instructie komma

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Met leestekens maak je het verschil.

Komma

• Hij zat op haar schoot en rustte uit.
• Hij zat op haar, schoot en rustte uit.

Wat staat hier?

De meester zei Pietje is een monster

Wat staat hier?

De meester zei: "Pietje is een monster."

Wat staat hier?

"De meester," zei Pietje, "is een monster."

Wat staat hier?

De leerlingen die met zekerheid een voldoende willen hebben vaak goed geleerd en geoefend.

Wat staat hier?

De leerlingen die met zekerheid een voldoende willen, hebben vaak goed geleerd en geoefend.

komma (,)

Voor een korte pauze in een zin

Voor een betere leesbaarheid

Om misverstanden te voorkomen

komma (,)

1) Tussen andere werkwoordsvormen die niet tot het gezegde behoren.

Als de nood het hoogst is, haal je de beste resultaten.

Toen mijn zus een spin zag, gilde ze het uit!

komma (,)

2) Voor een voegwoord (want, omdat, terwijl, dan, maar)

Ik heb zin in de zomer, omdat we dan 4 weken naar Frankrijk gaan.

komma (,)

3) In een opsomming 

Ik heb drie grote hobby's: hardlopen, lezen en dingen ondernemen met gezin en vrienden.

komma (,)

4) als de zin verder gaat na een citaat

'Wacht jij daar maar even', zei de docent. 

komma (,)

5)voor of na een uitroep of een naam. 

'Noah, help je even?'

'U vergeet uw pinpas, meneer!'

komma (,)

6)na een aanhef

Geachte meneer Jansen, 

komma (,)

7)bij een slotgroet

Met vriendelijke groet,

Waar moet de komma?
Joas heeft twee cavia's een hond en een kat.

Waar moet de komma?
'Johan kom je ook?'

Waar moet de komma?
'Hallo ik ben de invaller'

Waar moet de komma?
'Uw fietslamp staat nog aan mevrouw.'

Je wilt weten wanneer oma klaar is met koken en jullie gaan eten. Welke zin is goed?

1. Wanneer eten we oma?
2. Wanneer eten we: oma
3. Wanneer eten we, oma?
4. Wanneer, eten we oma?

Je hebt een e-mail geschreven. Hoe sluit je de e-mail goed af?

1. Met vriendelijke groet, Jan Steen
2. Met vriendelijke, groet, Jan Steen
3. Met vriendelijke groet Jan, Steen
4. Met vriendelijke, groet Jan steen

Wanneer gebruik je een komma?

Voor een verbindingswoord

Na een verbindingswoord

Tussen twee persoonsvormen

Bij 'en' en 'of'

komma

geen komma

voor aanspreking

eind van de zin

tussen 2 pv's

tussen delen van een opsomming

bij een citaat

bij een gedachte

voor en na een bijstelling

na aanspreking

tussen hoofd- en bijzin bij lange delen