Leesvragen § 2.2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Even lezen.......§ 2.2

1. Verloopt urbanisatie in rijke en arme landen op dezelfde manier?
(1e blauwe kader)

2. Wanneer zijn de steden in rijke landen vooral gaan groeien (1e blauwe kader)

3. Welke ontwikkeling vond plaats vanaf 1960 (1e blauwe kader)

4. Wat is de betekenis van 'suburbanisatie'? (1e blauwe kader)

5. Wat zijn suburbs en hoe zijn ze ontstaan. (1e blauwe kader)

6. Vanaf 1990 werden de steden weer populair en stopte de leegloop. Hoe kwam dit? (1e blauwe kader)

7. Wat is gentrificatie en welk effect heeft dit gehad op de huur- en koopprijzen? (1e blauwe kader)

8. Hoe noemen we het deel van de stad met de hoge kantoren (wolkenkrabbers?) (1e blauwe kader)

9. Waarom woont er bijna niemand in het CBD? (1e blauwe kader)

10. Wanneer begon in arme landen de groei van steden (urbanisatie)?(2e blauwe kader)

11. Waarom trokken vanaf 1960 veel mensen in arme landen naar de stad? (2e blauwe kader)

12. Waar gingen de nieuwe stadsbewoners vooral wonen? (2e blauwe kader)

13. Wat is kenmerkend voor de groei van arme steden? (2e blauwe kader)

14. Wat bedoelen we met de zelfbouwwijken? Welk kenmerk hebben de huizen in deze wijken? (2e blauwe kader)

15. Wonen in steden van arme landen de stadsmensen allemaal door elkaar? Leg uit! (2e blauwe kader)

15. Wonen in steden van arme landen de stadsmensen allemaal door elkaar? Leg uit! (2e blauwe kader)

16. Wat is een stadsplanning en wie moet daar voor zorgen? (3e blauwe kader)

17. Steden hebben ook een goede infrastructuur nodig. Wat bedoelen we daar mee?(3e blauwe kader)

18. Wat is het verschil tussen de particuliere ruimte in een stad en de openbare ruimte?(3e blauwe kader)

19. Bij de uitbreiding van steden past het begrip ruimtelijke ordening. Wat bedoelen we daar mee?(3e blauwe kader)

20. Waarom is een goede stadsplanning voor stadsbesturen in arme landen vaak lastig? Noem 2 redenen(3e blauwe kader)

En nu....?

-> Lever al je blaadjes weer in bij de docent.

-> Pak een pen + je AK-boek

-> Blader naar blz. 54 + 55 en maak de introductie-opdrachten 

En nu....?

-> Pak een pen

-> Neem blz. 64 + 65 in je boek voor je

-> Train! Maak opdracht 1 t/m 5 (§ 2.2)