WRB Les 3 Thema 14 H1 t/m 3 Wetboek van Strafrecht

kanjers van MQB 1.4 !
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BeveiligingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

kanjers van MQB 1.4 !

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schoolregels O&V

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 14 Wetboek van Strafrecht
Inhoud en opbouw wetboek van Strafrecht
Hoofdstuk 1 blz 24

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbouw les
  • Terugblik
  • Uitleg leerdoel deze les Thema 14 hoofdstuk 1 t/m 4
  • Voorkennis activeren
  • Theorie wetboek van Strafrecht
  • Afsluiting les : kennis en feedback

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Thema 13 wat weten we nog ?
leerdoel (1)
Je kunt de begrippen misdrijven en overtredingen beschrijven en onderscheiden.
Je kunt de begrippen opzet en schuld beschrijven en onderscheiden.
Je kunt benoemen bij welke strafbare feiten opzet en schuld moeten worden bewezen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

leerdoel (2)
Je kunt het begrip poging beschrijven.
Je kunt de voorwaarden benoemen waaronder een poging strafbaar is.
Je kunt benoemen in welke situaties een poging niet strafbaar is.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorkennis activeren
Wat weet je van?
1. Uit hoeveel boeken bestaat
het wetboek van Strafrecht?
2. Wat zou er in de boeken 
beschreven zijn? 
3. Verschil misdrijf en 
overtreding?

Slide 8 - Diapositive

Strafrecht wordt behandeld in twee wetboeken:
Wetboek van StrafrechtWetboek van Strafvordering.
Het Wetboek van Strafrecht gaat over de inhoud van de regels die horen bij het strafrecht:
Wat is strafbaar?
Welke maximale straf is op een strafbare gedraging van toepassing?
Wie is strafbaar?
Het Wetboek van Strafvordering gaat over procedures en bevoegdheden.
Theorie 
In het wetboek van Strafrecht worden veel zaken omschreven die te maken hebben met het plegen van strafbare feiten. Er staat beschreven wanneer je strafbaar bent of juist wanneer niet, zoals in de strafuitsluitingsgronden staat.
Indeling Wetboek van Strafrecht:
  1. Algemene bepalingen
  2. Misdrijven
  3. Overtredingen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Algemene bepalingen
De bepalingen in het eerste boek zijn voor het algemene strafrecht van grote betekenis, omdat alle begrippen en bepalingen die hierin genoemd worden vaak van toepassing zijn op feiten waarop andere wetten of verordeningen straf is gesteld.
Onderwerpen zijn oa:
  • Strafbare feiten
  • Strafuitsluitingsgronden
  • Poging
  • Medeplichtigheid
  • Soorten daders
  • Bepalingen voor strafrechtelijk minderjarigen



Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Misdrijven en overtredingen
Misdrijven
Misdrijven zijn ernstige strafbare feiten:
  • Brandstichting en brand door schuld
  • Mishandeling en zware mishandeling
  • Bedreiging
Overtredingen
Overtredingen zijn minder ernstige strafbare feiten, zoals een Verboden toegang-bord negeren en straatschenderij (baldadigheid). Misdrijven worden ook wel rechtsdelicten genoemd (gaat tegen het rechtsgevoel in) en overtredingen worden wetsdelichten genoemd.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Misdrijven en overtredingen
Misdrijven
Overtredingen
rechtsdelicten
wetsdelicten
zware strafbare feiten
lichte strafbare feiten
poging is strafbaar
poging is niet strafbaar
medeplichtigheid is strafbaar
medeplichtigheid is niet strafbaar
opzet of verwijtbare schuld moet bewezen worden
er wordt uitgegaan van opzet of verwijtbare schuld
wordt behandeld bij rechtbank
wordt behandeld bij rechtbank, afdeling kanton
alle mogelijke straffen
hechtenis of geldboete

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Maak zelf opdracht 1 op bladzijde 25
Klaar ?  Kijk alvast naar hoofdstuk 2 Opzet en Schuld.
timer
2:00

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

antwoorden klassikaal doornemen
Opzet & schuld hfst 2 blz 26
Bij sommige misdrijven staat ‘opzettelijk’ of ‘aan wiens schuld te wijten is’ voor. Er wordt dan ook gesproken over opzetmisdrijven en over schuldmisdrijven.

Voorbeeld:
Hij die opzettelijk brandsticht
Hij aan wiens schuld te wijten is dat brand ontstaat

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schuld
Iedereen die een strafbaar feit pleegt, maakt zich schuldig aan dat strafbare feit. Er is dan sprake van schuld.
Schuld in ruime zin:
Schuld betekent dat een persoon iets veroorzaakt heeft wat hem verweten kan worden. Er zit alleen verschil in de mate van verwijtbaarheid. Soms doen mensen iets opzettelijk, soms gaat iets uit onvoorzichtigheid.
Schuld in ruime zin wordt verdeeld in: Opzet en schuld en enge zin

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opzet
Opzet is het willens en wetens iets doen en/of nalaten. Als iemand willens en wetens iets doet moet de dader rekening houden met de gevolgen en dit heeft geaccepteerd. Voorbeelden?
  • Iemand opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toebrengen
  • Iemand opzettelijk van het leven beroven
  • Er zijn ook opzetmisdrijven waarin het woord opzettelijk niet voorkomt, maar door middel van de tekst kun je vanuit gaan dat dit het wel was. Zoals: ‘mishandeling wordt gestraft’.

 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schuld in enge zin
Onder schuld in enge zin wordt verwijtbare schuld verstaan. Verwijtbare schuld (ernstig verwijtbaar gedrag) kan ontstaan bij:
Grove nalatigheid
Grove onvoorzichtigheid
Grove onachtzaamheid
Gebrek aan voorzorg
Of er schuld in enge zin aanwezig is, moet de rechter beoordelen.


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schuld in enge zin
De wet maakt onderscheid tussen opzetmisdrijven en schuldmisdrijven. In eerste instantie wordt er gekeken of er opzet in het spel is. Als dat niet zo is, wordt er gekeken naar schuld in enge zin.
Opzet of schuld in enge zin?
Iemand ziekenhuis in slaan en man overlijdt onbedoeld
  • Opzet: de zware mishandeling, zwaarder gestraft vanwege overlijden
Bloempot valt van balkon op iemand zijn hoofd en heeft letsel
  • Schuld in enge zin: je kan verwachten dat een bloempot kan vallen van balkon.
Iemand struikelt op de stoep en valt tegen een ander aan die zijn been breekt.
  • Sprake van een ongeluk


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie
Bij overtredingen maakt de wet geen onderscheid tussen opzet of schuld. De gepleegde overtreding behoeft geen verder bewijs voor opzet of schuld.
Of iemand bewust op verboden grond bevindt of dat hij vergeten is op de bordjes te kijken maakt voor de strafbaarheid niks uit. Je bent op dat moment strafbaar. Hetzelfde geldt voor andere overtredingen.


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Check samen opdracht 1 
bladzijde 28

Slide 21 - Diapositive

a.strafbaar feit
b.opzet/schuld in enge zin
c.Er is sprake van opzet als iemand willens en wetens iets doet wat verboden is of nalaat wat geboden is.
d.Iemand wil iets doen wat verboden is of nalaten wat geboden is en weet ook wat de gevolgen kunnen zijn.
e.Als er geen sprake is van opzet, maar wel van verwijtbare grove onvoorzichtigheid, nalatigheid, onachtzaamheid of gebrek aan voorzorg.
Theorie
                    Artikel 45 Strafbare poging

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn deze mannen strafbaar?
timer
1:00
ja
nee

Slide 23 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie
Wanneer je aan de volgende drie voorwaarden voldoet kan een poging worden gestraft:
  1. De verdachte het voornemen heeft om een strafbaar feit te plegen.
  2. Er moet een sprake zijn van een begin van de uitvoering.
  3. Het misdrijf mag niet voltooid zijn en/of de dader is niet vrijwillig gestopt maar door de omstandigheden.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Check opdracht 1
A.Er is sprake van een poging als iemand probeert .... een te begaan, maar het gewenste resultaat wordt .........bereikt.
B.Een poging kan strafbaar, maar ook niet strafbaar zijn. Onder welke drie voorwaarden is een poging strafbaar?
1. De verdachte moet geprobeerd hebben een misdrijf te begaan.
2. Hij moet begonnen zijn met de uitvoering van een misdrijf.
3. Het misdrijf moet zijn voltooid.
4. De verdachte is vrijwillig gestopt met de poging om een misdrijf te begaan.
5. Zonder dat de verdachte het wilde, is de uitvoering van het misdrijf mislukt.






Slide 25 - Diapositive

a.misdrijf/niet
b 1.2.5

Theorie
Voorwaarden voor een niet-strafbare poging:
  1. Iemand doet een poging om een overtreding te begaan.
  2. Iemand doet een poging tot het misdrijf eenvoudige mishandeling.
  3. Iemand stopt uit vrije wil met de poging om het misdrijf te begaan. Dit wordt ook wel 'vrijwillige terugtreding' genoemd.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 2
A: In welke drie situaties is een poging niet strafbaar?


1. Iemand doet een poging om een overtreding te begaan.
2. Iemand doet een poging tot het misdrijf eenvoudige mishandeling.
3. Zonder dat de verdachte het wilde, is de uitvoering van het misdrijf mislukt.
4. Iemand stopt uit vrije wil met de poging om een misdrijf te begaan.

B. Er is sprake van vrijwillige terugtreding als iemand uit vrije wil stopt met de poging om een 
misdrijf ? strafbaarfeit ?  te begaan.




Slide 27 - Diapositive

A. 1.2.4
B.misdrijf
Volgende les Daders en medeplichtigen

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions