Planten en Dieren

Planten en Dieren
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Planten en Dieren

Slide 1 - Diapositive

Planteneters, alleseters, vleeseters

Slide 2 - Diapositive

Waarom zijn planten moeilijker te verteren?

Slide 3 - Diapositive

Hoe kauwen dieren?
Planteneters - bijv. koeien
Plooikiezen 
Kauwt 'dwars' op de richting van de plooien.

Vleeseters - bijv. honden
Grotere scherpe hoektanden en knipkiezen  

Alleseters - bijv. mensen en varkens
Snijtanden en hoektanden en knobbelkiezen 

Slide 4 - Diapositive

Verteringstelsel van dieren
Verteren is het klein maken van voedsel.
  • Planteneters --> de celwand is moeilijk te verteren. Voedsel moet lang in verteringstelsel zitten. Extra lang verteringsstelsel 
  • Vleeseters --> Dierlijke cellen zijn makkelijk te verteren. Vleeseters hebben een kort verteringsstelsel
  • Alleseters --> Kan dierlijk-plantaardig voedsel verteren. Hebben een middellang verteringsstelsel

Slide 5 - Diapositive

Planteneter

Slide 6 - Diapositive

Vleeseter

Slide 7 - Diapositive

Energiebalans
Dieren moeten genoeg energie uit hun voedsel binnenhalen om te kunnen overleven. 
In een energiebalans kan je zien hoeveel energie een dier binnenkrijgt en waarvoor hij die energie gebruikt.

Slide 8 - Diapositive

Energiebalans
E: energie
B: beweging
T: temperatuur
P: produceren van nieuwe cellen
U: wat het lichaam uit gaat
      (poep, urine, zweet)

Slide 9 - Diapositive

Wat eten planten?

Slide 10 - Diapositive

Wat eten planten?
Herhaling
  • Water
  • Mineralen
  • Koolstofdioxide (wat wij uitademen!)

Hiermee maken ze glucose, een voeddingsstof



Slide 11 - Diapositive

Hoe maakt een plant glucose?
Planten maken glucose in de bladgroenkorrels
Het maken van glucose heet fotosynthese

Voor fotosynthese is nodig:
  • Water
  • Koolstofdioxide
  • Zonlicht (voor energie)
Daardoor komt er:
  • Glucose
  • Zuurstof (welke wij weer inademen)

Slide 12 - Diapositive

Hoe maakt een plant glucose?
Planten maken glucose in de bladgroenkorrels
Het maken van glucose heet fotosynthese


Slide 13 - Diapositive

Welke andere stoffen maakt een plant?
Glucose wordt gebruikt voor energie voor groeien en overleven.

Eiwitten zijn nodig om te groeien. De plant maakt ze uit mineralen.
Zetmeel en vetten zijn reservestoffen.

Als je een plant eet, krijg je de voedingsstoffen van die plant binnen

Slide 14 - Diapositive

De plant haalt dus mineralen en water uit de grond en maakt zelf glucose (een koolhydraat). 

Welke vier andere voedingsstoffen heeft hij dan nog niet?
Zetmeel, vetten, eiwitten en vitaminen.

Slide 15 - Diapositive

Andere voedingsstoffen
Reservestoffen
  • Zetmeel: opslag in wortels/knollen/zaden/bollen.
  • Vetten: opslag in zaden (bv. pinda's)
Bouwstoffen
  • Eiwitten: nodig voor groei.
Beschermende stoffen
  • Vitaminen

Slide 16 - Diapositive

Onderdelen plantencel

Slide 17 - Diapositive

Waardoor worden organismen niet gegeten
Hoe voorkomen organismen dat ze worden opgegeten?
1. Planteneters grote oren en ogen aan zijkant
-> snellere waarneming en snel vluchten
2. Camouflage --> door niet op te vallen in hun omgeving
3. Mimicry --> lijken op een ander gevaarlijk dier (bijvoorbeeld
 zweefvliegen die op wespen lijken)

Planten: doorns, maken van bittere stoffen (soms giftig!), 
brandharen... 



Slide 18 - Diapositive

Waardoor worden organismen niet gegeten?
Camouflage: niet opvallen in de omgeving

Slide 19 - Diapositive

Waardoor worden organismen niet gegeten?
Mimicry: lijken op een ander (giftig) dier

Slide 20 - Diapositive

Waardoor worden organismen niet gegeten?

Slide 21 - Diapositive