Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 2
Thuis en buitenshuis
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Herhalen Hoofdstuk 2
Zelf aan de slag !
Slide 2 - Diapositive
Behoefte
Consumeren
Produceren
Het gemis van iets wat je graag wilt hebben of doen.
Een behoefte vervullen.
Iets doen of maken voor het vervullen van een behoefte.
Slide 3 - Question de remorquage
Consumeren wordt beperkt door:
A
gebrek aan tijd
B
gebrek aan geld
C
A en B zijn goed
Slide 4 - Quiz
Rond af op 2 decimalen. 83, 44389
Slide 5 - Question ouverte
Dani laat haar haar verven door de kapper. Dat kost € 34,50 . Zij kan ook bij de drogist een doe-het-zelfpakket kopen voor € 11,50. Voor de rest heeft zij alle middelen in huis. Wat is de waarde van de productie thuis?
Slide 6 - Question ouverte
We kennen drie productiefactoren. Welke hoort er niet bij?
A
Kapitaal goederen
B
Grondstoffen
C
Natuur
D
Arbeid
Slide 7 - Quiz
De natuur levert ....
A
grondstoffen
B
energie
C
grondstoffen en energie
Slide 8 - Quiz
Productie die geen milieuproblemen in de toekomst oplevert heet duurzame productie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Maatschappelijk kosten zijn de
A
Nadelen van de productie in de samenleving
B
Nadelen van de consumptie in de samenleving
C
Nadelen van de productie en consumptie voor de samenleving.
Slide 10 - Quiz
Welk begrip hoort op de plek van de rode vlek
Slide 11 - Question ouverte
Hoeveel uur werkt Nora meer dan Elmer?
A
18
B
6
C
9
D
24
Slide 12 - Quiz
Hoeveel % van de uitgaven is voor ontspanning?
Slide 13 - Question ouverte
€ 16,90 per maand = .......€ per week Geef je berekening
Slide 14 - Question ouverte
€ 9,75 per maand = ........€ per dag Geefje berekening