BVVJ 3.3 Zorgen

3.3 Zorgen
herhalen 3.1 en 3.2
theorie 3.3 zorgen
Aan de slag
Afsluiten

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.3 Zorgen
herhalen 3.1 en 3.2
theorie 3.3 zorgen
Aan de slag
Afsluiten

Slide 1 - Diapositive


Welke soorten gezondheid kennen wij?

A
lichamelijk
B
Geestelijk
C
Welzijn
D
Sociaal

Slide 2 - Quiz

Sociaal welzijn betekend ook wel
A
Je goed voelen bij anderen
B
Geen nee durven te zeggen
C
Je ongemakkelijk voelen bij anderen
D
Niet weten hoe je je netjes kunt gedragen

Slide 3 - Quiz

Als ik me goed kan concentreren hoort dat bij
A
lichamelijk welzijn
B
sociaal welzijn
C
Geestelijk welzijn

Slide 4 - Quiz

Als ik vaak pijn heb
dan hoort dat bij
A
lichamelijk welzijn
B
sociaal welzijn
C
geestelijk welzijn

Slide 5 - Quiz

Ziekten die worden veroorzaakt door je eigen gedrag noemen we ook wel
A
erfelijke ziekten
B
leefstijlziekten

Slide 6 - Quiz

Ziekten waarmee je anderen kunt besmetten is heten, infectieziekte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Virus is een organisme
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

3.3 Zorgen 

Slide 9 - Diapositive

Doelen van deze les
Je kunt drie vormen van zorg omschrijven en voorbeelden noemen.

 Je kunt uitleggen hoe je voor jezelf kunt zorgen bij veelvoorkomende gezondheidsklachten.
 
Je kunt beschrijven hoe je kleine wonden het best kunt verzorgen.

Slide 10 - Diapositive

zorg

Slide 11 - Carte mentale

Zorg
Er zijn verschillende soorten zorg:

- zelfzorg: zorgen voor jezelf
- mantelzorg: zorgen voor elkaar
- professionele zorg: als beroep, betaald

Slide 12 - Diapositive

professionele zorg

Slide 13 - Carte mentale

mantelzorger
hulp van/ aan mensen uit je omgeving
onbetaald
langdurig

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Zelfzorg
Voorbeelden van zelfzorg:
- huismiddeltje gebruiken: een eenvoudig middeltje dat je zelf kunt klaarmaken, bv. melk of thee met honing
- geneesmiddel gebruiken: medicijn dat je bij de drogist of apotheker kunt kopen
- kiezen voor een gezondere leefstijl
tijd voor jezelf nemen, eerder naar bed

Slide 16 - Diapositive

welke huismiddeltjes of medicijnen gebruik jij?
Wanneer kies jij voor een gezondere leefstijl en hoe?

Slide 17 - Diapositive

Wonden
Een wond is een beschadiging van je huid. 
Door een wond kunnen er ziekteverwekkers in je lichaam komen. 
Bij goede verzorging geneest het sneller en is de kans op littekens kleiner. 

Het is dus belangrijk dat je weet hoe je  de verschillende wonden moet verzorgen.

verschillende soorten wonden die je zelf kunt verzorgen:
- kleine wonden: sneetjes, kapotte blaren en schaafwonden
- brandwonden door vuur, elektriciteit of een heet voorwerp of vloeistof



Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

kleine wonden verzorgen

- schoonspoelen met water
- voorzichtig droogdeppen met schone doek of papier
- ontsmetten met ontsmettingsmiddel zoals jodium
- bedekken tegen vuil en bacteriën met pleister of verbandje

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Brandwond
Hoe behandel ik een brandwond?
EERST WATER, DE REST KOMT LATER!!!
- onder lauw, stromend water boven de brandwond
- kleine brandwond: 10 minuten spoelen
- grote brandwond: 30 minuten spoelen of langer
- nooit kleding lostrekken van een brandwond
- brandwond groter dan de eigen hand: naar de dokter

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Aan de slag
3.3 maken en nakijken/ verbeteren

Slide 24 - Diapositive

Wat betekent zelfzorg?

Slide 25 - Question ouverte

Zorgen voor elkaar, door hulp van mensen in je omgeving te krijgen
A
Professionele zorg
B
Mantel zorg

Slide 26 - Quiz

Doelen van deze les
Je kunt drie vormen van zorg omschrijven en voorbeelden noemen.

 Je kunt uitleggen hoe je voor jezelf kunt zorgen bij veelvoorkomende gezondheidsklachten.
 
Je kunt beschrijven hoe je kleine wonden het best kunt verzorgen.

Slide 27 - Diapositive

Heb je de doelen van de les behaald? Wijs even aan voordat je het lokaal verlaat.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage