2 Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Laatste letter -t of -d en de ik-vorm van het werkwoord
Werkwoordspelling
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Laatste letter -t of -d en de ik-vorm van het werkwoord
Werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen. 
  • Je kan de woorden met i, ie en y goed spellen.

Slide 2 - Diapositive

Hoe weet je ook alweer of de laatste letter een - of -d is?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Spellingregels:
  • Ik erbij of jij erachter: alleen de ik-vorm
    Ik werk - werk jij?
  • Anders in het enkelvoud: ik-vorm+t
    Jij werkt - Zij werkt 
  • In het meervoud: het hele werkwoord
    Wij werken, jullie werken, zij werken 

Slide 5 - Diapositive

1. ik-vorm

Enkelvoud ik-vorm of jij erachter:

schrijf alleen de ik-vorm


ik loop

ik fiets

ik praat

ik vind

loop jij

fiets jij

praat jij

vind jij

Slide 6 - Diapositive

2. ik-vorm + T

Enkelvoud andere vormen:

schrijf de stam + t


jij loopt

hij fietst

zij praat

Fred vindt

Slide 7 - Diapositive

3. HELE WERKWOORD

Meervoud:

schrijf het hele werkwoord


wij lopen

zij fietsten

jullie praten

Fred en Laurien vinden

Slide 8 - Diapositive

pv-tt
Schrijf de juiste vorm
Hij (doden) die enge spin

Slide 9 - Question ouverte

-pv-tt
Schrijf de juiste vorm
Die jongen (bespieden) zijn vriendin.

Slide 10 - Question ouverte

pv-tt
Schrijf de juiste vorm
Daar (gebeuren) een ongeluk

Slide 11 - Question ouverte

pv-tt
Schrijf de juiste vorm
je (worden) na het feestje naar huis gebracht.

Slide 12 - Question ouverte

pv-tt
Schrijf de juiste vorm
(worden) je na het feestje naar huis gebracht?

Slide 13 - Question ouverte

pv-tt
Schrijf de juiste vorm
De docent (besteden) zijn tijd goed.

Slide 14 - Question ouverte

pv-tt
Schrijf de juiste vorm
(raden) je het goede antwoord?

Slide 15 - Question ouverte

Aan de slag 
Maak opdrachten 1 t/m5
blz. 84/85

Slide 16 - Diapositive

Blz. 196 (kader)
Geiten bokken
hanen kraaien
katten spinnen
apen vlooien

Slide 17 - Diapositive