werkwoorden 3A

werkwoorden 3A
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

werkwoorden 3A

Slide 1 - Diapositive

Welk werkwoord bestaat NIET uit 2 delen?
A
schoonmaken
B
sturen
C
klaarmaken
D
oppassen

Slide 2 - Quiz

Welk werkwoord bestaat NIET uit 2 delen?
A
inpakken
B
afzeggen
C
dichtdoen
D
vullen

Slide 3 - Quiz

Wat is de VTT?
De man heeft de doos......
(inpakken)

Slide 4 - Question ouverte

Wat is de juiste VTT?
Ik ben ...... om 20 uur.
(instappen)
A
geinstapt
B
ingestapt
C
ingestappen
D
instapten

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste VTT?
Mijn mentor heeft mijn ouders.....
(opbellen)
A
opgebellen
B
opgebeld
C
opbelde

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste VTT?
Hans heeft het eten ....
(klaarmaken)
A
geklaarmaakt
B
klaargemaakt
C
gemaaktklaar

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste VTT?
Anna heeft het pakket ...
(terugsturen)

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de juiste VTT?
De man is een uur geleden .....
(uitstappen)

Slide 9 - Question ouverte

Welk woord past in de zin?

Ik heb het sollicitatieformulier ............


A
opengedaan
B
afgezegd
C
opgelost
D
ingevuld

Slide 10 - Quiz

Welk woord past in de zin?

De leraar heeft de namen ........
A
opgeschreven
B
opgehaald
C
opgepast
D
ingepakt

Slide 11 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Ik ben in Amsterdam .......op een andere trein.
A
opgebeld
B
uitgestapt
C
ingestapt
D
overgestapt

Slide 12 - Quiz

Wat past in de zin?
Vitaly heeft maandag de tafel .........
A
opgepast
B
klaargemaakt
C
schoongemaakt
D
opgeschreven

Slide 13 - Quiz

Welk woord in de past in de zin?
Hij heeft de puzzel ..........(oplossen)

Slide 14 - Question ouverte

Welk woord past in de zin?
Hij heeft de boodschappen bij de kassa ........
A
opgeschreven
B
opgepast
C
uitgelegd
D
afgerekend

Slide 15 - Quiz