ZwIN - Fake News - Week 3

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
MediawijsheidMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vorige les
In de vorige lessen heb je gezien dat er allerlei soorten nepnieuws zijn. Soms maken mensen nepnieuws als grapje, maar soms maken mensen ook nepnieuws om expres anderen pijn te doen. Maar er zijn veel meer soorten nepberichten dan alleen nepnieuws. Denk je misschien dat trollen een soort monsters zijn, of dat phishing het Engelse woord voor ‘vissen’ is? Of denk je dat het woord meme straattaal is voor ‘moeder’? Deze les leren jullie dat al deze woorden met nepberichten te maken hebben!

 

Wie van jullie kan een trol ontdekken? Wie maakt de beste meme? Daar komen jullie snel achter…

Slide 2 - Diapositive

Hoax
Hoax (afgeleid van hocus pocus) werd populair na de komst van internet in de jaren negentig. Toen betekende het ‘valse waarschuwingen voor computervirussen’.

Tegenwoordig wordt in een hoax informatie per e-mail, of op sociale netwerken verspreid. De informatie is niet waar, maar wordt wel zo gepresenteerd. Je wordt gevraagd het bericht met zo veel mogelijk mensen te delen.

Slide 3 - Diapositive

Je krijgt dit berichtje op Whatsapp, welke alarmbellen gaan er bij jou af?

Er een in op de volgende dia

Slide 4 - Diapositive

Welke alarmbel gaan bij jou af als je het berichtje krijgt op Whatsapp?
Zoveel mogelijk delen
Gevolgen als je bericht negeert
geen of een valse bron
geen informatie over de schrijver van het bericht
er wordt geen tijdstip genoemd

Slide 5 - Sondage

Zou jij ingaan op het berichtje? Waarom wel of waarom niet?

Slide 6 - Question ouverte

Phishing
Een soort hoax om mensen (financieel) te benadelen heet phishing. Daar mag je nooit op ingaan! Maar soms lijken die berichtjes zo echt, dat laten mensen zich toch in de maling nemen. En kan dat grote gevolgen hebben.

Phishing

Slide 7 - Diapositive

Hoe zou jij reageren op de foto van de vorige dia? En hoe zou je er achter kunnen komen of de berichtjes echt zijn?

Slide 8 - Question ouverte

Trollen
Trollen is een negatief gedrag dat plaatsvindt op allerlei websites waar mensen met elkaar kunnen praten.

Een trol probeert online ruzie, discussies of emotionele reacties uit te lokken bij anderen. Dat kan bijvoorbeeld door beledigende opmerkingen te maken.

Soms gaat het om heel erge dingen, zoals lachen met iemand die gestorven is.

Slide 9 - Diapositive

Bekijk het volgende filmpje (2:00 min)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Wie is de Trol? Sleep de afbeelding er naar toe
Aukje2007:
‘Gisteren met mijn moeder niewe kleren geshopt! Zara rules!’


Reacties:
    Peter25: Cool! Ben benieuwd…


    Sterretje1: Zara is the best! Ook nog in de H&M geweest?


    Toppertje: niewe kleren?! Leer eerst ff spellen joh!


     Amber2010: Modeshow!!!






Slide 13 - Question de remorquage

Wie is de Trol? Sleep de afbeelding er naar toe
ArnodeBak:
‘Niet zo fit vandaag. Blijf lekker thuis. Morgen weer een dag…’

Reacties:
Bunnie10: Oh ziek: vervelend!!! Beterschap! Zie je hopelijk          morgen bij de tennis.

JoJo: Iedereen bij hem uit de buurt blijven! Die heeft corona man!

Eefje101: hmmm toch niet vanwege de aardrijkskundetoets hè?!







Slide 14 - Question de remorquage

Wie is de Trol? Sleep de afbeelding er naar toe
Annabellie:
‘kijk vanavond allemaal naar het NOS-journaal: ik word geïnterviewd over de Westerscheldetunnel, of ik vind dat die tolvrij moet worden!’

Reacties:
DeMan12: de NOS is niet te vertrouwen! Allemaal linkse politie. Ik kijk er nooit meer naar. Denk je nou echt dat die hele linkse NOS en politiek iets om ons burgers geeft?

Veerleeeeetje: ik ga kijken! Toppie.

MevrouwAns: ik zit met opa om 20 u voor de tv hoor schat!










Slide 15 - Question de remorquage

Schrijf hieronder zelf een trol reactie!

Slide 16 - Question ouverte

Meme
Een meme is er in vele vormen. Het kan bijvoorbeeld een afbeelding zijn of video, meestal met een stukje (grappige) tekst. Eigenlijk is de enige voorwaarde dat het vaak genoeg gedeeld wordt, bijvoorbeeld op Facebook. Als er sprake is van explosief delen, dan hebben we het over een meme.  

Slide 17 - Diapositive

Schrijf een tekst voor bij de volgende afbeelding en upload deze in de volgende dia. 

Slide 18 - Diapositive

Maak bij de foto van Freek Vonk je eigen meme (of schrijf je tekst hier onder)

Slide 19 - Question ouverte

Parodie
Een parodie is een grappige na-aping van een beroemd ding of persoon. Je kan van bijna alles een parodie maken: zangers, advertenties, muziekclips, films, beroemde kunstwerken en ga zo maar door.


De bedoeling van een parodie is om een grap te maken, niet om iemand pijn te doen. Degene over wie de parodie gemaakt wordt, kan daar meestal ook heel hard om lachen. Hoe beter je het origineel kent, des te grappiger wordt een goede parodie.

Slide 20 - Diapositive

Deze parodie is gemaakt door een Duitse kunstenaar. Hij liet de poedel op t-shirts drukken. Daar was het originele bedrijf helemaal niet blij mee en ging ermee naar de rechtbank. Het originele bedrijf kreeg gelijk van de rechter en de kunstenaar mag zijn shirts niet meer verkopen.




Slide 21 - Diapositive

Wat vind jij daarvan? Had de rechter gelijk om het t-shirt met de PUDEL te verbieden? Leg uit waarom.

Slide 22 - Question ouverte

Bekijk de Parodie over Freek Vonk (1:20)

Slide 23 - Diapositive

Deepfake
 Er zijn tegenwoordig genoeg computerprogramma’s, waarmee je nepvideo’s kunt maken die bijna niet van echt te onderscheiden zijn. Dat soort filmpjes noemen we deep fake. Met deze programma’s kun je iemand dingen laten zeggen of doen die hij of zij in het echt nooit gezegd of gedaan heeft.

Wat is een deep fake precies en hoe herken je het? 

Slide 24 - Diapositive

Nepnieuws ontstaat door social media
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Sociale media zorgen ervoor dat we ons beter informeren over wat er in de wereld gebeurt.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Valse nieuwsberichten veranderen onze kijk op de wereld.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Via sociale media krijgen we verschillende indrukken van gebeurtenissen.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Facebook bevestigt alleen je eigen mening
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

Gelezen op social media dus het zal wel echt zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive