Wie, wat, waar deel 1

• ANT2
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Wie, wat, waar

Wie

Wat

Waar

Wie

Wie ben jij?

Ik ben Anouk.

Wie is in de woonkamer?

Anouk is in de woonkamer.

Wat

Wat is dat?

Dat is de tafel.

Wat staat er in de
woonkamer?

De bank staat in de woonkamer.

Waar

Waar ben jij?

Ik ben in de klas.

Waar is het bed?

Het bed is in de slaapkamer.

Wat staat in de woonkamer?

1. de bank
2. het bed
3. de televisie
4. het bad

Wat staat in de badkamer?

1. de wastafel
2. het bed
3. de televisie
4. het bad

Wat staat in de keuken?

1. de bank
2. het bed
3. het fornuis
4. de magnetron

Wat staat in de slaapkamer?

1. de televisie
2. het bed
3. het fornuis
4. de magnetron

Waar staat het bed?

1. in de slaapkamer
2. in de keuken
3. in de woonkamer
4. in de badkamer

Waar staat de bank?

1. in de slaapkamer
2. in de keuken
3. in de woonkamer
4. in de badkamer

Waar staat het fornuis?

1. in de slaapkamer
2. in de keuken
3. in de woonkamer
4. in de badkamer

Waar is de douche?

1. in de slaapkamer
2. in de keuken
3. in de woonkamer
4. in de badkamer

Waar hangt het gordijn?

1. in de slaapkamer
2. in de keuken
3. in de woonkamer
4. in de badkamer