Havo 3 - H1, par 3.2 en 3.3 - De crisis

Paragraaf 3.1 
De crisis van de jaren '30
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 3.1 
De crisis van de jaren '30

Slide 1 - Diapositive

Herhalen
1 probleem voor de Amerikaanse landbouw kunnen noemen
1 probleem voor de Amerikaanse consument kunnen noemen
2 problemen voor de Amerikaanse producent kunnen noemen
3 gevaren voor de Amerikaanse banken kunnen noemen
Uit kunnen leggen waarom Amerikanen een grenzeloos vertrouwen in hun economie lekken te hebben
Het begrip afzetmarkt uit kunnen leggen
Het begrip overproductie uit kunnen leggen

Slide 2 - Diapositive

Kennen & kunnen
De datum van de beurskrach kunnen noemen
Uit kunnen leggen waarom deze dag ook wel zwarte donderdag genoemnd wordt
Uit kunnen leggen waarom het vertrouwen in de economie daalde
Uit kunnen leggen waarom eerst een beetje en daarna op donderdag 29 oktober massamaal aandelen werden verkocht
Uit kunnen leggen welke mensen als eerste in de problemen kwamen
Het begrip economische crisis uit kunnen leggen
Uit kunnen leggen waarom bedrijven failliet gingen
Uit kunnen leggen wat Hoovervilles zijn
Kunnen noemen welke presidenten in de crisis in de VS aan de macht waren (Hoover en daarna Rooselvelt)
Uit kunnen leggen waarom de crisis in de VS ook gevolgen had voor de rest van de wereld
Het grootste probleem voor de Nederlandse economie kunnen noemen
De premier van Nederland in deze tijd kunnen noemen
De oplossing in Nederland voor de crisis kunnen noemen
De oplossing in de rest van Europa voor de crisis kunnen noemen

Slide 3 - Diapositive

Beurskrach 1929
  • De economie was in de problemen geraakt doordat mensen spullen hebben gekocht met geleend geld

  • Wanneer de markt verzadigd is, is er minder vraag naar producten en worden er steeds meer mensen ontslagen

Slide 4 - Diapositive

En toen ging het mis..........
  • 24 oktober 1929: Beurskrach op Wall Street (New York)
  • 'Zwarte donderdag': de aandelenbeurzen kelderen
  • Gevolg: mensen verkopen hun aandelen, maar omdat dit vaak geleend geld was gingen veel banken failliet. 

Veel ontslagen en dus hoge werkloosheid
De economische depressie was begonnen
Doordat de VS na de Eerste Wereldoorlog veel geld had uitgeleend aan Europese landen, raakten ook deze landen in crisis

Slide 5 - Diapositive

Wat is een aandeel?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat zijn de belangrijkste oorzaken van de crisis
A
extreem alcoholgebruik
B
teveel vrije tijd
C
onbeperkt kunnen lenen
D
aandelenkoersen teveel gestegen

Slide 9 - Quiz

New Deal (1933)
  • Franklin Delano Roosevelt
  • Overheid grijpt in.
  1. Subsidies
  2. Sociale wetten
  3. Werkverschaffingsprojecten
  4. Streng toezicht op banken

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Maken schema 
Maken vraag 9
WB blz. 19
en HB 
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Crisis in Nederland
  • Nederland wordt zwaar door de crisis geraakt: de handel met de VS en Duitsland komt vrijwel stil te liggen.

  • Veel bedrijven en fabrieken moeten de deuren sluiten.

  • Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000 (dat is ongeveer 30% werkelozen)

Slide 13 - Diapositive


Aanpassingspolitiek
1934



De Nederlandse regering van minister-president Colijn besluit dat er minder uitgaven moeten zijn, omdat er minder inkomsten zijn: Nederland moet zich aanpassen. Lonen van ambtenaren en bij de werkverschaffing gaan omlaag, 
net als de steunuitkering. Het maakt de problemen alleen maar groter...

Slide 14 - Diapositive

Hoe kan het dat Nederland in een economische crisis beland?

Slide 15 - Question ouverte

steun
uitkeringen bestaan nog niet. Werkeloos zijn betekende hevige armoede.

Om mensen te helpen kreeg je steun. Dit is een kleine tegemoedkoming in de vorm van geld, kleding en turf.

Slide 16 - Diapositive

Vernedering
  • De steun is vaak te laag, daarom moeten mensen ook andere hulp krijgen.

  • Zo krijg je bijvoorbeeld kleding, maar daar staat wél een stempel in: iedereen kan dat zien.

  • Je hoeft geen rijwielbelasting te betalen: maar ook dát kan iedereen zien

Slide 17 - Diapositive



In Nederland:
Werkverschaffingsprojecten




Net als in andere landen probeert de overheid werklozen aan werk te helpen met werkverschaffingsprojecten. Grote projecten zoals het Amsterdams Bos en de Afsluitdijk helpen mannen aan werk en een beetje inkomen.

Slide 18 - Diapositive



Zo ziet Colijn zich graag: de leider die Nederland door de storm (crisis) heen stuurt...

Slide 19 - Diapositive


...en zo zien sommige Nederlanders hem: als iemand die helemaal niet helpt, maar mensen laat verzuipen!

'Colijn is een zwijn!', zeggen sommige mensen.

Slide 20 - Diapositive

De grote depressie in Nederland
  • Na de beurskrach breekt ook in Nederland de depressie aan

  • 15% van werkend Nederland verloor haar baan

  • Werklozen kregen een uitkering om in leven te blijven

  • Om zwartwerken te voorkomen moesten uitkeringsgerechtigden stempelen

Slide 21 - Diapositive

Hoe reageerde Colijn op de crisis?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Vidéo

Maken vragen 
Maken vraag 9
WB bz. 19

Slide 24 - Diapositive

Kennen & kunnen
De datum van de beurskrach kunnen noemen
Uit kunnen leggen waarom deze dag ook wel zwarte donderdag genoemnd wordt
Uit kunnen leggen waarom het vertrouwen in de economie daalde
Uit kunnen leggen waarom eerst een beetje en daarna op donderdag 29 oktober massamaal aandelen werden verkocht
Uit kunnen leggen welke mensen als eerste in de problemen kwamen
Het begrip economische crisis uit kunnen leggen
Uit kunnen leggen waarom bedrijven failliet gingen
Uit kunnen leggen wat Hoovervilles zijn
Kunnen noemen welke presidenten in de crisis in de VS aan de macht waren (Hoover en daarna Rooselvelt)
Uit kunnen leggen waarom de crisis in de VS ook gevolgen had voor de rest van de wereld
Het grootste probleem voor de Nederlandse economie kunnen noemen
De premier van Nederland in deze tijd kunnen noemen
De oplossing in Nederland voor de crisis kunnen noemen
De oplossing in de rest van Europa voor de crisis kunnen noemen

Slide 25 - Diapositive