Grieks 2B/C herhaling naamvallen

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

In deze les...
Gaan we naamvallen herhalen
We beginnen met de nominativus en de accusativus...
Daarna komt de genitivus...
En ten slotte de dativus

Slide 2 - Diapositive

Naamvallen
Een naamval laat zien welke functie een woord in de zin heeft:
onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling

Slide 3 - Diapositive

Wat is ook alweer de functie van de nominativus?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 4 - Quiz

Wat is ook alweer de functie van de accusativus?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 5 - Quiz

Nominativus en accusativus
De nominativus (onderwerp) en accusativus (lijdend voorwerp) zijn de belangrijkste naamvallen

Let op de lidwoorden: het lidwoord is een handig hulpmiddel
Aan een lidwoord kun je namelijk altijd zien in welke naamval een zelfstandig naamwoord staat!

Slide 6 - Diapositive

μαχαι
τας χωρας
οἱ οἰστοι
δουλος
τον δουλον
δουλους
ἡ μαχη
χωραν
nominativus 
accusativus 

Slide 7 - Question de remorquage

Genitivus
De genitivus geeft meestal het bezit aan
Je vertaalt het met het woordje 'van'
Bijvoorbeeld δουλου = van de slaaf

Slide 8 - Diapositive

ἡ μαχη
τῶν δουλῶν
genitivus 
δουλοι
του θηριου
αἱ χωραι
την χωραν
της χωρας
τον δουλον
nominativus 
accusativus 

Slide 9 - Question de remorquage

Wat betekent...
του θηριου
A
het beest
B
van het beest
C
de beesten
D
van de beesten

Slide 10 - Quiz

Wat betekent...
την χωραν
A
het gevecht
B
van het gevecht
C
de gevechten
D
van de gevechten

Slide 11 - Quiz

Wat betekent...
τῶν δουλῶν
A
de slaaf
B
van de slaaf
C
de slaven
D
van de slaven

Slide 12 - Quiz

Dativus
De dativus kan in het Grieks twee dingen zijn:
1. meewerkend voorwerp; vertaal met 'aan/voor'
2. bijwoordelijke bepaling; vertaal met 'met/door'
Voorbeeld: τῳ δουλῳ = aan/voor/met/door de slaaf

Slide 13 - Diapositive

τῳ δουλῳ
ἡ χωρα
genitivus 
dativus 
τοις δουλοις
τῶν θηριῶν
αἱ χωραι
τῃ χωρᾳ
της χωρας
τον δουλον
nominativus 
accusativus 

Slide 14 - Question de remorquage

Wat betekent...
τῳ δουλῳ?

Slide 15 - Question ouverte

Wat betekent...
τοις δουλοις?

Slide 16 - Question ouverte

Tot slot:
  1. Aan welke letter herken je meestal de accusativus enkelvoud?
  2. Met welk woordje vertaal je meestal de genitivus?
  3. Welke uitgang heeft de genitivus meervoud altijd?
  4. Met welke woorden kun je de dativus vertalen?

Slide 17 - Diapositive