VWO 2 2023-12-01

Welkom
Ga rustig zitten!

Pak je pen, schrift en boek erbij.

Heb je de telefoon in de telefoontas bij de deur gedaan?


1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Ga rustig zitten!

Pak je pen, schrift en boek erbij.

Heb je de telefoon in de telefoontas bij de deur gedaan?


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma van vandaag
  • Uitleg paragraaf 5 Arbeidsmarkt
  • Quiz
  • Gemaakte huiswerk, bespreken 1 t/m 7 paragraaf 6
  • Of aan de slag met huiswerk voor de volgende keer
        - Maken paragraaf 6 opdracht 7 t/m 10 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Arbeidsmarkt
Hoe werkt de arbeidsmarkt? 
Geen markt van producten maar van ........?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ARBEIDSMARKT
VRAGERS
AANBIEDERS
bedrijven en overheid
= werkgelegenheid
werkenden en werkzoekenden
= beroepsbevolking
De prijs van arbeid is
loon (of salaris)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werklozen
Beroepsbevolking, aanbod van arbeid

Beroepsbevolking:
Alle mensen tussen 15 en pensioen-leeftijd die werken of werkloos zijn!!




Werkzame    beroepsbevolking:
Het werkzame deel van de beroepsbevolking

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Krappe arbeidsmarkt

Als de vraag naar personeel groter is dan het aanbod, is er een krappe arbeidsmarkt of schaarste. ​



Dus bedrijven hebben meer mensen nodig, 
maar die zijn er eigenlijk niet!

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruime arbeidsmarkt
Als het aanbod van personeel groter is dan de vraag, is er een ruime arbeidsmarkt. ​

Er zijn meer mensen die banen zoeken, 
maar die zijn er eigenlijk niet!

Slide 7 - Diapositive

Ruime arbeidsmarkt:
Bij een ruime arbeidsmarkt zijn er meer arbeiders opzoek naar een baan dan dat er banen zijn. Werknemers zullen genoegen nemen met minder, omdat ze al blij zijn dat ze een baan hebben.  

Krappe arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evenwichtige arbeidsmarkt
Er is marktevenwicht wanneer vraag en aanbod op de arbeidsmarkt met elkaar in evenwicht zijn.

als er meer vraag naar dan aanbod van arbeid is, is de arbeidsmarkt gespannen: er zijn veel openstaande vacatures.

als er meer aanbod is dan vraag is er veel werkloosheid.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Arbeidsmarkt in een grafiek
Qa = 0,2L-2 en Qv = -0,2L+8 (in miljoenen). Bij welke L zijn vraag en aanbod aan elkaar gelijk?
Bereken bij welk loon en welke vraag naar arbeid de arbeidsmarkt in evenwicht is.


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je niet werkt, ben je nog niet werkloos.
Wanneer ben je wel werkloos?
A
Je bent actief op zoek naar werk.
B
Je hebt geen baan.
C
Je bent tussen de 15 en de 67.
D
Je voldoet aan alle drie voorwaarden (A+B+C)

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie is het aanbod op de arbeidsmarkt?
A
Bedrijven en instellingen die werk aanbieden.
B
Mensen die werk aanbieden.

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er is vraag naar arbeid op de arbeidsmarkt.
Wie zijn de vragers op de arbeidsmarkt?

A
Bedrijven
B
Werklozen
C
Werkende
D
Geen van alle

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is er sprake van werkloosheid
A
als de vraag kleiner is dan het aanbod op de arbeidsmarkt
B
als de vraag gelijk is aan het aanbod op de arbeidsmarkt
C
als de vraag groter is dan het aanbod op de arbeidsmarkt
D
er is nooit sprake van werkloosheid

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De ___________________ naar arbeid en het aanbod van arbeid noem je samen de

___________________ . 

Je spreekt van een  ___________________ arbeidsmarkt als het ___________________ 

groter is dan de vraag naar arbeid. 

Is het aanbod van arbeid kleiner dan de vraag naar arbeid dan spreek je van een 

 ___________________  arbeidsmarkt.
Arbeidsmarkt
Krappe
Ruime
Aanbod
Vraag

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie wordt NIET tot de beroepsbevolking gerekend?
A
Werkende zelfstandigen
B
werknemers
C
Vrijwilligers
D
Werkelozen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ruime arbeidsmarkt?
A
Het gaat goed met de economie
B
Er zijn weinig vacatures
C
Er zijn veel vacatures
D
Het gaat slecht met de economie

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is er sprake van marktevenwicht op de arbeidsmarkt?
A
Als de lonen stijgen.
B
Als er meer openstaande vacatures zijn dan werklozen.
C
Als er meer werklozen zijn dan openstaande vacatures.
D
Als vraag en aanbod van arbeid aan elkaar gelijk zijn.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk of uitleg
  • Gemaakte huiswerk, bespreken 1 t/m 7 paragraaf 6

  • Of aan de slag met huiswerk voor de volgende keer, maken opdrachten paragraaf 6 opdracht 7 t/m 10 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 1A
-50P + 4.000
(–50 × 20) + 4.000 = 3.000

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 1B
-50P + 4.000
(–50 × 60) + 4.000 = 1.000

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 1C

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 1D
-50P + 4.000
 Qv = –50 × 55 + 4.000 = 1.250 

Omzet € 55 × 1.250 = € 68.750

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 1E
-50P + 4.000
50 stuks.

Dit zie je in de formule terug bij -50P

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 1F
-50P + 4.000

12 × 50 = 600 stuks

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions