M3 1.2 Grammatica

M3 1.2 Grammatica
Doel: Je kunt de pv, wwg, lv, mv en bwb in een zin benoemen.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

M3 1.2 Grammatica
Doel: Je kunt de pv, wwg, lv, mv en bwb in een zin benoemen.

Slide 1 - Diapositive

Persoonsvorm
Tijdsproef: Zet de zin in een andere tijd (tt->vt of vt->tt)
Johanna bakte koekjes voor haar oma.
Johanna bakt koekjes voor haar oma.

Slide 2 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
De slager snijdt het vlees erg dik.

Slide 3 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm?
De vrouw koopt een nieuwe jurk en haalt een net mandarijnen.

Slide 4 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm?
Waarom heb jij geen bananen gehaald?
A
Waarom
B
Heb
C
Jij
D
Gehaald

Slide 5 - Quiz

Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin

Werkwoorden zijn handelingen, dingen die je kan doen. 

Slide 6 - Diapositive

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De koning heeft kreeft ontbeten.

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De rapper brengt deze week nieuwe album uit.

Slide 8 - Question ouverte

Lijdend voorwerp
Slachtoffer van de zin.
Kan niks aan de handeling doen.
De overvaller loopt de oude vrouw omver. 

Slide 9 - Diapositive

Ik eet de banaan op.
De monteur maakt de auto weer heel.

Slide 10 - Diapositive

Wat is het lijdend voorwerp?
De onderzoekers vinden Ötzi in het ijs.

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het lijdend voorwerp?
Waarom eet de kraanvogel een muis?

Slide 12 - Question ouverte

Meewerkend voorwerp
Het zinsdeel dat iets ontvangt/wordt afgenomen
aan/voor

Mieke geeft Jan een klap in zijn gezicht. 

Slide 13 - Diapositive

Wat is het MV?
Herman rijkt de prijs uit aan het beste programma van Nederland.

Slide 14 - Question ouverte

Jojanneke heeft ons haar dagboek gegeven.

Slide 15 - Question ouverte

Bijwoordelijke bepaling
Decor van de zin!

Ik fiets


Basiszin. Vertelt wat er gebeurt. 

Slide 16 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling
Ik fiets door het bos.

Verandert niks aan de handeling. 
Geeft decor.
BWB

Slide 17 - Diapositive

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Ik ga om 12 uur naar huis

Slide 18 - Question ouverte

Benoem de bwb.
Ik fiets richting school.

Slide 19 - Question ouverte

Hij werkt bij de Aldi.

Slide 20 - Question ouverte

Ik kan alle zinsdelen benoemen!
Ja
Nee
Niet allemaal, maar wel de meesten.

Slide 21 - Sondage

Aan de slag!
Maken learnbeat 1.2.A

Slide 22 - Diapositive