elektriciteit Par 1.2 elektriciteit in huis

Regels in de klas:

  • Op je plek blijven zitten
  • Aan het werk als je moet werken
  • Werken met potlood
  • Neem je rekenmachine altijd mee

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Regels in de klas:

  • Op je plek blijven zitten
  • Aan het werk als je moet werken
  • Werken met potlood
  • Neem je rekenmachine altijd mee

Slide 1 - Diapositive

de stroommeter plaats je altijd
A
in serie
B
bij de batterij
C
maakt niet uit
D
parallel

Slide 2 - Quiz

Wat is het symbool voor stroomsterkte
A
A
B
I
C
U
D
S

Slide 3 - Quiz

Welke stroomsterkte geeft de ampère meter aan?

Slide 4 - Question ouverte

Omrekenen van ampere
7,289A.................mA
A
728900mA
B
7289 mA
C
0,7289mA
D
72,89mA

Slide 5 - Quiz

Omrekenen van ampere
10mA= ............A
A
1A
B
100A
C
0,010A
D
0,10A

Slide 6 - Quiz

De batterij levert een stroomsterkte
van 3A.
Geef voor elk lampje aan wat de
stroomsterkte is.

Slide 7 - Question ouverte

De totale stroomsterkte is 6A.
De 3 lampjes zijn gelijk.
Wat is de stroomsterkte door lampje 1?

Slide 8 - Question ouverte

Serie- en parallelschakeling:
Serieschakeling:
  • 1 stroomkring
  • 1 lampje uit > alles uit
  • Stroom overal gelijk
Parallelschakeling:
  • meerdere stroomkringen
  • 1 lampje uit > rest blijft aan
  • Stroom wordt verdeeld over de vertakkingen

Slide 9 - Diapositive

Parallel: It = I1 + I2 + I3

Slide 10 - Diapositive

Serie: It = I1 = I2 = I3

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de onderdelen van een huisinstallatie benoemen vanaf de hoofdleiding in de meterkast.
  • Je kunt beschrijven waar de verschillend gekleurde draden in een huisinstallatie voor dienen.
  •  Je kunt de oorzaak en de gevolgen beschrijven van kortsluiting en van overbelasting.
  •  Je kunt het verschil uitleggen tussen gelijkspanning (DC) en wisselspanning (AC).

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

 elektriciteit in huis

Slide 15 - Diapositive

De huisinstalatie

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

stopcontact

Slide 19 - Diapositive

stopcontact
nuldraad
staat geen spanning op
fasedraad
staat altijd 240 V op

Slide 20 - Diapositive

stopcontact
nuldraad
staat geen spanning op

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

nuldraad
fasedraad
schakeldraad

Slide 23 - Diapositive

nuldraad
fasedraad
schakeldraad
schakeldraad 
staat spanning op als de schakelaar aanstaat

Slide 24 - Diapositive

kortsluiting ontstaat wanneer de draden in een stekker of apparaat contact maken met elkaar

Slide 25 - Diapositive

kortsluiting ontstaat wanneer de draden in een stekker of apparaat contact maken met elkaar

Slide 26 - Diapositive

kortsluiting

Slide 27 - Diapositive

overbelasting
totale stroomsterkte op elke groep mag niet boven 16A.
Gebeurd dat dan word de draad te warm en ontstaat er brandgevaar

Slide 28 - Diapositive

Thuis hebben wij wisselspanning (alternating current) geen constante spanning (direct current)
direct current heb je in een batterij of accu

Slide 29 - Diapositive

Fasedraad
Nuldraad
Schakeldraad

Slide 30 - Question de remorquage

Overbelasting
Kortsluiting

Slide 31 - Question de remorquage

Hoe was je inzet?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Sondage

Weet jij het verschil tussen kortsluiting en overbelasting?
ja
snap het zo goed dat ik het zelfs kan uitleggen
nee

Slide 33 - Sondage

Je weet wat het symbool is voor wisselspanning en gelijkspanning
Ja
nee

Slide 34 - Sondage

Ik kan mijn ouders uitleggen waarvoor de verschillende soorten draad in eenstekker zijn
ja
Nee, snap het niet
ik weet het niet

Slide 35 - Sondage

Nu weet ik hoe de groepskast in elkaar zit
ja
nee

Slide 36 - Sondage

welke cijfer geef je de les van vandaag?
0100

Slide 37 - Sondage