thema 5 les 7

Taal thema 5 les 7
Onvoltooide of voltooide tijd 

Voorbeelden: Wat hebben jullie gisteren gedaan? 
Wat doe je morgen? 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Taal thema 5 les 7
Onvoltooide of voltooide tijd 

Voorbeelden: Wat hebben jullie gisteren gedaan? 
Wat doe je morgen? 

Slide 1 - Diapositive

Wanneer is iets voltooid?

Slide 2 - Question ouverte

wanneer is iets onvoltooid?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

voltooide tijd 
Er is een hulpwerkwoord hebben/zijn. 
Er staat een voltooid deelwoord in. 

Slide 5 - Diapositive

onvoltooide tijd 
Er staat geen voltooid deelwoord in. 

Slide 6 - Diapositive

tegenwoordige of verleden tijd
kijk naar de persoonsvorm. 

Slide 7 - Diapositive

de 4 opties: 
  • onvoltooid tegenwoordige tijd
  • onvoltooid verleden tijd  
  • Voltooid tegenwoordige tijd
  • Voltooid verleden tijd. 

Slide 8 - Diapositive

wat is hier het gezegde?
Ik ontdekte een nieuwe scheur in het plafond.

Slide 9 - Question ouverte

Wat is hier de persoonsvorm?
Die is er niet vanzelf gekomen?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het gezegde?
U veroorzaakte het met uw aardgaswinning

Slide 11 - Question ouverte

wat is de persoonsvorm?
U vergoedt hopelijk wel de schade?

Slide 12 - Question ouverte

wat is het gezegde?
Met mijn buren heb ik een actiegroep opgericht.

Slide 13 - Question ouverte

In welke tijd staat deze zin.
Buurman Buwalda zet zijn huis te koop
A
Onvoltooid tegenwoordige tijd
B
Onvoltooid verleden tijd
C
Voltooid tegenwoordige tijd
D
voltooid verleden tijd

Slide 14 - Quiz

In welke tijd staat deze zin.
Hij heeft verder landinwaarts een huis gevonden.
A
Onvoltooid tegenwoordige tijd
B
Onvoltooid verleden tijd
C
Voltooid tegenwoordige tijd
D
voltooid verleden tijd

Slide 15 - Quiz

In welke tijd staat deze zin.
De laatste ontwikkelingen gaven de doorslag
A
Onvoltooid tegenwoordige tijd
B
Onvoltooid verleden tijd
C
Voltooid tegenwoordige tijd
D
voltooid verleden tijd

Slide 16 - Quiz

In welke tijd staat deze zin.
Zijn aanvraag tot schadevergoeding is afgewezen.
A
Onvoltooid tegenwoordige tijd
B
Onvoltooid verleden tijd
C
Voltooid tegenwoordige tijd
D
voltooid verleden tijd

Slide 17 - Quiz

In welke tijd staat deze zin.
Het rapport over de toestand van de buitenmuur voor de bevingen ontbrak bij de aanvraag.
A
Onvoltooid tegenwoordige tijd
B
Onvoltooid verleden tijd
C
Voltooid tegenwoordige tijd
D
voltooid verleden tijd

Slide 18 - Quiz

In welke tijd staat deze zin.
Per slot van rekening is zijn huis al jaren niet gerenoveerd
A
Onvoltooid tegenwoordige tijd
B
Onvoltooid verleden tijd
C
Voltooid tegenwoordige tijd
D
voltooid verleden tijd

Slide 19 - Quiz

Heb je het doel van de les behaald?
Ik kan herkennen in welke tijd de zin staat.

Slide 20 - Question ouverte

Renoveren
Een gebouw grondig opknappen zodat het als nieuw is. 

Slide 21 - Diapositive


Slide 22 - Question ouverte


Slide 23 - Question ouverte