Periode 6, les 2: objectief - subjectief
1 / 32
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat is observeren?
A
het bewust worden van de wereld om ons heen
B
het opzettelijk en doelgericht waarnemen
Slide 4 - Quiz
Wat betekent waarnemen?
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Geef een objectieve beschrijving van wat je op deze foto ziet
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Geef een subjectieve beschrijving van wat je op deze foto ziet
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Wat is het verschil tussen
objectief en subjectief?
objectief en subjectief?
Slide 30 - Question ouverte
Objectief
Subjectief
Een jongen loopt naar het toilet.
Een student heeft tijdens de les tien vragen gesteld.
Zij was erg lelijk gekleed.
Mijn vriendin werd onterecht beschuldigd.
De man draag een groene trui.
Zoals altijd is de meneer van burgerschap weer chagrijnig.
