Les 13

Les 13
Frans 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 13
Frans 

Slide 1 - Diapositive

Programme
  • Presentie                          
  • Frans feitje                      ( 5 min.)
  • HW controle                   ( 5 min.)
  • Nakijken                          (10 min.)
  • Avoir oefenen                 (20 min.)
  • phrases Clés G                (10 min.)
  • Afsluiting                         ( 5 min.)
  • Les devoirs

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Na de les...
...kun je het werkwoord 'avoir' vervoegen met al de bijbehorende personen.
...kun je het werkwoord 'avoir' vertalen naar het Nederlands plus al de vervoegingen. 

...kun je familieleden als 'père', 'mère', en 'frère' vertalen. 

...kun je 'Frankrijk' en 'de pannenkoek' vertalen naar het Frans. 


Slide 3 - Diapositive

Presentie

Slide 4 - Diapositive

- Frans feitje -

Frankrijk is een echt kaasland​

In Nederland eten we veel kaas, maar in Frankrijk doen ze er een schepje bovenop. Wist je dat er ongeveer 1200 soorten kaas in Frankrijk worden gemaakt?
(2m02)

Slide 5 - Diapositive

Formatieve toets voca F (5 min)
Open de klassenomgeving van LessonUp en zoek naar
 'Voca F, Boek 1A VWO
Deze staat in de volgende map: 'formatieve voca toetsen'


Het maakwerk:
Faire (maken) ex. 30a, b, c + 31d, e op p.48-49 + 4a en b op p.140

Slide 6 - Diapositive

Il en elle vs ils en elles -Hoe zat het ook alweer?
 Je kunt namen vervangen voor persoonlijke voornaamwoorden. ​

Één naam: il of elle​

Twee namen: ils of elles

Voorbeeld:​
    Adam a > Il a, Adam et David ont > ils ont​
    Sophie a > elle a, Sophie et Eva ont > elles ont







Slide 7 - Diapositive

Avoir (=hebben)

Slide 8 - Diapositive

Nakijken (10 min)
Open je boek op p.48-49 en daarna op p.140

30a, b, c + 31d, e  + 4a en b 

Slide 9 - Diapositive

Avoir verder oefenen (15 min)
Op de volgende manier gaan we verder met het oefenen van 'avoir':
  • We openen Quizlet en je schrijft je in, in de klassenomgeving: 
      https://quizlet.com/join/KNdCXFZN6?i=403asz&x=1rqt
  • Dan staan er twee studiesets: 
      - Avoir -oefenen met de franse vervoegingen
      - Avoir -oefenen vertaling NL
  • Je maakt ze beide. Van de eerste set maak je 'Leren', 'Schrijven' en je kiest zelf nog een andere optie. 
     Van de tweede set maak je 'Speller', 'Test' en je kiest zelf nog een optie uit. 

timer
15:00

Slide 10 - Diapositive

Phrases Clés G
Open je boek op p.46. en kijk mee naar het blauwe blokje.

Oefenen in tweetallen. wissel elk van rol:
ex. 27e 

Daarna met een andere leerling:
ex. 28

Slide 11 - Diapositive

Toets hoofdstuk 1!!
Staat inmiddels in Magister.

Je hebt nog 2 week om te leren!!!

Slide 12 - Diapositive

Afsluiting
'Avoir' vervoeg ik in de nous, vous en ils vorm als volgt:....

J'ai en Tu as betekenen: .......

'mère' betekent het volgende:

'Frankrijk' en 'de pannenkoek' vertaal ik als volgt:



Slide 13 - Diapositive

Les devoirs
Apprendre (leren)
- Voca A, B, D, E, en F (p. 52-53)

- Phrases Clés C en G (p. 54)
- Nummers 1-20 (p. 54)
- Avoir (p. 48)
- persoonlijke voornaamwoorden 9p. 49)
- lidwoorden (p. 32-33)
- Dagen van de week (p.17)

Over 2 week toets!!!





Slide 14 - Diapositive