16.2 Vervolg aangeboren afweer

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.2 Vervolg aangeboren afweer
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.2 Vervolg aangeboren afweer

Slide 1 - Diapositive

Deze les
- Terugblik
- 16.2 leerdoelen 4 + 5: stappen aangeboren afweer
- Zelfstandig verder verdiepen
- Opdrachten


Slide 2 - Diapositive

Noem een voorbeeld van mechanische afweer bij een plant

Slide 3 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van chemische afweer bij de mens en bij een plant

Slide 4 - Question ouverte

Hoe voorkomt pigment huidkanker?
(Let op je formulering!)

Slide 5 - Question ouverte

Leerdoelen 16.2
3. Je legt uit hoe bacteriën, parasieten, virussen en schimmels je ziek maken. 
4. Je legt uit hoe je afweersysteem onderscheid maakt tussen lichaamsvreemde en lichaamseigen stoffen. 
5. Je beschrijft de rol van witte bloedcellen en complementeiwitten bij de aangeboren afweer. 

Slide 6 - Diapositive

Tweede verdedigingslinie
aspecifieke/ niet-specifieke/ aangeboren Afweer


Definitie: Afweer waar geen ‘geheugen’ van blijft bestaan.
Dit type afweer heb je vanaf je geboorte.

Slide 7 - Diapositive

Aangeboren afweer
Wordt uitgevoerd door:
  • Witte bloedcellen (fagocyten en natural killercellen)
  • Complementsysteem/ complementeiwitten
  • Ontstekingsreactie


Slide 8 - Diapositive

Lichaamseigen/ -vreemd
Door je afweersysteem moet onderscheid gemaakt worden tussen lichaamseigen en lichaamsvreemde dingen in je lichaam.

Hoe? --> Antigenen

Slide 9 - Diapositive

Lichaamsvreemd
Elke indringer (bacterie/ virus) heeft eiwitten aan de buitenkant: lichaamsvreemde antigenen

Ziekteverwekkers

Slide 10 - Diapositive

Lichaamseigen
Elke eigen lichaamscel heeft ook eiwitten aan de buitenkant: lichaamseigen antigenen

Lichaamscellen
Lichaamseigen antigenen worden m.b.v. een MHC-I-molecuul (een soort vlaggenstok aan het celmembraan) gepresenteerd. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Zelfstandig verder verdiepen
Gebruik de volgende slides om de stappen in de aangeboren afweer verder te verdiepen -->

Lastig? Kom naar uitlegtafel. 
Klaar? Maak opdrachten bij 16.2 leerdoelen 3 t/m 5

Slide 15 - Diapositive

Complementsysteem
Plm 30 verschillende complementeiwitten in je bloed

Kunnen binden aan ziekteverwekkers door een groep te vormen en te binden op het celoppervlak van de indringer of een geïnfecteerde cel. 


Slide 16 - Diapositive

Complementsysteem
Brengen dan een cascade op gang die leidt tot:


1. Het maken van gaten in celmembraan, waardoor ziekteverwekkers worden gedood (lysis)
2. aantrekken van witte bloedcellen via signaalstoffen (cytokinen) (chemotaxis)
3. markeren en hinderen bewegen van ziekteverwekkers (opsonisatie)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Witte bloedcellen
De volgende witte bloedcellen komen naar de plaats van infectie:
- Granulocyten
- Macrofagen
- Natural Killer cellen


Slide 19 - Diapositive

Granulocyten (BINAS 84I)
granulocyten hebben
een veelvormige, niet
ronde kern.




Bevatten cytokinen en blaasjes met gifstoffen

Slide 20 - Diapositive

Granulocyten



Bij ontdekking van een ziekteverwekker:
- Geven gifstoffen af die schadelijk zijn voor de ziekteverwekker
- Geven cytokinen af --> ontstekingsreactie

Slide 21 - Diapositive

Cytokinen (signaalstoffen)
  • Hechten aan de bloedvatwand: signaal voor andere witte bloedcellen voor plek van infectie, trekken dus andere witte bloedcellen aan (zoals macrofagen)
  • Spiercellen in de bloedvatwand ontspannen: meer bloed
  • Ruimte tussen de cellen van de bloedvatwand neemt toe: bloedcellen kunnen makkelijker het weefsel in


Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Cytokinen
Zorgen voor de ontstekingsreactie.

Slide 24 - Diapositive

Macrofagen
Macrofagen omvatten deeltjes en cellen die niet in het lichaam thuis horen (fagocytose). Met lysosomen verteren ze deze deeltjes/ cellen.

 

Geldt voor:
Bacteriën, virussen, splinters, inkt, dode/ beschadigde cellen etc.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Geïnfecteerde cel
Na besmetting plaats een geïnfecteerde lichaamscel de antigenen van de ziekteverwekker aan de MHC-I-moleculen op het celmembraan. 

Nu is de cel herkenbaar als geïnfecteerd

Slide 27 - Diapositive

Natural Killer cellen (NK-cellen)
Controleren de celmembranen van eigen lichaamscellen op afwijkende (lichaamsvreemde) eiwitten in het MHC-I molecuul:

- Doden virus-geïnfecteerde cellen
- Doden tumorcellen

Slide 28 - Diapositive

Natural Killer cellen (NK-cellen)
Scheiden perforine af: een stof die de celmembraan stuk maakt (de cel sterft), óf zetten de cel aan tot apoptose (DNAse wordt geactiveerd, DNA wordt afgebroken)

Doden dus juist lichaamseigen cellen die zich vreemd gedragen door tumorgenen of cellen die lichaamsvreemde antigenen aan de MHC-I-moculen hebben (door virusinfectie). 

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Aan de slag!
Maken opdrachten 16.2 bij leerdoelen 3 t/m 5

Slide 31 - Diapositive