hele lessenreeks spelling

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

gebruik de tegenwoordige tijd

Slide 8 - Diapositive

De aap ......(spelen) op een pianootje.

Slide 9 - Question ouverte

Charlotte.....(houden) erg van chocolade.

Slide 10 - Question ouverte

Vader ....(bereiden) een lekkere maaltijd.

Slide 11 - Question ouverte

(vinden) ......jij wiskunde ook zo'n moeilijk vak?

Slide 12 - Question ouverte

(worden) je zusje later een bekende popster?

Slide 13 - Question ouverte

Gebruik de verleden tijd!

Slide 14 - Diapositive

De lerares ( noemen) de namen van de leerlingen.

Slide 15 - Question ouverte

Bart en Dirk (beantwoorden)..... alle vragen in het Engels.

Slide 16 - Question ouverte

Gisteren ( lopen) .... zij samen naar huis.

Slide 17 - Question ouverte

In het pierenbad.....(stoeien) een paar kleuters.

Slide 18 - Question ouverte

Remco.......(wachten) bij de ingang op zijn vriend.

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

pvtt of voltooid deelwoord?

Slide 21 - Diapositive

Hij .....(bepalen) de regels voor het spel.

Slide 22 - Question ouverte

Zij hebben de kleuren van de vlaggen .......(bepalen).

Slide 23 - Question ouverte

Hij ....(herhalen) de lesstof voor het examen.

Slide 24 - Question ouverte

De leerlingen hebben de woordenlijst voor de toets .....(herhalen)

Slide 25 - Question ouverte

Dat .....(gebeuren) meestal in de pauzes.

Slide 26 - Question ouverte

Dat is gisteren in de pauze ......(gebeuren)

Slide 27 - Question ouverte

Noteer het juiste voltooid deelwoord

Slide 28 - Diapositive

Ik ben gisteren niet thuis ......(blijven).

Slide 29 - Question ouverte

Mijn vrienden hebben me om half negen ......(ophalen).

Slide 30 - Question ouverte

Ik heb mijn spullen .....(verhuizen).

Slide 31 - Question ouverte

Voor de kaartjes heb ik een maand ....(sparen).

Slide 32 - Question ouverte

De kaartjes voor deze disco zijn namelijk snel .....(uitverkopen).

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Even oefenen
Denk goed na: is het de pv of niet?
bij meerdere antwoorden gebruik je /
vb: huisde/ liep

Slide 42 - Diapositive

Hij ....(faxen) dat jullie gisteren heel goed..... (bridgen).

Slide 43 - Question ouverte

Mijn vader.... (deleten)het .....(downloaden) programma

Slide 44 - Question ouverte

Halverwege werd nog de snelste tijd .....(timen), maar hij ....(finishen) als laatste.

Slide 45 - Question ouverte

Hij ....(showen) graag dat hij goed .....(breakdancen)

Slide 46 - Question ouverte

Ik ....(promoten) paintballen al jaren.

Slide 47 - Question ouverte