past simple

English

welcome

Past simple

English

Past simple

Er zijn 2 dingen die je moet weten

- Wanneer gebruik je deze tijd?

- Hoe maak je deze tijd?

Past simple

Wanneer gebruik je deze tijd?

verleden tijd = iets is in het verleden gebeurd EN afgelopen

Past simple

Hoe maak je deze tijd?

1: hele werkwoord + ed

2: het 2e rijtje onregelmatige werkwoorden

Past simple

Voorbeeld:

My mother walked to work yesterday.

(want) I ______ to have a dog when I was young.

(bake) She ______ a cake for his birthday last week.

(walk) Boris and Lynn ______ to school yesterday.

(drop) I ______ my pen a minute ago.

(respect) Mary _______ George's choice

(see)I _____ your keys in the kitchen yesterday.

(drive) Lindy ______ there yesterday.