mavo 3 chapitre 3 les 4 MeeM 2021-2022

BONJOUR et BIENVENUE   mavo 3

Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR et BIENVENUE   mavo 3

Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Aujourd'hui c'est mardi 22 février

Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 2 - Diapositive

            Bonjour!

  •  Ben je rustig gaan zitten volgens de plattegrond?
  •  Zit je telefoon in de telefoontas, op stil?
  •  Heb je je boek/schrift/pen/opgeladen laptop op tafel? 
    (Laat je laptop nog even dicht!)   



Oui? --> On y va!

Slide 3 - Diapositive

Présence
tout le monde est présent?

Slide 4 - Diapositive

Les buts

- Je oefent met woordjes en grammatica, o.a. de 'futur'.
- Je kunt een gesprekje voeren over school(vakken) en je
   toekomstplannen;
- Je herhaalt wat je in chapitre 1 en 2 hebt geleerd;


Slide 5 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire?
                          * Les devoirs                                15'
                          * Révision                                      25'
                          * au travail                                     15'
                          * Evaluation                                    3'    

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Les devoirs pour aujourd'hui

SO chapitre 3 ABCD 

Slide 8 - Diapositive

Les devoirs pour mardi 22-02
SO chapitre 3 ABCD

Apprendre

- voc A + B (fn)
- grammaire C (fn-nf)
- phrases-clés D (fn)

Slide 9 - Diapositive

Les devoirs pour vendredi

Apprendre: Grammaire C (fn-nf)



Faire: bron C + D (online / ex. 13 t/m 18)

Slide 10 - Diapositive

Bespreking  'SO' vrijdag 11-02

Slide 11 - Diapositive

écrire (= schrijven)
Schrijf in het Frans:
- Hoe je heet
- Hoe oud je bent
- Waar je woont
- Op welke school je zit
- In welke klas je zit
- Welke vakken je wel en niet leuk vindt
- Welke vakken je gaat kiezen volgend jaar
Tip:
Gebruik de woordjes en bron D 
(blz. 41)

Slide 12 - Diapositive

            Je suis sur le collège Titus Brandsma


Je suis AU collège Titus Brandsma. 

Slide 13 - Diapositive

Bron C: futur simple

- Wat wordt bedoeld met de 'futur simple'?
- Hoe maak je de 'futur simple'?

Slide 14 - Diapositive

Bron C: futur simple
De toekomende tijd (met 'zullen')
Ik zal slapen, wij zullen praten, hij zal gaan


Hele werkwoord + uitgangen 'avoir'

Slide 15 - Diapositive

Futur simple (o.t.t.t)
Hele ww
Uitgang
Futur simple
Je
manger
-ai
Je mangerai
Tu
manger
-as
Tu mangeras
Il / Elle / On
manger
-a
Il mangera
Nous
manger
-ons 
Nous mangerons
Vous
manger
-ez
Vous mangerez
Ils / Elles
manger
-ont
Ils mangeront

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Welke tijd is de 'futur simple'?
A
de tegenwoordige tijd
B
de toekomende tijd
C
de verleden tijd
D
de voltooide tijd

Slide 18 - Quiz

Wat heb je bij de regelmatige werkwoorden nodig om de 'futur simple' te kunnen maken?
A
De stam van het werkwoord
B
Een vorm van 'être'
C
Het hele werkwoord
D
Een vorm van 'aller'

Slide 19 - Quiz

De uitgangen die je gebruikt zijn de vormen van het werkwoord ____
A
être
B
aller
C
avoir
D
choisir

Slide 20 - Quiz

'Je travaillerai' betekent .....
A
Ik werk
B
Ik zal werken
C
Ik heb gewerkt
D
Ik werkte

Slide 21 - Quiz

'Tu parleras' betekent ......
A
Jij hebt gepraat
B
Jij zal praten
C
Jij praat
D
Jij praatte

Slide 22 - Quiz

'Nous donnerons' betekent ......
A
Wij zullen geven
B
Wij hebben gegeven
C
Wij geven
D
Wij gaven

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

'Comprendre' betekent 'begrijpen'.
Hoe vertaal je 'jullie zullen begrijpen'?

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

'Ik zal gaan' --> J'allerai
A
Vrai (= goed)
B
Faux (= fout)

Slide 27 - Quiz

'Jij zal doen' --> Tu fairas
A
Vrai (= goed)
B
Faux (= fout)

Slide 28 - Quiz

'Wij zullen zijn' --> Nous serons
A
Vrai (= goed)
B
Faux (= fout)

Slide 29 - Quiz

'Zij zal hebben' --> Elle avoiras
A
Vrai (= goed)
B
Faux (= fout)

Slide 30 - Quiz

'Jullie zullen doen'--> Vous ferez
A
Vrai (= goed)
B
Faux (= fout)

Slide 31 - Quiz

'Hij zal willen'--> Il voudras
A
Vrai (= goed)
B
Faux (= fout)

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Diapositive

Au travail
Chapitre 4  (Je révise)

Fais (= maak):
online / ex. 1 t/m 5 

Klaar?
Maak van chapitre 3 de opdrachten bij bron E (online / ex. 19, 20, 21)



Slide 34 - Diapositive

Les buts

- Je oefent met woordjes en grammatica, o.a. de 'futur'.
- Je kunt een gesprekje voeren over school(vakken) en je
   toekomstplannen;
- Je herhaalt wat je in chapitre 1 en 2 hebt geleerd;


Slide 35 - Diapositive

Wat heb je geleerd tijdens deze les?

Slide 36 - Question ouverte

Welke vraag / vragen heb je nog?

Slide 37 - Question ouverte

Hoe vond je deze les?

Slide 38 - Question ouverte

Au revoir

Slide 39 - Diapositive