Farmacotherapie voor apothekersassist hdst 1,2,3,4

Dhr Bakker is bij de tandarts geweest en krijgt ibuprofen voor de pijn
welke behandelmethode is dat?
1 / 28
suivant
Slide 1: Question ouverte
FPZMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Dhr Bakker is bij de tandarts geweest en krijgt ibuprofen voor de pijn
welke behandelmethode is dat?

Slide 1 - Question ouverte

Het blijkt een infectie te zijn en krijgt van de tandarts een recept met antibiotica
welke behandelmethode is dat?

Slide 2 - Question ouverte

Sophia heeft diabetes en moet insuline spuiten subcutaan
wat betekent subcutaan?

Slide 3 - Question ouverte

wat is een placebo?

Slide 4 - Question ouverte

toedieningsvormen

Slide 5 - Carte mentale

Dhr. de Vries krijgt een spray voor onder de tong
Welke toedieningswijze is dat?

Slide 6 - Question ouverte

Mevrouw Torab krijgt pleisters om de pijn te verlichten
Welke toedieningsvorm zijn de pleisters?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Meneer Turan krijgt een injectie intramusculair. Waar wordt de injectie gezet?

Slide 9 - Question ouverte

Wat houdt het similiaprincipe in?

Slide 10 - Question ouverte

Wat betekent retard ?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is fytotherapie?

Slide 12 - Question ouverte

De familie Jans gaat naar de tropen en krijgt malaria tabletten mee om te voorkomen dat ze malaria krijgen
welke behandelmethode is dat?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe noem je een toediening die in het hele lichaam werkt?

Slide 14 - Question ouverte

R/ paracatamol 240 mg supp.
d.t.d.no 10
S/ a.n. 1 supp.
vertaal alle latijnse afkortingen

Slide 15 - Question ouverte

Welke toedieningsvormen kunnen rectaal worden toegediend?

Slide 16 - Question ouverte

Dhr jansen gebruikt een tablet waarbij MSR staat. mag hij de tabletten kauwen? Wat betekent MSR?

Slide 17 - Question ouverte

Welke toedieningsvorm wordt het snelst opgenomen in het lichaam?
A
tablet
B
intraveneuze injectie
C
zetpil
D
klysma

Slide 18 - Quiz

Welke tabletvorm mag je en heel innemen of oplossen in water en opdrinken
A
bruistablet
B
capsule
C
slow release tablet
D
disper tablet

Slide 19 - Quiz

injectie in de ader

Slide 20 - Question ouverte

Wat houdt de biologische beschikbaarheid van een geneesmiddel in?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is de bloedspiegel van een geneesmiddel?

Slide 22 - Question ouverte

mevrouw de wit is zwanger en daardoor mag ze bepaalde geneesmiddelen niet gebruiken dat noem je een

Slide 23 - Question ouverte

geneesmiddelen kunnen voor verschillende indicaties gebruikt worden . waar of niet waar?

Slide 24 - Question ouverte

Welke organen zijn heel belangrijk bij de uitscheiding van geneesmiddelen?

Slide 25 - Question ouverte

R/polymyxine oculoguttae
S/ 3dd 1 gtt ods

Slide 26 - Question ouverte

Waarom moet je altijd zelf de dosering controleren?

Slide 27 - Question ouverte

Wat heb je geleerd?

Slide 28 - Carte mentale