2.2 Samenleving en cultuur

• Middelbare school

Wat weten we nog?

Arm en rijk: sociale verschillen

90% van de Romeinen was arm

Arme mensen leefden in krotten of kleine flatgebouwen

Er was geen riolering en mensen konden er niet koken

Rijken hadden genoeg eten, dienaren en woonden in villa's

Arm en rijk

• Romeinse rijk --> Landbouwstedelijke samenleving 
• Meeste mensen woonden op het platteland
• Rijken krijgen grond in handen op platteland
• Vanaf 3e eeuw v. Chr. steeds meer arme boeren verhuisden naar de stad

Geld verdienen

Veel mensen in de stad deden een ambacht

Er werkten ook veel mensen in de nijverheid

Daarnaast waren veel mensen handelaar

Dit zorgde allemaal voor een goede economie

Iets maken met je handen

Het maken van producten (zoals verf en kleding)

Handel in het Romeinse rijk

Romeinse flat

Romeinse villa

Slaven

• De Romeinen bezaten heel veel slaven (veroveringen, krijgsgevangenen)
• De slaven verrichten veel werk, zoals werken op grote boerderijen, in de mijnen of aan het hof van rijke Romeinen
• De slaven waren belangrijk voor  de Romeinse maatschappij

Brood en spelen

•  Regelmatig kreeg de bevolking gratis graan en vermaak
• Deze brood en spelen waren afkomstig van de autoriteiten
• Zij deden dit om het volk rustig te houden en om zelf populair te worden
• Allerlei gevechten en racen maar populairste waren gladiatoren

Wat was een reden van de autoriteiten om de 'brood en spelen' te houden?

De Grieks-Romeinse cultuur

De Romeinen hadden Griekenland veroverd

Ze kopieeerden veel van de Grieken

De griekse en Romeinse culturen raakten met elkaar vermengd

Hierdoor ontstond de Grieks-Romeinse cultuur

Griekse tempel

Romeinse tempel

Het Witte Huis Amerika

Romeinse samenleving multicultureel

Multicultureel= meer culturen

Multiculturele sameleving

• Mensen  verschillende rassen of verschillende culturen 
• Mensen met verschillende gewoonten en godsdiensten

• godsdienstvrijheid
• verdraagzaamheid (tolerantie)

Godsdienst Romeinen

• Romeinen geloven in meerdere goden. Dit heet: polytheïsme (poly=meer, theos=god).
   
• Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. 
  
  
• De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.

Godsdienst

• Romeinen vonden andere godsdiensten goed, als je ook in de Romeinse goden geloofde.
• Geloof in de staatsgoden  vonden Romeinen belangrijk, dat zorgde ervoor dat het goed ging in het Romeinse rijk.
• Romeinse keizer moest als god worden vereerd.

www.zapp.nl

Maken 

Opdracht 

werkboek opdracht 1 t/m 8