spoedcursus hoofdstuk 2

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

circulaire tijd

lineaire tijd

seizoenen

tijdperken

het einde der tijden

reincarnatie

als je ergens vanuit gaat zónder het echt te weten noemen we dat

1. kennis
2. onzin
3. aanname

als je je zintuigen vertrouwt als bron van kennis ben je een

1. rationalist
2. empirist

wie is de denker van het empirisme?

1. descartes
2. hume
3. kant
4. socrates

wel Hume

geen Hume

complexe ideeen

enkelvoudige ideeen

oorzaak/gevolg

zintuiglijke impressies

bestaat er zekere kennis bij empiristen?

1. ja
2. nee
3. misschien
4. soms

Wie is de denker van het rationalisme

Waar twijfelde Descartes aan?

1. zijn zintuigen
2. of hij droomde
3. of een kwade geest hem voor ge gek hield
4. of hij nadacht

Wel Descartes

Niet Descartes

God bestaat

zekere kennis

Cogito Ergo Sum

empirische kennis 

alle kennis kan ook níet waar zijn

welke kennis is a priori

1. groen is een kleur
2. het ijs is dik genoeg om op te schaatsen
3. mijn moeder heeft haar bril op
4. er ligt brood in de vriezer

welke kennis is synthetisch

1. deze trui is groen
2. cirkels zijn rond
3. zoogdieren zogen hun jongen
4. een mens is een zoogdier

Van wie is deze uitspraak: “Gedachten zonder inhoud zijn leeg, aanschouwingen zonder begrip zijn blind.”?