SO elementen en moleculen V3

SO elementen en moleculen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

SO elementen en moleculen

Slide 1 - Diapositive

Hoe werkt het?

Je volgt deze LessopUp als toets. Voer de antwoorden zorgvuldig in en let op de hoofdletters en kleine letters. Je mag de getallen in de moleculen, bijvoorbeeld bij H2O gewoon groot er tussen zetten.

Slide 2 - Diapositive

Geef de formule van het atoom:
IJzer

Slide 3 - Question ouverte

Geef de formule van het atoom:
Helium

Slide 4 - Question ouverte

Geef de formule van het atoom:
Zwavel

Slide 5 - Question ouverte

Sleepvraag?
Welke molecuulformule hoort bij welke pictogram?
CH4
CO2
NH3
HCl

Slide 6 - Question de remorquage

Toetsoefening
Wat is de molecuulformule van glucose?
6
12
6
C
H
O

Slide 7 - Question de remorquage

Combineer de naam met de molecuulformule.
glucose
glucose
waterstofperoxide
methaan
Ammoniak
C2H6O
NH3
C6H12O6
SO2
H2O2
C6H12O6
CH4

Slide 8 - Question de remorquage

Geef de formule van het atoom:
Koper

Slide 9 - Question ouverte

waterstofgas

Slide 10 - Question ouverte

Geef de formule van het atoom:
Koolstof

Slide 11 - Question ouverte

Geef de formule van het atoom:
Lood

Slide 12 - Question ouverte

Geef de formule van het atoom:
Waterstof

Slide 13 - Question ouverte

Calcium
Ijzer
goud
Chloor
Broom
Koper

Slide 14 - Question de remorquage

NaOH
Deze moet je bijvoorbeeld WEL uit je hoofd kennen!
H2O2
NO3
NH3
NH4
PO4
HAc
Ammoniak
Fosfaat
Azijnzuur
Ammonium
Nitraat
Waterstofperoxide
Natronloog

Slide 15 - Question de remorquage

Geef de formule van het molecuul:
Koolstofmono-oxide

Slide 16 - Question ouverte

Geef de formule van het molecuul:
zwaveldioxide

Slide 17 - Question ouverte

chloorgas

Slide 18 - Question ouverte

Geef de formule van het molecuul:
Methaan

Slide 19 - Question ouverte

Welke naam hoort bij het symbool:
Hg

Slide 20 - Question ouverte

Welke naam hoort bij het symbool:
Ag

Slide 21 - Question ouverte

griekse telwoord voor 4

Slide 22 - Question ouverte

Welke naam hoort bij het symbool:
O

Slide 23 - Question ouverte

Welke naam hoort bij het symbool:
P

Slide 24 - Question ouverte

Welke naam hoort bij het symbool:
N

Slide 25 - Question ouverte

Welke naam hoort bij het symbool:
Au

Slide 26 - Question ouverte

Welke naam hoort bij het symbool:
Br

Slide 27 - Question ouverte

Welke naam hoort bij het symbool:
Mg

Slide 28 - Question ouverte

Welke naam hoort bij het symbool:
CO2

Slide 29 - Question ouverte

Welke naam hoort bij het symbool:
NO2

Slide 30 - Question ouverte