Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Conflict tussen koningen en edelen
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag?
Welke conflicten waren er tussen hoge en lage adel?
Hoe gingen koningen om met ongehoorzame leenmannen?
Slide 2 - Diapositive
Hoge en lage edelen
De Nederlanden bestond uit 17 gewesten
Hoge adel had een of twee gewesten onder zich
Achterleenmannen waren vaak lage adel
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Waarom waren de lage edelen boos op Floris?
Slide 5 - Question ouverte
De Guldensporenslag
Slide 6 - Diapositive
Graaf Gwijde - Heer van Vlaanderen
Luisterde niet naar zijn leenheer - De Franse koning Filips IV
De koning stuurt zijn leger
Koning belooft de rijke burgers van de steden belastingverlaging als ze hem steunen
Gewone burgers zijn boos, die willen dat ook.
Slide 7 - Diapositive
De Guldensporenslag (2)
Arme burgers kiezen de kant van de graaf
In 1302 werd de ruzie uitgevochten.
Ondanks minder paarden en wapens werd het Franse ridderleger verslagen
Na het gevecht vonden de overwinnaars op het slagveld honderden gouden sporen van gesneuvelde Franse ridders.
Hieraan dankt deze veldslag de naam Guldensporenslag.
Slide 8 - Diapositive
De Honderdjarige oorlog (1)
De koning van Engeland, Edward III, had een groot gebied in Frankrijk in leen
Officieel had hij dit gebied in leen van de Franse koning Filips VI
Filips VI wilde het gebied terug hebben.
Edward III wilde dit voorkomen (en koning van Frankrijk worden) en stuurde in 1337 zijn leger naar Frankrijk: het begin van de Honderjarige Oorlog
Hoewel hij slechts een leenman was van de Franse koning, was Edward eigenlijk de baas in een stuk van Frankrijk: het rode stuk in het zuidwesten van het land.
Slide 9 - Diapositive
De Honderdjarige oorlog (2)
Hoewel het Franse leger veel groter was, won het Engelse leger de eerste gevechten.
In 1356 werd de Franse koning Jan II zelfs gevangen genomen tijdens de Slag bij Poitiers.
Edward veroverde al snel grote delen van Frankrijk, maar rond 1360 liep het Engelse leger vast en kwam er een wapenstilstand.
De Engelse longbows waren veel effectiever dan de Franse kruisbogen. Met hun grote handbogen konden die in hoog tempo pijlen op de Fransen afschieten, die zelfs een harnas konden doorboren. De Slag bij Crecy (1346) werd daarom door het Engelse leger gewonnen.
Slide 10 - Diapositive
De Honderdjarige oorlog (3)
In de jaren erna steeds opnieuw strijd; zowel de Engelsen en Fransen veldslagen winnen.
Rond 1420 ziet het er erg slecht uit voor de Fransen
Een jong Frans meisje, Jeanne d'Arc, weet de Engelsen echter de verslaan bij Orléans: vanaf dat moment worden de Engelsen uit Frankrijk verdreven.
In 1453 is de Honderdjarige oorlog voorbij.
Rond 1420 hadden de Engelsen grote delen van Frankrijk veroverd.
Slide 11 - Diapositive
Jeanne d'Arc
1412-1431
Toen ze 13 was, hoorde ze stemmen die haar vertelden dat ze de Fransen moest helpen bij de stad Orléans.
Karel VII gaf haar een leger, waarmee zij de Engelsen versloeg.
Een paar jaar later werd ze gevangen genomen en aan de Engelsen verkocht.
Die zeiden dat zij een heks was en verbrandde haar op de brandstapel
Jeanne was een dertienjarig Frans meisjeToen ze dertien jaar was, hoorde ze stemmen in haar hoofd die haar zeiden dat ze de stad Orléans van de Engelsen moest bevrijden. De stemmen kwamen van God, geloofde Jeanne. Zonder het aan haar ouders te vragen, ging ze naar een stad in de buurt. Daar verbleef een Franse generaal, wist ze. Hij stuurde Jeanne naar de Franse koning Karel VII. Deze geloofde haar, en liet Jeanne een grote groep soldaten leiden. Met dit leger had Jeanne, toen pas zeventien jaar, veel succes. Maar een jaar later werd ze gevangengenomen en aan de Engelsen verkocht. Die sloten haar op en begonnen een rechtszaak tegen haar. Volgens de rechter waren de stemmen die Jeanne hoorde van de duivel en was ze dus een heks. Daarom werd ze levend verbrand.
Slide 12 - Diapositive
Gevolgen van de oorlog
De Fransen hadden de Honderdjarige Oorlog gewonnen.
Na de oorlog nam de macht van koning toe. Hij wilde niet meer afhankelijk zijn van leenmannen
Nieuwe belastingen en wilde goede handel.
Een land waarin de koning de machtigste man was.
Hij bepaalde vanuit zijn hoofdstad wat er gebeurde. Dit noem je centralisatie.
Lodewijk XI was een koning die zijn enorm veel macht en invloed kreeg. ZIjn tegenstanders noemden hem wel eens 'een spin'. Omdat hij zijn tegenstanders in 'een web van macht' ving.