Herhalen hoofdstuk 3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Herhalen hoofdstuk 3

Welkom!

Lesdoel: Herhalen hoofdstuk 3

Wat weten jullie nog?

Bespreken opdrachten

Krediet is een ander woord voor??

1. Lening
2. Salaris
3. Rente
4. Goederen

Welke redenen kun je hebben om geld te lenen?

1. tijdelijk geldtekort
2. aankoop van een gebruiksgoed
3. aankoop van een woning
4. alle 3 antwoorden zijn juist

Bij welke kredietvorm mag je het afgeloste bedrag steeds weer opnieuw lenen?

1. Hypotheek
2. Salariskrediet
3. Persoonlijke lening
4. Doorlopend krediet

Wat is geen vorm van inkomen?

1. Bezit
2. Loon
3. Lenen
4. Overdracht

Je kunt verschillende redenen hebben om te lenen. Dit noem je ...

1. Leenredenen
2. Leenmotivatie
3. Leenmotieven
4. Lening

Geld lenen kost geld!
Hoe noem je deze kosten?

1. Leenkosten
2. Kredietkosten
3. Rente
4. Aflossing

Wat is een hypothecaire lening?

1. Lening voor de koop van een huis
2. Lening voor de koop van een auto
3. Lening voor de koop van een nieuwe bank
4. Lening voor de koop van een nieuwe ps4

Een ander woord voor geld sparen is ...

1. Budgetteren
2. Inflatie
3. Reserveren
4. Koopkracht

Wat is geen reden om te sparen?

1. uit voorzorg
2. voor een doel
3. voor de rente
4. om geld te lenen

Hoe heet de beloning voor sparen bij een bank?

1. rente
2. gift
3. boete
4. opname

Het voordeel van beleggen in vergelijking met sparen is dat:

1. Je altijd iets geld krijgt: de rente.
2. Je al je geld kwijt kunt raken.
3. Je er meer geld mee kunt verdienen.

Je kunt verschillende redenen hebben om te sparen. Redenen om te sparen noem je ...

1. Spaarredenen
2. Spaarmotivatie
3. Spaarmotieven
4. Reserveer redenen

Bespreken opdracht 8 blz. 76

a. 0,9 : 100 x € 1.476,22 = € 13,29

Bespreken opdracht 8

a. 0,9 : 100 x € 1.476,22 = € 13,29

b. € 1.476,22 + € 13,29 = € 1.489,51

Bespreken opdracht 10 blz. 76

Spaartegoed na 1 jaar: € 1.200 × 1,005 = € 1.206

 Spaartegoed na 2 jaar: € 1.200 × 1,005 × 1,005 = € 1.212,03

Bespreken opdracht 10 blz. 76

Spaartegoed na 1 jaar: € 1.200 × 1,005 = € 1.206

Bespreken opdracht 11 blz. 77

a. Spaartegoed na 3 jaar: € 8.120 × 1,004 × 1,004 × 1,004 = € 8.217,83

Bespreken opdracht 11

a. Spaartegoed na 3 jaar: € 8.120 × 1,004 × 1,004 × 1,004 = € 8.217,83

 b. € 8.217,83 – € 8.120 = € 97,83 rente

Bespreken opdracht 5 blz. 79

Kredietkosten = termijnbedrag x aantal termijnen - lening

bespreken opdracht 5

5a. € 456 x 36 maanden = € 16.416

Bespreken opdracht 5

5a. € 456 x 36 maanden = € 16.416

5b. € 16.416 - € 15.000 = € 1.416

Bespreken opdracht 7 blz. 77

Kredietkosten = termijnbedrag x aantal termijnen - lening

€ 219 x 12 termijnen = € 2.628
€ 2.628 - € 2.500 = € 128 <- kredietkosten

Bespreken opdracht 7

Bereken de kredietkosten in % van het geleende bedrag

Wat : waarvan x 100

wat = kredietkosten = € 128

waarvan = geleende bedrag = € 2.500

€ 128 : € 2.500 x 100 = 5,1%

bespreken opdracht 8 blz. 84

a.  €250 x 114,67 = 28.667,50 Japanse Yen

b.  €300 x $1,10 = $ 330

c. €175 x 6,45 = 1.128,75 Turkse Lira