Les 10 - H4 Statistiek HERHALING

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 4 - Statistiek

Statistiek

 =

Informatieverwerking!

Belangrijke woorden uit 4.1

Belangrijke begrippen uit 4.1:

• Centraal bureau voor statistiek (CBS)
• telling -> je telt alle gegevens bij elkaar
• steekproef -> je onderzoekt een deel van de groep
• representatief -> iedereen is vertegenwoordigd
• representatieve steekproef -> alle groepen moeten     terug te vinden zijn in de steekproef
• conclusies -> uitspraken die je doet over wat je onderzocht hebt

4.1 - Informatie

CBS

https://www.cbs.nl/

Hoofdstuk 4 Statistiek

4.2 gemiddelde

Belangrijke begrippen uit 4.2:

gemiddelde 

gewogen gemiddelde 

gemiddelde uit frequentietabel 

gemiddelde uit een frequentietabel met klassen 

4.2 - Gemiddelde

11 lln hadden een 6 gehaald.

berekening  gewogen gemiddelde cijfer van alle leerlingen

(= in getallen)

(= in procenten)

Voorbeeld 

Frequentietabel met klassen

Als je getallen in groepjes zet om de tabel niet te lang te maken, noem je die groepjes - klassen

Elke klasse heeft een klassenmidden 

4.3 Modus en mediaan

Een belangrijke groep gegevens in de statistiek zijn de centrummaten.

Zij zeggen iets over de gegevens van een onderzoek.

In deze paragraaf gaan we kijken naar:

                de MODUS en de MEDIAAN

Uitleg modus

Modus

Mediaan

Mediaan

Mediaan 

Stappenplan Mediaan:
-zet de getallen van klein naar groot (streep weg wat je al hebt gebruikt)
- tel het aantal getallen 
-mediaan = middelste getal (of het gemiddelde van de middelste 2)

Mediaan

1  3  5  6  9 

Mediaan: middelste getal = .....?

1  3  5  6  8  9 

Mediaan: middelste 2 getallen optellen en delen door 2 = ....?

- Frequentie: hoe vaak komt een getal voor

- Stappenplan volgen

- Uitschrijven van de reeks

0

Maak de volgende vragen om te kijken of je het hebt begrepen.

Wat is de modus?

1. het getal dat het minste voorkomt
2. het middelste getal
3. het getal dat het meeste voorkomt
4. het laatste getal

Wanneer heb je geen modus?

1. Als er teveel getallen zijn
2. Als twee getallen evenveel voorkomen
3. Als er geen middelste getal is

Wat is de mediaan?

1. het laagste getal
2. het getal dat het meeste voorkomt
3. een oneven getal
4. het middelste waarnemingsgetal

Wat is een voorwaarde om de mediaan te vinden?

1. er mogen niet teveel getallen zijn.
2. alle getallen moeten van laag naar hoog op volgorde staan
3. alle getallen moeten van hoog naar laag op volgorde staan

Hoe bereken je het middelste getal?

1. dat kan niet
2. dat is voor oneven en even verschillend

Wat is de modus?

1. het getal dat het minste voorkomt
2. het middelste getal
3. het getal dat het meeste voorkomt
4. het laatste getal

Wanneer heb je geen modus?

1. Als er teveel getallen zijn
2. Als twee getallen evenveel voorkomen
3. Als er geen middelste getal is

Wat is de mediaan?

1. het laagste getal
2. het getal dat het meeste voorkomt
3. een oneven getal
4. het middelste waarnemingsgetal

Wat is een voorwaarde om de mediaan te vinden?

1. er mogen niet teveel getallen zijn.
2. alle getallen moeten van laag naar hoog op volgorde staan
3. alle getallen moeten van hoog naar laag op volgorde staan

Hoe bereken je het middelste getal?

1. dat kan niet
2. dat is voor oneven en even verschillend

4.4 - Diagrammen tekenen en boxplot

boxplot tekenen

1. zet alle getallen op volgorde van laag naar hoog
   
2.  wat is het laagste getal en wat de hoogste (minimum en maximum)?
   
3. teken een as (laagste en hoogste, wat is handig)-> denk aan de TITEL
4. bereken de mediaan (Q2)
5. bereken de mediaan van de 1e helft en van de 3e helft (Q1 en Q3)
6. teken het blokje (snoepje)
7. zorg dat je de getallen van hierboven in de getallenlijn schrijft!

 Zelf een boxplot tekenen

1. zet alle getallen op volgorde van laag naar hoog
2.  wat is het laagste getal en wat de hoogste (minimum en maximum)?
3. teken een as (laagste en hoogste, wat is handig)-> denk aan de TITEL
4. bereken de mediaan (Q2)
5. bereken de mediaan van de 1e helft (Q1) en van de 3e helft  (Q3)
6. teken het blokje (snoepje)

Waar let je op bij het LEZEN van een diagram!

1. bekijk het hele diagram
2. wat staat er bij de assen? Welke getallen?
3. kijk naar de legenda en titel
4. hoe zit het diagram zit in elkaar
5. conclusie!
   

Waar let je op bij het TEKENEN van een diagram?

* geef je diagram een titel

* kijk wat je bij de assen zet

* kies een goede indeling

* teken netjes en nauwkeurig

4.5 - Samengestelde diagrammen 

Wat betekent samengesteld?

waar let je op!

1. Bekijk het hele  diagram
2. Wat staat er bij de assen? Welke getallen?
3. Kijk naar de legenda en titel
4. Hoe zit het diagram zit in elkaar conclusie!