarchie?

Hiërarchie 
1. Internationaal recht (VN verdrag kinderrecht etc
2. EU recht - bijv. AVG en afspraken over doelen met thema's als klimaat

3. Nederlands recht (landenrecht)- WZD, 
WLZ, Jeugdwet, ARBO Wet etc 

''Niet elk recht is een wet''
klopt deze uitspraak?
Ligt mondeling toe aan docent

1. Ja deze uitspraak klopt
2. Nee deze uitspraak klopt niet

In de wet is bijv vastgelegd wat het minimum aantal vakantiedagen is en dat werknemer deze zelf mag opnemen. 
Echter is dit onwerkbaar dus hoe dit dan wordt ingevuld wordt vaak vastgelegd in een CAO/ contract tussen werkgevers en werknemers. 

Theoretische gedeelte

Verzorgingsstaat naar participatiesamenleving 

• Na de tweede wereldoorlog (1950) ontstaat de verzorgingsstaat. Een verzorgingsstaat is een staat waarin de overheid verantwoordelijk is voor het welzijn van de burgers.  
  ''Zorgen voor'' 
• in 2013-2015- start participatiesamenleving: Er komt veel meer focus op eigen kracht en zelfredzaamheid van burgers. Burgers hebben naast recht op zorg en andere voorzieningen ook de plicht om voor zichzelf op te komen en hun omgeving. (participatiewet, WMO etc) 
  ''Zorgen met'' 
  
  Takenpakket wordt meer neergelegd bij gemeente op het gebied van : jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en arbeidsparticipatie.
                                                                               Boek: Professional in de maatschappelijke zorg, thema 1 

Verzorgingsstaat naar participatiesamenleving 

Door de participatiesamenleving- bijv ook de ontwikkeling: Wijkteams 
Een team met professionals met een aandachtsgebied. 

Vraag:
We gaan zo naar een filmfragment kijken van AVG en er wordt uitgelegd wat de inhoud.
Kijk eens of jij de koppeling kan maken waarom juist in een participatiesamenleving en de decentralisatie van de zorg de AVG belangrijker dan ooit is. 

Kun je aan het einde van de dia AVG instellingen dit uitleggen?? 

Lees jezelf goed in als je hier nog niet veel vanaf weet. En behandel de highlights met de studenten. 
Thema 1 ''Professional maatschappelijke zorg'' 

AVG en instellingen 

Om cliënten en medewerkers te beschermen zijn er een aantal regels en verplichtingen voor instellingen binnen de zorg. 

• Bewijsplicht - instellingen moeten kunnen laten zien dat ze AVG hanteren 
• Streng gegevensbeheer - privacyreglement of privacy verklaring. Instellingen leggen vast hoe ze omgaan met de informatie. 
• Expliciete toestemming gegevensgebruik -delen en opslaan - expliciet toestemming nodig
• Verwerkingsovereenkomst sluiten - afspraken met externe bedrijven (denk aan ICT)
• Aanstelling functionaris gegevensbescherming  - adviseur/toezichthouder AVG in instelling 
• Een periodieke risico-analyse uitvoeren - een keer in zoveel tijd controle doen en bijstellen   Boek: Professional maatschappelijke zorg -Thema 4.5 

Na het behandelen van deze dia kun je terugkomen op de voorgaande vraag. 
Maak een duidelijke koppeling voor de student met participatiemaatschappij en AVG. Gericht op zelfstandigheid en zelfbeschikking van cliënt waarom is de AVG wet zo belangrijk! 

Wetten maatschappelijke zorg- opdracht 

1. Opdracht- Pak je boek erbij ''Professional in de maatschappelijke zorg'' Thema 5

2. Ga individueel of in tweetallen (fluisterend) in het boek de volgende wetten
 opzoeken. Lees de tekst in stilte en schrijf in eigen woorden op
wat deze wetten betekenen. 
AVG, WLZ, KWZ, WMO en WZD en ZZP.

3. Schrijf deze wetten ook op in je woordenboek/ schrift. Dit kun je ook gebruiken voor je eindopdracht! Ben je nog niet klaar?--> zelfstudie uren (woensdag)
4. De docent checkt hoever eenieder is en loopt ondertussen rond 

5. Tijd? nabespreken. 

Afsluiter

Opdracht: Bliksemschichten door de leeropbrengst

Jullie hebben 5 min de tijd om zoveel mogelijk termen/woorden uit 

de les te verzamelen dit doen we door bliksemschichten (dus een woord en een beurt geven aan iemand anders).  Iedereen moet aan de beurt zijn geweest. Verdeel je tijd dus goed! 
Je mag niet hetzelfde woord/term/begrip zeggen als je voorganger. 

De docent verzamelt alle woorden (schrijft mee) en loopt na deze vijf minuten

alle woorden door aan de hand van de lesdoelen (volgende dia) 

Je zet de timer aan en begint bij een student. deze wijst iemand aan en zegt een begrip enz enz totdat de gehele klas aan de beurt is geweest. 

Tot de volgende les! 

Heb je volgende les kerstviering/jaarafsluiting met de klas dan adviseren we je om zelfstandig de les, deel 2, door

te nemen voor je eindopdracht! 
Dit kan je helpen! 

Lesdoelen- Check 

De docent zal aan de klas de termen/ bevragen. 
En checkt daarna onderstaande lesdoelen. 

Aan het einde van de lessen  kun jij :

• Uitleggen in eigen woorden wat er onder de AVG wet verstaat 
• Uitleggen in eigen woorden wat de overgang van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving betekent
• De uitgangspunten van de volgende zorgwetten: AVG, WLZ, KWZ, WMO en WZD en ZZP.

Deel 2

90 min

5 min. Welkom en AWR

3 min. Programma

3 min. Energizer

2 min. lesdoelen

7 min. terugblik

15 min; Theorie

20 min; opdracht

25 min; presentaties

Afsluiting: Vragen?

80 min. totaal

Programma-deel 2

1. AWR, Welkom

2. Lesdoelen

3. Terugblik, herhaling 

4. Protocol, regels en richtlijnen 

5. Zelfstandig aan de slag met verwerkingsopdrachten

7. Afsluiting 
Boek Professional in de maatschappelijke zorg

Deze les is vooral zelfstandig ingericht omdat veel lessen volgende week uitvallen. Dit geldt dus alleen voor de klassen die twee keer les hebben. 

De overige klassen adviseer hen om zelfstandig de stof eigen te maken door deze les door te nemen in zelfstudie. 

Wat weet jij nog
van de les over AVG?

Lesdoelen

Aan het einde van de lessen  kun je (door middel van de verwerkingsopdrachten)

• Uitleggen in eigen woorden wat er onder de AVG wet verstaat 
• De uitgangspunten van de volgende zorgwetten uitleggen in eigen woorden: AVG, WLZ, KWZ, WMO en WZD en ZZP.
• Het verschil tussen protocol, regel en richtlijn uitleggen 
  
  Daarnaast kun je door middel van de verwerkingsopdrachten niet alleen 
  bovenstaande lesdoelen uitleggen maar ook kun je de begrippen herkennen en 
  kun je het geleerde toepassen in casuïstiek. 

Protocol, regel, richtlijn in organisaties

Protocol: 
Document met vastgelegde instructies/ handelingen die je moet uit te voeren in een specifieke werksituatie. De stappen in het protocol zijn niet vrijblijvend en er mag dus niet vanaf geweken worden. Denk aan: protocol voor brand, protocol bij agressie/onveiligheid. 
Richtlijn: 
Document met aanbevelingen gericht op het verbeteren van kwaliteit. Richtlijnen vertellen iets over wat wenselijk is. Bijv. richtlijnen in de organisatie hoe er met elkaar gecommuniceerd wordt. 

Regel: Afspraken onderling. Regels zijn zachter en minder streng dan protocollen. Ze zijn meer gericht op de mens dan op de officiële werkprocessen. 

Zelfstandig werken 

Pak je boek/licentie erbij en ga aan de slag met onderstaande opdrachten: 

• Angerenstein: Professional in de MZ Thema 4.5. & Thema 5.1

Angerenstein verwerkings-opdrachten:
Opwarmen en oriënteren: 1 & 2 en  Analyseren en toepassen, opdracht 7

• Angerenstein: Professional in de MZ Thema 8

Angerenstein verwerkingsopdrachten:
Weten en begrijpen: 3 t/m 7 

Opwarmen en oriënteren: 1 & 2

Analyseren en toepassen: 6 t/m 10

Lesdoelen check voor jezelf! 

Aan het einde van de lessen  kun je (door middel van de verwerkingsopdrachten)

• Uitleggen in eigen woorden wat er onder de AVG wet verstaat 
• De uitgangspunten van de volgende zorgwetten uitleggen in eigen woorden: AVG, WLZ, KWZ, WMO en WZD en ZZP.
• Het verschil tussen protocol, regel en richtlijn uitleggen 
  
  Daarnaast kun je door middel van de verwerkingsopdrachten niet alleen 
  bovenstaande lesdoelen uitleggen maar ook kun je de begrippen herkennen en 
  kun je het geleerde toepassen in casuïstiek.