uitleg pers vnw

Woordsoorten:
Persoonlijk voornaamwoord

Wat: persoonlijk voornaamwoord = pers.vnw

Waar: hoofdstuk 1, grammatica woorsoorten, p.30

Nodig: schrift en pen.

1 / 7
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 7 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Woordsoorten:
Persoonlijk voornaamwoord

Wat: persoonlijk voornaamwoord = pers.vnw

Waar: hoofdstuk 1, grammatica woorsoorten, p.30

Nodig: schrift en pen.

Slide 1 - Diapositive

Zonder persoonlijk voornaamwoorden (pers.vnw): 
Tekst 1:
Meneer Warden was zakenman, maar meneer Warden had het nooit over zijn zaken. Dat kwam omdat zijn zaken vrijwel zeker illegaal waren. Als meneer Warden een politieagent zag aankomen, dook meneer Warden de bosjes in.

Margo Warden werkte niet. Margo Warden had nooit gewerkt, zelfs op school niet, vandaar dat Margo Warden ook niet zo best kon lezen en schrijven.

Joe had een hekel aan zijn ouders. Het was net of Joe in een gevangenis was geboren. Het
statige huis was voor Joe een verschrikking. Het is vreemd maar waar, dat veel rijke kinderen een akelig leventje hebben en dat rijke kinderen een stuk minder gelukkig zijn dan arme.

Slide 2 - Diapositive

Tekst 1:
Meneer Warden was zakenman, maar meneer Warden had het nooit over zijn zaken. Dat kwam omdat zijn zaken vrijwel zeker illegaal waren. Als meneer Warden een politieagent zag aankomen, dook meneer Warden de bosjes in. 

Margo Warden werkte niet. Margo Warden had nooit gewerkt, zelfs op school niet, vandaar dat Margo Warden ook niet zo best kon lezen en schrijven.

Joe had een hekel aan zijn ouders. Het was net of Joe in een gevangenis was geboren. Het
statige huis was voor Joe een verschrikking. Het is vreemd maar waar, dat veel rijke kinderen een akelig leventje hebben en dat rijke kinderen een stuk minder gelukkig zijn dan arme.
Tekst 2:
Meneer Warden was zakenman, maar hij had het nooit over zijn zaken. Dat kwam omdat zij zeker illegaal waren. Als meneer Warden een politie-agent zag aankomen, dook hij de bosjes in. 

Margo Warden werkte niet. Ze had nooit gewerkt, zelfs op school niet, vandaar dat zij ook
niet zo best kon lezen en schrijven. 

Joe had een hekel aan zijn ouders. Het was net of hij in een gevangenis was geboren. Het
statige huis was voor hem een verschrikking. Het is vreemd maar waar, dat veel rijke kinderen een akelig leventje hebben en dat ze een stuk minder gelukkig zijn dan arme. 

Slide 3 - Diapositive

Een persoonlijk voornaamwoord kan:

- verwijzen naar 1 of naar meerdere personen.
- een zelfstandig naamwoord vervangen.  


Kun je een voorbeeld bedenken?




Slide 4 - Diapositive

Een persoonlijk voornaamwoord

komt in twee vormen voor: 1. onderwerpsvorm. 
Deze woorden worden in een zin als onderwerp gebruikt. 

vb. Hij /is /heel handig. -> 'hij' is de onderwerpsvorm
Ik /ben/ blij.
Het/ regent/ al de hele dag. -> 'het' is hier pers.vnw, een apart zinsdeel.




Slide 5 - Diapositive

2. Een voorwerpsvorm:
Deze woorden worden in een zin als lv of als mv gebruikt. 
- het lijdend voorwerp : vb.          o      pv      lv          wg
                                                                Hij heeft haar gebeld.

- het meewerkend voorwerp: vb.          o     pv            lv               mv 
                                                                             Hij geeft het boek aan haar. 

- na een voorzetsel. vb? 

Slide 6 - Diapositive

Aan de slag:
Maken 

Slide 7 - Diapositive