Wat:
Ga aan de slag met opdracht 10 (blz. 23)
Hoe:
Je werkt samen met je buurman of buurvrouw als je naast iemand zit.
Klaar:
Pak je boek uit de kast en ga even lezen.
Heb je de opdrachten af, dan
kijk je ze na.
Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht
rood: stil!
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau
Voor deze opdracht overleg je zachtjes met je buurman of buurvrouw.
groen: fluisterniveau
Kom je er zelf echt niet uit overleg dan met je buurman/buurvrouw of vraag het de docent .