Kennismaken met Horeca - sectortraining

Kennismaken met Horeca - sectororiëntatie - bakkerij
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
VoedingPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Kennismaken met Horeca - sectororiëntatie - bakkerij

Slide 1 - Diapositive

Terugblik

Slide 2 - Diapositive

Welkom bij horeca!

Slide 3 - Diapositive

Wie ben ik?
Mevrouw Bongers of juffrouw Myrthe
docent koken/MDT, horeca en sectortraining




Slide 4 - Diapositive

Inleiding
Ho
Re
Ca

Slide 5 - Diapositive

Hoe gaat sectortraining eruit zien?
Ik wil jullie graag kennis laten maken met horeca. 
De verdeling is:
  • Werken als gastheer/gastvrouw (week 1)
  • Werken als bakker (week 2)
  • Werken als recreatiemedewerker (week 3) 
  • Werken als kok (week 4)

Slide 6 - Diapositive

Horeca

Slide 7 - Diapositive

Vandaag
- Kennismaken tak bakkerij horeca
- Aan het einde van de les heb je basis kennis over de 3 basisdegen binnen de bakkerij en weet je waar je ze aan kunt herkennen
- Praktische ervaring opdoen met het werken met deeg

Slide 8 - Diapositive

Werken als bakker
Niveau 2 bakkerij op het ROC

Slide 9 - Diapositive

Wat moet een bakker kunnen?
- nauwkeurig kunnen werken
- handig zijn in de vingers

Slide 10 - Diapositive

3 basisdegen in de bakkerij
1. Brooddeeg (gistdeeg)
2. Zanddeeg (Koekjesdeeg)
3. Bladerdeeg (getoerd gerezen deeg)

Slide 11 - Diapositive

Brooddeeg (gistdeeg)
Ingrediënten: Meel, water, gist, zout, en soms suiker en vet.

Gebruik: Dit deeg wordt gebruikt voor het maken van brood, broodjes, stokbrood en andere gistproducten.

Kenmerken: Het gebruik van gist zorgt voor het rijzen van het deeg, waardoor het luchtig en zacht wordt. Het deeg moet meestal gekneed worden om de gluten te ontwikkelen, wat de structuur en elasticiteit van het brood geeft.

Slide 12 - Diapositive

Zanddeeg (Koekjesdeeg)
Ingrediënten: Meel, boter, suiker, eieren, en vaak een smaakmaker zoals vanille of citroenrasp.

Gebruik: Zanddeeg wordt gebruikt voor het maken van koekjes, taartbodems en sommige soorten gebak zoals boterkoek.

Kenmerken: Dit deeg is rijk en bros door het hoge vetgehalte, meestal van boter. Het wordt niet gekneed om gluten te ontwikkelen, omdat dit een knapperige, maar niet taaie, textuur moet behouden.

Slide 13 - Diapositive

Bladerdeeg (getoerd gerezen)
Ingrediënten: Meel, water, boter (of ander vet) en een beetje zout.

Gebruik: Bladerdeeg wordt gebruikt voor het maken van croissants, saucijzenbroodjes, tompoucen, en andere gebakjes die een lichte, luchtige textuur vereisen.

Kenmerken: Dit deeg bestaat uit veel dunne laagjes deeg en vet die bij het bakken uitzetten en knapperig worden. Het maken van bladerdeeg vereist een techniek van uitrollen en vouwen om de lagen te creëren.

Slide 14 - Diapositive

Flammkuchen

Slide 15 - Diapositive

Zandkoekjes

Slide 16 - Diapositive

Mexicanobroodjes

Slide 17 - Diapositive

Appel, yoghurt, kaneel hapjes

Slide 18 - Diapositive

Monchou bolletjes

Slide 19 - Diapositive

Gevulde speculaas

Slide 20 - Diapositive

Wat gaan we vandaag maken?
We maken 3 groepjes van 3
en 1 groepje van 4

Slide 21 - Diapositive