unit 3 les 2

Unit 3 lesson 2
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Unit 3 lesson 2

Slide 1 - Diapositive

Today: Unit 3 lesson 2

Slide 2 - Diapositive

word order

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

De plaats van een bijwoord in de zin
(bijwoord van frequentie/ onbepaalde tijd)


 Deze bijwoorden van frequentie zijn voor ons wat moeilijker.

Eerst wat testvraagjes...

Slide 5 - Diapositive

are-at home-never-they
A
they never at home are
B
they never are at home
C
at home they never are
D
they are never at home

Slide 6 - Quiz

drinks-she-water-always
Zet in de juiste volgorde!
A
she drinks always water
B
always drinks she water
C
water drinks she always
D
she always drinks water

Slide 7 - Quiz

Wordorder
Het bijwoord zet je achter het werkwoord to be:

- She is always happy to see her dog again.
- My sisters are often off to the beach together.
- He isn't frequently at the gym.

Slide 8 - Diapositive

Wordorder
De positie van een bijwoord van frequentie in een zin
Het bijwoord staat voor het hoofdwerkwoord in de zin (behalve bij 'to be'):

- I never liked that boy.
- My friends usually arrive on time.
- Bart sometimes forgets to clean his room.

Slide 9 - Diapositive

Wordorder
Met een bijwoord van frequentie (adverb of frequency) kun je bijvoorbeeld aangeven hoe vaak je iets doet of gebruikt.

Een adverb of frequency is bijvoorbeeld:
always, sometimes, often, rarely, never, usually,...
De plaats van dit woord in de zin is anders dan in het Nederlands.

Slide 10 - Diapositive

Wordorder
Als er ook een hulpwerkwoord in de zin staat (have, will, must, might, could, would, can, etc.), dan staat het bijwoord achter het eerste hulpwerkwoord:

- They would hardly ever be that rude to him.
- Philip has occasionally beaten me at the tenniscourt.
- Marie could never have organised that holiday without me.

Slide 11 - Diapositive

on holiday-will-always-we-go

Slide 12 - Question ouverte

Zet OFTEN op de goede plek!
We eat chips.
(denk aan hoofdletter en punt)

Slide 13 - Question ouverte

are-we-at school-usually

Slide 14 - Question ouverte

Zet in de juiste volgorde!
eat-we -goldfish-never

Slide 15 - Question ouverte

a letter-never-she-writes

Slide 16 - Question ouverte

Aantekeningen: Wordorder
Dus:    het bijwoord staat...
  • VOOR 1 werkwoord
  • TUSSEN twee werkwoorden
  • ACHTER  een vorm van to be(am-are-is-was -were)


Slide 17 - Diapositive


Possession
Bezit

Slide 18 - Diapositive

Grammar 12: possesive pronouns

Je gebruikt bezittelijke voornaamwoorden om aan te geven van wie iets is. Je kunt vaak op twee manieren zeggen dat iets van jou of iemand anders is. 

Slide 19 - Diapositive

Welke 2 manieren?
My (mijn)                   - mine (van mij)
your (jouw, uw)       - yours (van jou, van u)
his (zijn)                     - his (van hem)
her (haar)                  - hers (van haar)
its (zijn, haar)           - x
our (onze)                  - ours (van ons)
your (jullie)                - yours (van jullie)
their (hun)                 - theirs (van hen)

Slide 20 - Diapositive

Voorbeeld:
1. This is my bag - This bag is mine.
(Dit is mijn tas - Deze tas is van mij)

2. That is your car - that car is yours.
(Dat is jouw auto - Die auto is van jou)

3. Those are her shoes - those shoes are hers. 
(Dat zijn haar schoenen - Deze schoenen zijn van haar). 

Slide 21 - Diapositive

That are .......... parents.
A
ours
B
our

Slide 22 - Quiz

This cat is ..........
A
my
B
mine

Slide 23 - Quiz

These pencils are ........
A
their
B
theirs

Slide 24 - Quiz

That is .............. backpack
A
your
B
yours

Slide 25 - Quiz

Explain oral exam

Slide 26 - Diapositive

Oral exam
- week 14
- 20 min (15 min)

1. tekst voorlezen (beoordeling op pronunciation & fluency)


Slide 27 - Diapositive

Oral exam
- week 14
- 20 min (15 min)

2. Reacting adequately (use of words & fluency)

Slide 28 - Diapositive

Oral exam
- week 14
- 20 min (15 min)

3. One-minute questions (fluency)

Slide 29 - Diapositive

timer
1:00

Slide 30 - Diapositive

timer
1:00

Slide 31 - Diapositive

timer
1:00

Slide 32 - Diapositive

timer
1:00

Slide 33 - Diapositive

Oral exam
- week 14
- 20 min (15 min)

4. Tell me about your bucketlist
3 pictures to tell me about your bucketlist

Slide 34 - Diapositive

Practise makes perfect!

Slide 35 - Diapositive

Practice makes perfect
Maandag krijg je het boekje!
Neem het boekje elke dag mee zodat je kan oefenen!
Praat thuis ook Engels.
Luister naar Engelse liedjes en series.
Op it's learning staat ook een mapje spreekvaardigheid waar je kan oefenen.
Liever overdrijven dan niks zeggen!

Slide 36 - Diapositive

Morgen aan het einde vd les lesson 1 en 2 af

Slide 37 - Diapositive