2.4 formules maken bij grafieken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Doel van deze les:

Ik weet wat het stijg- en/of daalgetal is

Ik weet wat het begingetal is

Ik kan een formule maken bij een grafiek met een rechte lijn

Ik weet dat ik ook een letter kan gebruiken voor de horizontale as i.p.v. woorden

Ik weet dat ik deze letter dan ook moet gebruiken in de formule

Formules maken bij grafieken

Stappenplan

1. Wat is het begingetal
2. Wat is het daal of stijggetal
3. Wat staat er bij de horizontale as
4. Wat staat er bij de verticale as
5. Zet alles op de juiste plek

Formules maken

Formules bestaan altijd uit twee soorten getallen:

- Startgetal         -->   25

- Hellingsgetal  -->    4

25+4a=b

Startgetal

Het startgetal of het begingetal is 

het getal waar de tabel of de grafiek 

begint. Dit is altijd bij de 0. 

Startgetal

Het startgetal of het begingetal is 

het getal waar de tabel of de grafiek 

begint. Dit is altijd bij de 0. 

Startgetal is dus 4.

Hellingsgetal

Een hellingsgetal kan stijgen of dalen, 

daarom noemen we dit ook wel:

- stijggetal 

- daalgetal

Hellingsgetal

Het hellingsgetal kun je in de grafiek

vinden door te kijken hoe ver de 

grafiek stijgt als je één stap opzij 

gaat. 

Het hellingsgetal is 2.

___

I

1

2

Voor een stijgende grafiek

Voor een dalende grafiek

Voorbeeld som 49 blz. 94

som 47 blz. 94
kosten in € = 0,79 + 0,14 x afstand in kilometers

Wat is het begingetal?

1. kosten in €
2. 0,79
3. 0,14
4. afstand in kilometers

som 47 blz. 94
kosten in € = 0,79 + 0,14 x afstand in kilometers

Wat is het daal of stijggetal?

1. kosten in €
2. 0,79
3. 0,14
4. afstand in kilometers

Hebben deze formules een stijg- of een daalgetal?

1. stijggetal
2. daalgetal

Zijn de twee formules hetzelfde?
aantal uur x 25 + 50= bedrag
50 + 25 x aantal uur = bedrag

1. Ja
2. Nee

Welk(e) van de volgende zijn formules

1. 5a +3 = b
2. 10 + 3 =13
3. 7a + 5 = 54
4. 8a + 6 = b

Welk(e) van de volgende zijn formules

1. 5a +3 = b
2. 10 + 3 =13
3. 7a + 5 = 54
4. 8a + 6 = b