TOW les 1

• Interculturele Medewerker
• Secundair onderwijs

Teamondersteunend werken

les 1

welkom in TOW

Vandaag

• welkom en kennismaking
• intro in de module (leerdoelen)
  

• les 1: functionele relaties uitbouwen
  

kennismaking

Korte uitwisseling... wat wil je gedeeld hebben?

Minstens even je naam :)

1    De behoeften en krachten van de doelgroep benoemen

en 2 naar werkbare doelstellingen vertalen

3    Een functionele relatie met cliënten uit specifieke doelgroepen opbouwen en onderhouden.

4    De belangen van specifieke doelgroepen in een hulpverleningsrelatie in kaart brengen.
5    De behoefte van specifieke doelgroepen aan belangenbehartiging in hulpverleningssituaties bespreekbaar maken.
6    Rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen van voorzieningen, de mogelijkheden van belangenbehartiging bespreken.
7    Vanuit de belangen van specifieke doelgroepen handelen.
8    Met tegenstrijdige belangen omgaan

• Collega’s bij het concretiseren van de hulpvraag ondersteunen door:
• 9 de betekenis van noden en behoeften te verhelderen.
• 10   te informeren over mogelijke betekenissen en gevoelens die met bepaalde mededelingen, handelingen of vragen van de hulpverlener zijn verbonden.
• 11  een culturele vertaalslag te maken van de houding en opvattingen ten aanzien van hulpverlening.
• 12 op een gepaste manier eigen ervaringen en expertise inbrengen.

• 13    In onderling overleg het doel, de vorm en de inhoud van de evaluatie bepalen.
• 14    Problemen en knelpunten bij de uitvoering van het ondersteuningsplan signaleren.
• 15    In onderling overleg het ondersteuningsplan bijsturen.
• 16    Bijdrage leveren aan een eventueel nazorgtraject

les 1 functionele relaties

Les 1 functionele relaties

1. Functionele relaties… + de professionele hulpverleningsrelatie – cursus
2. Kenmerken functionele relaties
3. Belang vertrouwensrelatie
4. Casussen: groepswerk contact/betrekken van potentiële cliënten
5. Een plan opstellen om contact te onderhouden met cliënten (evaluatie)

oefening 1

Noteer op het oefeningenblad

Neem 2 mensen in gedachten die je al lang kent en waarmee je een positieve relatie hebt.

• persoonlijke relatie /  functionele relatie (ifv zorg / hulpverlening)
• Benoem je relatie met die persoon
• Hoe komt het dat je al lang een relatie hebt?
• Waarom is de relatie een bestaande relatie (en niet voorbij)?  Wat maakt dat jij je goed voelt bij de andere? Is er iets specifieks dat je doet voor, tijdens of na een contact met die persoon?

In een functionele relatie zoek je de ander op omwille van diens functie.

In een persoonlijke relatie gaat het om de persoon zelf.

persoonlijke relatie

• Het gaat om de persoon van de ander
• Je vind het leuk of boeiend om met elkaar om te gaan
• Gemakkelijke, vlotte omgang
• Vrijwillige omgang (behalve… familie kies je niet)
• Gelijkwaardigheid

functionele relatie

• Het gaat over de functie van de ander.
• Je hebt de andere nodig
• Zakelijke omgang (kan ook vlot zijn)
• Meestal niet vrijwillig: je kiest niet voor die specifieke persoon
• Geen gelijkwaardige basis

Professionele hulpverleningsrelatie

Hebben enkele kenmerken...

oefening: plaats  de juiste uitleg bij het kenmerk van hulpverleningsrelaties

afhankelijkheid

onomkeerbare rollen

vrijheid - gebondenheid

geslotenheid - openheid

macht

zorgvrager van hulpverlener (en niet omgekeerd)

Als professionele hulpverlener moet je daar zorgvuldig mee omgaan.

De zorgvrager hoeft niets van de hulpverlener te weten om toch goede zorg te krijgen.

De één ontvangt zorg/hulp en de ander geeft zorg / hulp. Die rollen zijn duidelijk.

ZV is gebonden aan de situatie. Kan niet weglopen uit de situatie, geen of weinig keuze in hun hulpverlener.

kenmerken

Afhankelijkheid versus onafhankelijkheid
De rollen zijn onomkeerbaar
Gebondenheid vs vrijheid
Geslotenheid vs openheid
Macht vs onmacht

Enkele uitspraken...

Wat denk jij? 

In het kader van functionele / professionele hulpverleningsrelaties... hoe zou jij handelen? Bespreek.

Tip: blauw scherm = nadenken en schrijven :)

“In ons buurtcentrum komt regelmatig een bizarre oudere man koffie drinken.. Ik denk dat hij Gerard heet. Ik heb nog nooit een woord met hem gewisseld. Ik denk niet dat mijn collega’s wel veel met hem praten.”

“Ik geef mijn persoonlijke gsm-nummer, want als de meisjes me nodig hebben, moeten ze me kunnen bereiken. Soms krijg ik om middernacht nog whatsapp-berichten. Ik antwoord meestal, als ik nog niet slaap.”

“Als ik een vraag krijg, doe ik er alles aan om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de cliënt. Ook als ik het zelf niet weet. Soms moet ik iets opzoeken, of ik stuur de vraag door naar een collega die er zeker wel mee verder kan. De cliënt heeft recht op een zo snel en zo goed mogelijk antwoord.”

tip - verdieping

film straathoekwerk Gent

• ook gezien in Professionaliteit en Deskundigheid (Steven)
• over afstand/nabijheid & een functionele relatie onderhouden
• in "weblinks" voor wie het opnieuw wil zien
  

contact maken en een relatie opbouwen, onderhouden en afsluiten

- oefeningenblad

- cursus: contact maken en relatie opbouwen met doelgroepen

- artikel op smartschool

- individuele opdracht rond functionele relatie opbouwen

oefening 2

2 Dit vind ik zelf belangrijk in een eerste contact… 

Beschrijf een situatie waarin je hulp vroeg aan iemand.
-    Wat was belangrijk voor jou?
-    Wat deed de andere zodat jij je beter voelde?

• En hoe waren de eerste contacten in de professionele rol, op stage?

vertrouwensrelatie (1/3)

“Ik heb onlangs voor een terminaal zieke mevrouw gezorgd”, vertelt Joyceline van Health Care Organisation, Thuiszorg.

 “Haar familie was er nog niet. Zij vroeg me haar niet alleen te laten. Mijn dienst was eigenlijk over, maar natuurlijk ging ik niet weg. Die mevrouw kent mij en voelt zich veilig bij mij. Ik ben toen bij haar gaan zitten en heb haar hand vastgepakt en gewacht op de familie.

Toen de familie kwam, heb ik hen eerst als gastvrouw ontvangen, te drinken gegeven en ze op hun gemak gesteld. Toen ben ik weggegaan.”

vertrouwensrelatie (2/3)

“Mijn ouders en schoonmoeder zijn overleden in de Koningshof, een huis waar veel ruimte is voor de christelijke waarden en normen”, vertelt nabestaande J. Kleinjan.

 “Ik heb het als een belangrijke meerwaarde ervaren dat er in de Koningshof een collectief bewustzijn was dat aansloot bij wat voor  mijn ouders belangrijk was.

Bijvoorbeeld dat een verzorgende vraagt: zullen wij even samen een stukje uit de Bijbel lezen, of een psalm zingen.

Ik denk dat dat in een ander huis niet zo vanzelfsprekend gevraagd wordt. Ik was daar heel dankbaar voor, het gaat ook om die kleine dingen zoals een pastoraal werker die elke dag even langskomt.”

vertrouwensrelatie (3/3)

Cliënten en hun naasten (mantelzorgers bijvoorbeeld) voelen zich veilig bij de zorgprofessional als er sprake is van een vertrouwensband.

Waarom is een goede relatie belangrijk?

Hoe kom je als hulpverlener tot zo’n relatie?

Wat kan je doen?

cursus:

lees punt 3 en punt 4 pg 9-10

punt 3: een vertrouwensrelatie uitbouwen

punt 4: contact maken en relatie opbouwen met doelgroepen

oefening 4

de relatie onderhouden

tips uit de cursus: maak ze concreet

• groepjes van 3 cursisten
  
• bedenk heel concrete acties, of woorden die je kan gebruiken

• bv "Hey, ik ga er niet omheen draaien.. ik heb slecht nieuws voor je. Wil je even gaan zitten?"

individuele opdracht (eva 1)

1.    Buurtwerk voor alleenstaande mama’s

• Maak een concreet plan hoe je met deze cliënt contact gaat opbouwen en onderhouden
• Gebruik de cursus  / lesmateriaal
• Wees concreet (wat wil je precies bereiken in deze relatie? Wie, wat, waar, wanneer, hoe vaak en hoe lang, hoe, …)

2.    Een cliënt uit jouw stage / persoonlijk vrijwilligerswerk / sociaal werk ...

• leg kort uit welke relatie je hebt met die persoon
• maak ook hier een concreet plan ifv opbouwen en onderhouden van de relatie

opladen in Smartschool - uploadzone TOW

Voorbeeld buurtwerking

“Met Gerard wil ik vertrouwen opbouwen zodat hij mij meer persoonlijke dingen kan vertellen.

• Daarvoor ga ik de komende maanden elke keer als hij in het buurtcentrum komt, mij met een koffie bij hem zetten en met hem praten.
• Bijvoorbeeld vragen naar zijn plant (vorige keer vertelde hij iets overeen plant die hij geadopteerd had). 
• Ik noteer de gesprekjes kort in mijn boekje, om ze niet te vergeten.”