KERN 20_Stijlfiguren

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom klas!

Startklaar maken:

• Pennen, laptop, map 
• Telefoon in ZAKKIE in tas. 

Binnen = stil beginnen.

- Lees in je jeugdboek.

- Docent doet administratie. (HV, AB, MV)

- Na afloop beurten voor samenvatten gelezen bladzijden. 

Wat gaan we doen?

1. Uitleg KERN 20.

2. Oefenen met KERN 20.

3. Zelfstandig werken. 

Leerstof PTO-3

KERN 12, 13, 14: Debat & betoog.

KERN 20: Beeldspraak (synesthesie & personificatie)

KERN 21: beeldspraak (Metonymia)

KERN 32, 33, 34: Argumenten: juistheid & geldigheid. 

Woorden van KERN 31 t/m 35. 

Boekopdracht: vlog bij het boek. (Koppeling aan KERN 25 en 26)

Aantekeningen maken

Spullen:

a. Schrift of map (Cornell)

b. Pennen. 

Lesdoel KERN 20

Ik kan de beeldspraak 'personificatie' en 'synesthesie' herkennen. (T1)

Communiceren doe je samen 2

Beeldspraak 1. Personificatie

Letterlijk: 'een persoon van iets maken'
Er worden menselijke eigenschappen toegeschreven aan 'dingen'.

 

Bijvoorbeeld:

• Voor iemand met dyslexie dansen de letters door elkaar. 
• Kunnen letters dansen? 
• Nee, de letters krijgen menselijke eigenschappen  > personificatie

Communiceren doe je samen 2

Beeldspraak 2: Synesthesie: 

- Er zijn 5 zintuigen: zien, spreken, horen, voelen en proeven. 

- twee verschillende soorten zintuigen worden gebruikt

Bijvoorbeeld:

• Ze keek heel zuur bij het horen van boekopdracht. 
• Zijn er twee soorten zintuigen? 
• zuur = smaak > proeven   +    kijken 
• > synesthesie

Oefenen met lesstof.

>> Inloggen bij LessonUp. 

>> 17 vragen.

1. In die tekening stonden schreeuwende kleuren. (T1)

1. personificatie
2. synesthesie

2. Leg de synesthesie uit in (T2)
In die tekening stonden schreeuwende kleuren.

3. De wind fluistert in mijn oor.

1. personificatie
2. synesthesie

4. Leg de personificatie. Wat is de menselijke eigenschap?
De wind fluistert in mijn oor.

5. Toen ze antwoord gaf, kwamen er alleen bittere woorden.

1. personificatie
2. synesthesie

6. Leg de synesthesie uit in:
Toen ze antwoord gaf, kwamen er alleen bittere woorden.

7. Mevrouw Van Vliet antwoordde met een warme stem op de huilende jongen.

1. personificatie
2. synesthesie

8. Leg de synesthesie uit in:
Mevrouw Van Vliet antwoordde met een warme stem op de huilende jongen.

t/m hier gekomen + 15 min NUMO

9. De kamer vulde zich met kil blauw licht.

1. personificatie
2. synesthesie

10. Leg de synesthesie uit in:
De kamer vulde zich met kil blauw licht.

11. De muren sloten het meisje in.

1. personificatie
2. synesthesie

12. Leg de personificatie uit in:
De muren sloten het meisje in.

13. Die eigenwijze computer luisterde weer eens niet.

1. personificatie
2. synesthesie

14. Leg de personificatie uit in:
Die eigenwijze computer luisterde weer eens niet.

15. De docent keek met een scherpe blik naar de spiekende leerling.

1. personificatie
2. synesthesie

16. Leg de synesthesie uit in:
De docent keek met een scherpe blik naar de spiekende leerling.

17. De angst klopte aan de deur en de mensen werden bang.

1. personificatie
2. synesthesie

18. Leg de personificatie uit in:
De angst klopte aan de deur en de mensen werden bang.

3. Zelfstandig werken

Wat?	Begin met het huiswerk voor na de vakantie.
Tijd?	Tot einde van de les
Huiswerk voor na de vakantie	a. Werkblad beeldspraak. b. Lees in je jeugdboek tot bladzij 70. c. Maak alvast een deel v/d boekopdracht: - In welk perspectief is jouw boek geschreven? - Geef een voorbeeld uit het boek. (blz. nummer) - Vertel meer over de hoofdpersoon. Beantwoord de vragen uit KERN pagina 102. >> Lengte: 2 alinea's. Inleveren via de ELO.

Personificaties en synesthesie

R: Ik ken de stijlfiguren personificatie en synesthesie. 

T1: Ik kan de stijlfiguren personificatie en synesthesie zelf in een tekst herkennen en uitleggen.

Huiswerk nakijken

Pak het stencil over personificatie en synesthesie erbij. 

Zet een krul of verbeter je werk. 

Zelf aan het werk met NUMO

Begrippen uit deze les

Stijlfiguren

personificatie en synesthesie