e6- Formuleren-H. 4 woorden die bij elkaar passen- havo2

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?

Na deze les kun je zinnen maken waarin woorden die bij elkaar horen, bij elkaar staan.





H.4 blz. 128




1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?

Na deze les kun je zinnen maken waarin woorden die bij elkaar horen, bij elkaar staan.





H.4 blz. 128




Slide 1 - Diapositive

Een tekst leest gemakkelijker als woorden of zinsdelen die bij elkaar horen, ook dicht bij elkaar staan. Hier vind je een paar tip:

 

Zet geen lange bijvoeglijke bepaling tussen het lidwoord, aanwijzend voornaamwoord of bezittelijk voornaamwoord en het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Slide 2 - Diapositive

Niet: Een uitzonderlijk goed betaald en bij het grote publiek bekend model noemen we ook wel een supermodel.

Wel: Een model dat uitzonderlijk goed betaald wordt en bij het grote publiek bekend is, noemen we ook wel een supermodel.

Slide 3 - Diapositive

Zet het onderwerp en het gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar
Gebruik in lange zinnen dus liever want en maar dan omdat en hoewel

want na want en maar staan onderwerp en persoonsvorm naast elkaar.

Slide 4 - Diapositive

Niet: Veel meisjes dromen van een bestaan als supermodel, hoewel ze waarschijnlijk niet aan de hoge eisen van de modewereld voldoen.



Wel: Veel meisjes dromen van een bestaan als supermodel, maar ze voldoen waarschijnlijk niet aan de hoge eisen van de modewereld.

Slide 5 - Diapositive

Zet de persoonsvorm zo dicht mogelijk bij de andere werkwoorden van het gezegde.

Niet: Een model kan vanwege een gebrek aan zelfvertrouwen afgewezen worden.

Wel: Een model kan afgewezen worden vanwege een gebrek aan zelfvertrouwen.

Slide 6 - Diapositive

Splits scheidbare werkwoorden niet als dat niet nodig is.
Niet: Denk je dat Marie het zware modellenbestaan vol zal kunnen houden?

Wel: Denk je dat Marie het zware modellenbestaan zal kunnen volhouden?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

Aan de slag

Slide 9 - Diapositive

Maken:

H. 4 Formuleren
blz. 128
startopdr.
+ opdr. 1 t/m 3

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

H2A-2021

Slide 14 - Diapositive

                                          H2B-2021

Slide 15 - Diapositive