Les 2: taaldoel, groepsopdracht

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1-4

Vandaag

Lezen 15 min.

Taaldoel 15 min.

Opdracht 60 min.

Uiterlijke inleverdatum boek

30 december

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

1. heb je omschreven wat jouw taaldoel is aan de hand van twee vragen.

2. Kun je taalregels uitleggen die betrekking hebben op jouw taaldoel middels het maken van een opdracht.

Taaldoel

Pak je taaldoel erbij

Onderstaande punten moeten te beantwoorden zijn aan de hand van je taaldoel:

1. Wanneer heb je je doel behaald? 

2. Hoe kan iemand controleren dat je je doel hebt behaald?

Opdracht

Kies een groep: 

• interpunctie/leestekens, 
• werkwoordspelling, 
• woordsoorten / zinsconstructie, 
• overig

Individueel: Zoek definities en regels op die betrekking hebben op jouw gekozen groep.

Groepsopdracht

Ga met jouw gekozen groep bij elkaar zitten

Doel: De regels van jouw gekozen onderwerp kunnen uitleggen aan een ander door:

• Een poster te maken waarin de regels worden uitgelegd
• het toe te passen in verschillende zinnen.

Opzet: 20 min. voorbereiding - 10 min. vragen stellen - 20 min. vragen beantwoorden 

Voorbereiding

1. Schrijf de taal- en/of spellingsregels op.

2. Werk een manier uit om de regels te leren.

3. Pas de regels toe in nieuwe situaties.

4. Stel vragen bij hetgeen wat je niet begrijpt.

Zorg ervoor dat je de regels kan uitleggen en toepassen

Vragen stellen

1. Kennis : Gericht op feitelijke informatie en het kunnen onthouden en reproduceren.
2. Inzicht : leerstof kunnen uitleggen (in eigen woorden)
3. Toepassing : leerstof in een onbekende situatie gebruiken om een probleem op te lossen
4. Analyse : Leerstof opbreken en losse onderdelen met elkaar in verband kunnen brengen.
5. Synthese : Onderdelen samenbrengen tot iets nieuws.
6. Evaluatie : leerstof op waarde kunnen schatten, kunnen beargumenteren en oordelen.

1. Loop rond en kijk bij de andere groepen. 

2. Schrijf kennis- en toepassingsvragen m.b.t. het onderwerp op een post-it en plak deze bij de poster.

Vragen beantwoorden

Beantwoord de vragen die je als groep hebt gekregen.

Opbrengst

Wat neem je mee voor jouw portfolio/taaldoel?

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

1. heb je omschreven wat jouw taaldoel is aan de hand van twee vragen.

2. Kun je taalregels uitleggen die betrekking hebben op jouw taaldoel middels het maken van een opdracht.