Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
7.2 Zuren en zure oplossingen
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je leert wat de chemische eigenschappen zijn van zuren.
Je leert een aantal bekende zuren kennen.
Je leert het verschil kennen tussen sterke en zwakke zuren.
Slide 2 - Diapositive
Deze les / deze week
Herhalen koolstofchemie -> zuurgroep
Uitleg zuren
(eventueel) Lezen 7.2
Maken opdrachten 7.1 (1 t/m 7) en 7.2 (8 t/m 21)
Pak je Binas er vast eventjes bij want die heb je nodig.
Slide 3 - Diapositive
Herhaling koolstofchemie
Ethaan
Eth = 2 C
-aan = enkele bindingen tussen C's
Binas 66CD
Ethaanzuur
zuur = COOH-groep
Molecuulformule ethaanzuur = CH3COOH
Slide 4 - Diapositive
Geef de naam van het molecuul.
Slide 5 - Question ouverte
Zuren en zure oplossingen
Alle zure oplossingen:
hebben een zure smaak;
beïnvloeden de kleur van zuur‑base‑indicatoren;
geleiden elektrische stroom;
hebben een pH‑waarde die kleiner is dan 7.
Slide 6 - Diapositive
Zuren en zure oplossingen
Een zuur is een deeltje wat één of meerdere H+-ionen kan afstaan aan een base.
Ook wel een H+ donor genoemd.
Als een zuur oplost in water dan splitst het zuur zich op in lossen ionen. De H+ en het zuurrest-ion.
Hoe meer H+ -ionen in een oplossing, hoe zuurder de oplossing (dus hoe lager de pH).
Bij een alkaanzuur, wordt de H+ van de zuurgroep afgestaan.
Slide 7 - Diapositive
Oplosvergelijkingen van zuren
Zoutzuur = oplossing van waterstofchloride in water (Binas 66A):
HCl (g) -> H+ (aq) + Cl- (aq)
Oplossen van zwavelzuur in water (Binas 66B):
H2SO4 (l) -> 2 H+ + SO42- (aq)
Oplossen van azijnzuur (ethaanzuur, Binas 66A) in water:
CH3COOH (l) -> H+ (aq) + CH3COO- (aq)
CH3COOH (l) -> CH3COOH (aq)
Slide 8 - Diapositive
Geef de vergelijking waarbij mierenzuur wordt opgelost met toestandsaanduidingen. Gebruik Binas 66A/D (en evt. 49).
Slide 9 - Question ouverte
uitleg quizvraag
Mierenzuur is de triviale naam van methaanzuur.
Molecuulformule methaanzuur is HCOOH.
HCOOH (l) -> H+ (aq) + HCOO- (aq)
of
HCOOH (l) -> HCOOH (aq)
Slide 10 - Diapositive
Sterke en zwakke zuren
Oplossingen van sterke zuren bevatten geen opgeloste zuurmoleculen. Er zijn alleen H+‑ionen en zuurrestionen aanwezig.
In oplossingen van zwakke zuren zitten opgeloste zuurmoleculen, H+‑ionen en zuurrestionen. De opgeloste zuurmoleculen zijn in de meerderheid en je noteert de volledige formule van het zuur voor de oplossing.
Slide 11 - Diapositive
Sterke en zwakke zuren
Binas 49geeft een overzicht van bekende zuren en basen.
Onder te verdelen in: sterk, zwak en zeer zwak, zie volgende slide.
Hoe sterker een zuur, hoe makkelijker het H+-ion kan worden afgesplitst.
Bij gelijke molariteit (hoeveelheid mol per L), heeft een sterk zuur;
een lagere pH dan een zwak zuur,
veel beter stroom geleiden dan een zwak zuur,
zal hij sterker reageren dan een zwak zuur (meer H+ in oplossing).
Slide 12 - Diapositive
Binas 49
Slide 13 - Diapositive
Is salpeterzuur een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49 en 66B.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base
Slide 14 - Quiz
Is het sulfide-ion een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base
Slide 15 - Quiz
Is het ammonium-ion een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 66B en 49.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base
Slide 16 - Quiz
Binas 49
NH4+
S2-
HNO3
In rood de antwoorden op de quizvragen
Slide 17 - Diapositive
Applet - sterke en zwakke zuren/basen
Op de volgende slide staat een link naar een applet over sterke en zwakke zuren en basen.
Je kunt de pH meten met een pH-meter en universeel indicatorpapier bij verschillende oplossingen.