Evolutie

Evolutie

Het gaat niet om de oerknal!

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Evolutie

Het gaat niet om de oerknal!

Slide 1 - Diapositive

De evolutietheorie
Definitie:
Het veranderen, verdwijnen en ontstaan van soorten in de loop der tijd (kan 1000en
jaren duren)
Vanuit 1 gemeenschappelijke voorouder (de eerste cel) ontwikkelen zich alle levensvormen door evolutie.
Mutatie zorgde voor variatie en nieuwe soorten leven. (uitleg hierna)

Slide 2 - Diapositive

Mutaties
Mutaties kunnen ontstaan door:
- bepaalde stoffen (bijv rook)
- UV-straling
- spontaan (door kopieerfout)

Slide 3 - Diapositive

Is elke mutatie erg?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Hoe kan het fenotype op natuurlijke wijze veranderen?
Mutatie = spontane verandering in het DNA (genotype)
Gevolg = variatie (mutatie moet dan wel in een zaadcel/eicel gebeuren)

Hoe werkt evolutie?

Slide 5 - Diapositive

Charles Darwin
- Struggle for life
- Survival of the fittest

Slide 6 - Diapositive

2

Slide 7 - Vidéo

01:12
Hoe heet het dat we allemaal zo verschillend zijn?
A
Mutatie
B
Variatie
C
Evolutie

Slide 8 - Quiz

01:45
Dit klopt niet helemaal
Darwin had geen idee hoe de aarde ontstaan was.

Hij zei alleen dat door evolutie organismen veranderden

Slide 9 - Diapositive

Darwin had het over 'survival of the fittest'
Waar staat 'fittest' voor bij evolutie?
A
Dat je het best bent aangepast aan je omgeving
B
hoe fit je bent
C
hoeveel nakomelingen je maakt
D
hoe sterk je bent

Slide 10 - Quiz

Natuurlijke selectie
- Struggle for life
- Survival of the fittest
Leg de begrippen uit, met dit figuur

Slide 11 - Diapositive

Evolutie laatste tijd?
Bijvoorbeeld de berkenvlinder. Berkenbomen zijn wit, maar in vervuilde omgevingen worden de stammen zwart.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

2

Slide 14 - Vidéo

00:20
Welke cel zal in oorsprong een mutatie gehad hebben
A
Een cel in de vinger
B
Een eicel of zaadcel
C
Een cel in de hand
D
Een cel in de foetus

Slide 15 - Quiz

01:26
Wat is een voordeel van 6 vingers?

Slide 16 - Carte mentale

Stammen we af van de aap?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

1 van de grote misvatting
We stammen niet af van de aap, maar we hebben een gemeenschappelijke voorouder met de moderne aap.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Maar hoe ontstaan er nieuwe soorten?
Bijvoorbeeld op deze manier:

Slide 20 - Diapositive

Bewijzen voor de evolutie
Overeenkomsten in bouw
Fossielen
DNA overeenkomsten


Slide 21 - Diapositive

Van welk dier is deze poot denk je?

Slide 22 - Question ouverte

Van de kip

Slide 23 - Diapositive

Overeenkomsten in de bouw

Slide 24 - Diapositive

Teenkootjes
Middenvoetsbeentjes
Voetwortelbeentjes

Slide 25 - Question de remorquage

Slide 26 - Lien