BVVJ 3.1 Organismen ordenen

Thema 3 Ordening
3.1 Organismen ordenen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 3 Ordening
3.1 Organismen ordenen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

3.1 Organismen ordenen
De dieren op de vorige afbeelding kan je in groepen delen. Dat kan op verschillende manieren.

Je kan kijken naar de kleur. Alle groene dieren komen dan bij elkaar in 1 groep.
Je kunt ook kijken hoeveel poten het dier heeft, of wat voor huid.

Slide 4 - Diapositive

3.1 Organismen ordenen
De kleur is een kenmerk van het dier. Ook het aantal poten en de huidsoort zijn kenmerken.

Als je organismen ordent, verdeel je ze in groepen.
In elke groep komen organismen met hetzelfde kenmerk.

Slide 5 - Diapositive

3.1 Organismen ordenen
Biologen verdelen al het leven op aarde eerst in 2 groepen: organismen met een celkern in hun cellen en organismen zonder celkern in hun cellen.
Die grote groepen verdelen ze verder in kleinere groepen: de rijken.

Je moet 4 rijken kennen:
- bacteriën
- schimmels
- planten
- dieren

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

3.1 Organismen ordenen
Bij het indelen letten biologen op de kenmerken van cellen. Die kenmerken zijn voor elke groep verschillend.

De kenmerken van de cellen waarnaar gekeken worden, zijn:
- celkern
- celwand
- bladgroenkorrels

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

3.1 Organismen ordenen

dieren:
- wel een celkern
- geen celwand
- geen bladgroenkorrels

Slide 10 - Diapositive

3.1 organismen ordenen

planten:
- wel een celkern
- wel een celwand
- wel bladgroenkorrels

Slide 11 - Diapositive

3.1 organismen ordenen
schimmels:
- wel een celkern
- wel een celwand
- geen bladgroenkorrels

Slide 12 - Diapositive

3.1 Organismen ordenen

bacteriën:
- geen celkern
- wel een celwand

Slide 13 - Diapositive

3.1 Organismen ordenen
De groep dieren kun je verder indelen in kleinere groepen. Bijvoorbeeld insecten, vissen, vogels, enzovoort.

De kleinste groep heet een soort.
Een voorbeeld van een soort zijn honden.

Slide 14 - Diapositive

In de afbeelding links zie je 2 dieren die zich niet samen kunnen voortplanten.

Slide 15 - Diapositive

3.1 Organismen ordenen
Organismen horen tot dezelfde soort:
- als ze zich samen kunnen voortplanten
- en de nakomelingen vruchtbaar zijn

Daarom horen een labrador en een poedel tot dezelfde soort.

Slide 16 - Diapositive

zelf aan de slag
3.1 Organismen ordenen: maak de opdrachten 

opdracht 1 hoeft NIET

Slide 17 - Diapositive