oefentoets gevorderd br/ba banket

Je cakebeslag zit in de schift....
O neeeee, wat nu??
timer
0:30
A
je begint opnieuw
B
schepje bloem erbij
C
verwarmen van ei/vetstof/suiker
D
ei toevoegen
1 / 24
suivant
Slide 1: Quiz
Voeding

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Je cakebeslag zit in de schift....
O neeeee, wat nu??
timer
0:30
A
je begint opnieuw
B
schepje bloem erbij
C
verwarmen van ei/vetstof/suiker
D
ei toevoegen

Slide 1 - Quiz

Geef aan waarom we een gistdeeg kneden.
(2 antwoorden)
A
verbeterde verdeling grondstoffen
B
De start van de eerste rijsperiode voor brood
C
Ontwikkelen van gluten en vorming van een glutennetwerk
D
Het kneden van luchtkernen in het deeg.

Slide 2 - Quiz

Wat doe je bij tableren van chocolade?
timer
0:30

Slide 3 - Question ouverte

Geef aan hoe de werking van gist is bij de verwerking. Gebruik de volgende woorden: koolzuurgas, glucose, warmte, alcohol, enzymwerking (2punt)
……………………… + ………………………… ->……………………….. + ………………………. + …………………….
timer
1:00

Slide 4 - Question ouverte

Welke suiker wordt het meeste gebruikt bij bereiding van zanddeeg en waarom?
timer
0:30

Slide 5 - Question ouverte

In het procenten het basisrecept van Wit grootbrood
Tarwebloem/gist/zout/water
timer
0:30
A
100/5/2/40
B
100/10/5/60
C
100/2/1,5/50
D
100/3/4/50

Slide 6 - Quiz

Chocolade bevat cacaovet, hoeveel procent minimaal?
timer
0:30
A
15
B
22
C
18
D
30

Slide 7 - Quiz

We laten korstdeeg rusten tussen het toeren door, waarom?
timer
0:30

Slide 8 - Question ouverte

Noem de 4 stappen die het rijsproces van kleinbrood heeft
timer
1:00

Slide 9 - Question ouverte

Stelling 1: bij de bereiding van wrijfdeeg wordt de boter luchtig gemaakt.
Stelling 2: Bij de bereiding van roerdeeg roer je de boter luchtig.
timer
0:30
A
Stelling 1 en 2 juist
B
Stelling 1 juist/ Stelling 2 onjuist
C
Stelling 1 en 2 onjuist
D
Stelling 1 onjuist/ stelling 2 juist

Slide 10 - Quiz

Welke verhouding hoort bij onderstaande grondstoffen:
vocht/vetstof/bloem/ei
en hoort bij?
timer
0:30

Slide 11 - Question ouverte

Welke thermometers worden veel gebruikt in de bakkerij?
timer
0:30

Slide 12 - Question ouverte

welke soorten bederf kunnen optreden bij korst- en zanddeeg?
A
bacterie
B
gist
C
schimmel
D
verzuring

Slide 13 - Quiz

Gevaren met betrekking tot productveiligheid..... welke?
timer
0:30

Slide 14 - Question ouverte

timer
0:40
te heet gebakken cake
te koud gebakken cake
weinig kleur
droog
losse structuur
gescheurd
bolvormig

Slide 15 - Question de remorquage

Welke stappen neem je bij een hygiënische werkwijze?
timer
1:00

Slide 16 - Question ouverte

Omschrijf wat kun je doen bij een te warm en stug deeg?

Slide 17 - Question ouverte

welke temperatuur is optimaal voor ei/suiker mengsel bij de bereiding van kapsel?
timer
0:30
A
40 graden
B
37 graden
C
70 graden
D
25 graden

Slide 18 - Quiz

Stelling 1: een anti aanbak laag bestaat uit rvs
Stelling 2: Cakeblikken met een siliconenlaag mag je niet opstapelen
timer
0:30
A
beide stellingen juist
B
stelling 1 juist stelling 2 onjuist
C
beide stellingen onjuist
D
stelling 1 onjuist stelling 2 juist

Slide 19 - Quiz

Retrogradatie betekend?
timer
0:30
A
Roestvorming
B
Afkoelen
C
Zetmeel krimpt en laat vocht los
D
vochtaantrekkend

Slide 20 - Quiz

timer
1:00
1
2
3
4
5
Tijdens het kneden nemen de eiwitten water op waardoor ze opzwellen
De
eiwitten wordt door kneden ontrold.
De onoplosbare eiwitten komen in bolvorm in bloem- en meel voor.
Er
ontstaan dan strengen die onderling weer met elkaar verbonden zijn.


Zo ontstaat deeg dat rekbaar
en elastisch is, droog aanvoelt, glad is, en in staat de gassen vast te houden.


Slide 21 - Question de remorquage

Voor welke reactie zorgen de stoffen eiwitten en suikers bij het afbakken?
timer
0:30
A
maillardreactie
B
enzymreactie
C
glutenreactie
D
koolzuurreactie

Slide 22 - Quiz

Wat gebeurd er met de vetstof in getoerd gerezen gistdeeg tijdens het afbakken?
timer
1:00

Slide 23 - Question ouverte

Welke handeling gebruiken we om onderstaande te verkrijgen?
-Door de glazuur laag heen kunnen kijken.
-Een product van een half doorschijnend, glanzend suikerlaagje voorzien.
timer
0:30
A
abricoteren
B
glaceren
C
maskeren
D
transparant glaceren

Slide 24 - Quiz