mentor les - concentratie

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Leren is concentreren

Ik weet wat aandacht en concentratie is.

Ik weet het verschil tussen multitasken en switchtasken.

Hoe goed kun
jij je concentreren?

Concentreer je 2 minuten lang
op één punt in de ruimte! De 

timer staat op de volgende slide.

• Lees de slide voor.

Kon jij je goed concentreren?

1. Ja
2. Nee

• Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.

Concentratie is...

...het vermogen om je aandacht

ergens bij te houden. 

Hoe langer je je concentreert hoe 

moeilijker het wordt om vol te 

houden. Dat werkt als volgt...

• Lees de slide voor en klik door naar de volgende slide.

Quiz: Volgehouden aandacht

Er zijn heel veel manieren en technieken om je beter te concentreren

...Bijvoorbeeld de pomodoro-techniek:

De pomodoro techniek

25 min. leren

5 min. pauze 

25 min. leren

15 min. pauze

... en dan weer opnieuw!

} 3 x

} 1 x

• Lees de slide voor en klik door naar de volgende slide.

Wat wil je na de herfstvakantie écht anders doen?

Quiz: Volgehouden aandacht

Je aandacht ergens bij houden is lang niet altijd even makkelijk!

Maar vaak wél héél belangrijk!

Vind jij het moeilijk om je aandacht ergens bij te houden?

1. JA! Altijd
2. Best wel vaak ja
3. Lang niet altijd, alleen bij bepaalde vakken
4. Nee, ik ben altijd 'full focus'!

Wat zijn dingen die
jou kunnen afleiden?

Wat helpt jou het best
bij concentreren?

00:12

Hoeveel GB stond er op de SD-kaart?

1. 1 GB
2. 2 GB
3. 4 GB
4. 8 GB

00:53

Waar word je huisadres opgeslagen?

1. Het werkgeheugen
2. Het korte termijn geheugen
3. Het lange termijn geheugen
4. Nergens, je weet het gewoon

Hoe gaat het in de klas?

Sfeer, contact met elkaar, omgang met docenten, lessen, toetsen, niveau, huiswerk, etc.

Het werkgeheugen wordt vooral gebruikt bij actieve denkprocessen, je kunt hierbij denken aan het maken van rekensommen, herinneringen ophalen of het onthouden van een nieuw telefoonnummer.

Er worden verbanden worden gelegd tussen zaken die zijn opgeslagen in het korte termijn geheugen. Problemen worden opgesplitst en opgedeeld in meerdere stappen zodat oplossingen kunnen worden bedacht.

Het werkgeheugen helpt bij het nemen van betere beslissingen. Relevante informatie wordt afgewogen om de voors en tegens helder te krijgen. Planning wordt ook geregeld in het werkgeheugen. Getallen en woorden worden aangeleverd wanneer nodig.

Het werkgeheugen helpt ook bij het sporten! Neem tennis bijvoorbeeld, als de bal op je af komt…. je werkgeheugen maakt keuzes, schat in waar de bal terecht zal komen en waar de tegenstander zich bevindt.

Onthouden: hoe doe je dat?

1. Zorg dat je de informatie goed begrijpt;
2. Herhalen, herhalen, herhalen;
3. Verbind de kennis aan kennis die je al hebt over het onderwerp;
4. Toon interesse en aandacht;
   
5. Schrijf dingen op;

Met wat voor muziek kan jij
je concentreren?

1. Geen
2. Pop
3. Klassiek
4. Anders

Multitasken

Je bent aan het multitasken als je verschillende eenvoudige dingen tegelijk doet.

Kan jij multitasken?

1. Ja
2. Nee

Als kok moet ik goed kunnen
multitasken?

1. Ja
2. Nee

Verschillende dingen tegelijk (muziek, telefoon, Youtube etc.)
Dat zorgt ervoor dat ik trager werk

1. Ja
2. Nee

Leervaardigheden

Je maakt twee recepten. Hoe kan je tijd winnen bij het bereiden?

Handige tips

• Een stap tegelijk
• Werkzaamheden je in een keer kan  doen
• Neem je rust bij veel multitasking
• Schrijf je taken op (to do list)
• Oefenen en oefenen dan gaat het automatisch 
• Denk aan je grenzen, wanneer niet of wanneer wel

Concentratie / flow,

 is een toestand waarin je kan zijn, waarbij je volledig opgaat in wat je doet.

Hoe word je brein voor de gek gehouden? (Door Optische Illusies)

In deze les ga ik jullie een paar trucjes en optische illusies en daarna laten zien hoe het werkt.

Hoe werkt deze optische illusie denk je?

Hoe werkt dit?

1. De bovenste is langer
2. De onderste is langer.
3. Ze zijn even lang.
4. Het werkt niet.

Hoe werkt dit denk je?

Hoe denk je dat dit werkt?

Alle stippen zijn er allen je word afgeleid door het raster daarom zien je ogen niet alle stippen tegelijk.

Wat zag je?

Hoe denk je dat dit werkt?

1. De foto is gehalveerd
2. Hij is met de computer geëdit.
3. Zijn neus staat scheef
4. Hij staat zijwaarts

Wat zag jij?

Als de bal snel rolde was je gestrest of boos of je zat niet lekker in je vel.

Als de bal langzaam rolde dan was je ontspannen of rustig.