Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 2: Jij en je geld
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Hoofdstuk 2: Jij en je geld!
Paragraaf 2.1: Pinpas of Portemonnee
Paragraaf 2.2: Waarom zou je sparen?
Paragraaf 2.3: Waarom zou je lenen?
Paragraaf 2.4: Verzekeren hoezo?
Nodig: Telefoon rekenmachine pen en schrift:
Slide 3 - Diapositive
Als ik bij de Mediamarkt een nieuwe tv cash betaal, dan heet dit geld?
A
Giraal Geld
B
Indirect Geld
C
Direct Geld
D
Chartaal Geld.
Slide 4 - Quiz
Je hebt een krantenwijk. Het geld dat je hiermee verdient, leg je in je nachtkastje. Geld is hier een ...
A
Ruilmiddel
B
Rekenmiddel
C
Spaarmiddel
D
Rente
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Vidéo
Bij een bank heb je een lening afgesloten. De maandtermijn is € 95,-. De aflossing is dan
A
Kleiner dan € 95,-
B
€ 95,-
C
€ 0,-
D
€ 100,-
Slide 7 - Quiz
Je leent € 350,- en betaald € 21,75 rente. Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag?
A
7,2%
B
8,3%
C
6,2%
D
5,1%
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Vidéo
Wat is een verplichte verzekering?
A
Reisverzekering
B
inboedelverzekering
C
WA-verzekering auto
D
Fietsverzekering
Slide 10 - Quiz
Anita heeft een reisverzekering. Tijdens haar vakantie raakt ze haar koffer kwijt. De schade is € 430,-. Ze heeft een Eigen Risico van € 250,-. Krijgt ze wat uitgekeerd? Zo ja, hoeveel?
A
Nee € 0,-
B
Ja, € 180,-
C
Ja, € 250,-
D
Ja, € 430,-
Slide 11 - Quiz
Noem 2 spaarmotieven:
Slide 12 - Carte mentale
Geef een voorbeeld van indirecte ruil:
Slide 13 - Question ouverte
Nu Zelfstandig werken
Maken pagina 64 en 65, opdrachten: 5, 7, 10, 18, 19 & 20
Slide 14 - Diapositive
Koop nu een nieuwe scooter van € 2.000,-. En betaal 6 jaar lang maar € 41,- per maand! Welk bedrag betaal je meer dan bij direct kopen?