H8.1 Verbrandingen

H8 verbrandingen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H8 verbrandingen

Slide 1 - Diapositive

Verbranden!

Slide 2 - Carte mentale

Herhaling uit 3e
Vuur is een natuurkundig verschijnsel.
Verbranden is een reactie met de stof zuurstof.
Er zijn drie voorwaarden voor nodig namelijk: 1........ 2...... 3.......

Slide 3 - Diapositive

Welke drie voorwaarden zijn er voor verbrandingen nodig?
A
Warmte, lucht, zuurstof
B
Vuur, warmte, Brandstof
C
Vlammen, rook, warmte
D
Brandstof, zuurstof, warmte

Slide 4 - Quiz

3 brandvoorwaarden
  1. brandstof (=meestal stof die bij verbranding veel energie levert)
  2. zuurstof= 21 vol % van de lucht  (de rest vooral stikstof 78 vol %)
  3. ontbrandingstemperatuur = stofeigenschap
Blussen =minstens 1 van de 3 brandvoorwaarden weg halen  
Onthoud: bij blussen met water verdampt het water (daarvoor is veel warmte nodig)-->  brandstof koelt af tot onder de ontbrandingstemperatuur!

Slide 5 - Diapositive

 Fossiele brandstof = ontstaan uit resten van planten en dieren
  • bestaan voornamelijk uit koolwaterstofverbindingen CxHy
  • moleculen die in ieder geval koolstof- en waterstofatomen bevatten
  • bij volledige verbranding ontstaat dus altijd CO2(g) en H2O(l) 
  • fossiele brandstoffen zijn niet hernieuwbaar en zorgen o.a. voor versterkt broeikaseffect

Slide 6 - Diapositive

reactieverschijnselen bij snelle verbranding 
 ontstaan van:
  1. warmte
  2. vlammen =brandend gas
  3. soms rook(= gas +vaste deeltjes 
  4. soms vonken(=vaste gloeiende deeltjes)
  5. vaak as

Slide 7 - Diapositive

langzame verbrandingen
(ontstaat géén vlam wel warmte)
  • b.v. verteren van voedsel of het oxideren van metalen 
  • Algemene notatie van verbrandingen:
    brandstof + zuurstof--> verbrandingsproduct(en)
  • verbrandingsproducten zijn oxides (verbindingen met zuurstof)

Slide 8 - Diapositive

Oliebrand wordt vaak geblust
met behulp van explosieven
  • explosie = hele snelle verbranding
  • er ontstaan in korte tijd veel gassen -->
  1. er wordt tijdelijk zuurstof weggehaald
  2. brandstof wordt verspreid 
  3. brandstof koelt daardoor af tot onder ontbrandingstemperatuur

    dus alle 3 de brandvoorwaarden weggehaald 

Slide 9 - Diapositive

  

soort brandstof
A: vaste stoffen (hout, meubels)
B: vloeistoffen (benzine+ diesel)
C: gassen (aardgas)
D: metalen (natrium/ magnesium)
F: vetten (frituurvet)



geschikt blusmiddel
water, poeder, schuim, evt zand
koolstofdioxide, poeder, schuim
koolstofdioxide, poeder,
soms koolstofdioxide of poeder,
schuim of blusdeken
Elke brandstof zijn eigen blusmiddel (vijf categorieën) 

Slide 10 - Diapositive

opdracht in groepjes van twee
geef de kloppende  reactievergelijking bij de volgende situaties 
  1. bij de verbranding van waterstof wordt er waterdamp gevormd.
  2. Bij het roesten van ijzer ontstaat ijzeroxide met de formule Fe2O3

Slide 11 - Diapositive

upload hier jullie uitwerkingen

Slide 12 - Question ouverte

verbranding van waterstof
  1. waterstof + zuurstof --> waterdamp
  2.     
H2(g)+O2(g)>H2O(g)
2H2(g)+O2(g)>2H2O(g)

Slide 13 - Diapositive

bij het roesten van ijzer onstaat ijzeroxide Fe2O3
  1. ijzer + zuurstof --> ijzeroxide    
  2.  
Fe(s)+O2(g)>Fe2O3(s)
4Fe(s)+3O2(g)>2Fe2O3(s)

Slide 14 - Diapositive

Nu
  • Maken opgaven bij 8.1
  • Mensen die moeite hebben met Reactie Vergelijkingen (RV) kloppend maken naar voren.

Slide 15 - Diapositive