Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Zinnen maken met twee woorden: weer - is
Slide 6 - Question ouverte
Zinnen maken met twee woorden: gaan - tuin
Slide 7 - Question ouverte
Zinnen maken met twee woorden: café - broer
Slide 8 - Question ouverte
Zinnen maken met twee woorden: school - leren
Slide 9 - Question ouverte
Zinnen maken met twee woorden: chocola - houden van
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
tien – per – Johannes – rookt – sigaretten – dag - . -
Slide 12 - Question ouverte
de – in - keuken – poes – hond – De – en – de - liggen – de - tafel – onder - . -
Slide 13 - Question ouverte
vrijdag – Nahima – markt – elke – de – boodschappen – doet – op - . -
Slide 14 - Question ouverte
Mohamed – Zwolle – doen – vrijdag – in – moet – examen - . -
Slide 15 - Question ouverte
deze - Richard – Londen – Laura – geweest – vakantie – naar – zijn – en - . -
Slide 16 - Question ouverte
Briefje schrijven
Slide 17 - Diapositive
Je moet voor een operatie naar het ziekenhuis. Je kunt daarom niet naar school. Schrijf een e-mail/briefje waarin je uitlegt dat je vrij wilt van school en waarom. Je zou graag het huiswerk in het ziekenhuis willen krijgen. Gebruik minstens vijf zinnen voor je e-mail.